Demontage en montage van de ventilator
1. De bevochtiger buiten gebruik stellen, zoals in hoofdstuk 7.4.
2. Maak de bevestigingsklemmen van het/de rechterzijpane(e)l(en) los en open het/de pane(e)l(en).
3. Maak de bekabeling los van de branderventilator, het gasdrukregelventiel en de drukschakelaar
(maak een notitie van de verbindingen).
4. Maak de koppeling los van de flexibele gasleiding aan het gasdrukregelventiel en verwijder de
gasleiding.
5. Draai de twee schroeven van het venturiverdeelstuk los en verwijder het verdeelstuk samen met
het gasdrukregelventiel.
6. Draai de twee schroeven van de stuurelektronica (wanneer aanwezig) los en bouw de elektronica
uit.
7. Draai de moeren bij de flens van de ventilator los en verwijder de branderventilator.
Het opnieuw monteren gebeurt in de omgekeerde volgorde. Defecte afdichtingen door nieuwe vervan gen.
Zorg ervoor dat alle afdichtingen juist gemonteerd zijn en de elektrische bedrading correct is aangesloten.
Opgelet ontploffingsgevaar! Na servicewerk aan het gassysteem moet u steeds een lek-
kagecontrole volgens hoofdstuk 5.5.2 uitvoeren.
52