Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kabels Aansluiten - AUMA SGExC 05.1 Bedieningsinstructies

Verberg thumbnails Zie ook voor SGExC 05.1:
Inhoudsopgave

Advertenties

SGExC 05.1 – SGExC 12.1 Meld- en stuureenheid: elektromechanisch
ACExC 01.1 Intrusive Profibus DP
5.3.2

Kabels aansluiten

Informatie
Tabel 6:
Dwarsdoorsneden aansluitkabels en aandraaimomenten
Type
Vermogensklemmen (U, V,
W)
Aardebus (PE)
Stuurcontacten (1 tot 50)
1.
Aders afstrippen.
2.
Bij flexibele kabels: eindhulzen (massakrimp) volgens DIN 46228 gebruiken.
3.
Kabels volgens het schakelschema (conform opdracht) aansluiten.
Bij verkeerd aansluiten: gevaarlijke spanning bij NIET aangesloten aardingsbus!
Elektrische schok mogelijk.
Alle aardingskabels aansluiten.
Aardebus op de externe aardingskabel van de aansluitkabel aansluiten.
Toestel uitsluitend met aangesloten aardingskabel inbedrijfstellen!
4.
Aardkabel stevig op de aardebus vastschroeven.
Afbeelding 19:
Aardebus
[1]
Serieklemmen
[2]
Klemmenkast
[3]
Aardebus, symbool:
Corrosiegevaar door vorming condenswater!
Na de montage van het toestel direct inbedrijfstellen zodat het verwarmingsele-
ment de vorming van condenswater verminderen kan.
Sommige aandrijvingen beschikken over een motorverwarming (extra accessoire).
De motorverwarming reduceert de vorming van condenswater in de motor en verbetert
het aanlopen bij extreem koude temperatuur.
Dwarsdoorsneden aansluitka-
bels
max. 10 mm² (flexibel of massief)
max. 10 mm² (flexibel of massief)
max. 2,5 mm² (flexibel of massief)
Elektrische aansluiting
Aandraaimomenten
1,5 – 1,8 Nm
3,0 – 4,0 Nm
0,6 – 0,8 Nm
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sgexc 07.1Sgexc 10.1Sgexc 12.1

Inhoudsopgave