Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Veiligheidsinstructies; Essentiële Veiligheidsinstructies - AUMA SGExC 05.1 Bedieningsinstructies

Verberg thumbnails Zie ook voor SGExC 05.1:
Inhoudsopgave

Advertenties

SGExC 05.1 – SGExC 12.1 Meld- en stuureenheid: elektromechanisch
ACExC 01.1 Intrusive Profibus DP
1.

Veiligheidsinstructies

1.1
Essentiële veiligheidsinstructies
Normen/richtlijnen
Veiligheidsinstruc-
ties/waarschuwingen
Kwalificatie van perso-
neel
Inbedrijfname
Gebruik
AUMA producten worden volgens de erkende normen en richtlijnen geconstrueerd
en gefabriceerd. Dit is in een originele inbouwverklaring en in een EG-verklaring van
overeenstemming geattesteerd.
De gebruiker van de installatie en de contractor dienen erop te letten, dat met
betrekking tot de montage, elektrische aansluiting, inbedrijfname en het gebruik op
de plaats van de installatie alle wettelijke eisen, richtlijnen, voorschriften, nationale
regelgevingen en aanbevelingen in acht worden genomen.
Hiertoe behoren o.a.:
Normen en richtlijnen, zoals bijv. de IEC/EN 60079 „Elektrisch materieel voor
plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen" -
-
deel 14: Elektrische installaties voor aan gevaar blootgestelde gebieden
(uitgezonderd mijnbouw).
-
deel 17: Inspectie en onderhoud van elektrische installaties in explosiege-
vaarlijke gebieden (uitgezonderd mijnbouw).
van toepassing zijnde montagerichtlijnen voor veldbustoepassingen.
Personen die aan dit apparaat werkzaamheden verrichten, moeten volledig op de
hoogte zijn van alle veiligheids- en waarschuwingsinstructies alsmede de aanwijzingen
in deze bedieningsinstructies. Veiligheidsinstructies en waarschuwingsstickers op
het product moeten in acht genomen worden om persoonlijk letsel en/of materiële
schade te voorkomen.
De montage, elektrische aansluiting, inbedrijfname alsmede het bedienen en de
onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden
uitgevoerd. Dit personeel dient daartoe door de gebruiker van de installatie of door
contractor geautoriseerd te zijn.
Voordat met werkzaamheden aan dit product wordt begonnen moet dit personeel
deze bedieningsinstructies gelezen en begrepen hebben, alsmede op de hoogte zijn
van de geldende veiligheidsvoorschriften inzake arbeidsomstandigheden en deze
in acht nemen.
Werkzaamheden in de Ex-zone vallen onder bijzondere bepalingen die nageleefd
dienen te worden. Voor het naleven en bewaken van deze bepalingen, normen en
wetten is de gebruiker van de installatie of de contractor verantwoordelijk.
Het is belangrijk dat voor de inbedrijfname gecontroleerd wordt of alle instellingen
met de eisen van de desbetreffende toepassing overeenkomen. Een verkeerde
instelling kan leiden tot gevaren tijdens het gebruik, bijv. beschadiging van de afsluiter
of de installatie. De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele schaden, die hieruit
voortvloeien. Het risico te dezer zake berust volledig bij de gebruiker.
Voorwaarden voor een probleemloze en goede werking van de apparatuur:
Een juiste wijze van transport, opslag, montage en installeren, alsook een
zorgvuldige inbedrijfname.
De apparatuur uitsluitend in een goede staat, met inachtneming van deze be-
dieningsinstructies, gebruiken.
Storingen en beschadigingen dienen direct gemeld en verholpen te worden.
Neem de geldende veiligheidsvoorschriften met betrekking tot de arbeidsom-
standigheden in acht.
Neem de nationale voorschriften in acht.
Tijdens het in bedrijf zijn wordt de behuizing warm en kunnen oppervlaktetem-
peraturen > 60 °C ontstaan. Ter berscherming tegen mogelijke brandwonden
adviseren wij om voor aanvang van de werkzaamheden de oppervlaktetempe-
ratuur met een geschikte thermometer te meten en eventueel veiligheidshand-
schoenen te dragen.
Veiligheidsinstructies
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sgexc 07.1Sgexc 10.1Sgexc 12.1

Inhoudsopgave