12.3 Inspectie-intervallen
Waarschuwing
Behalve service aan het hydraulische
gedeelte moeten alle andere service-
werkzaamheden worden uitgevoerd
door Grundfos of een erkend servicebe-
drijf dat is goedgekeurd voor het ser-
vicen van Ex-producten.
Pompen die normaal in bedrijf zijn dienen elke 3000
bedrijfsuren te worden geïnspecteerd, of ten minste
één maal per jaar. Als het gehalte aan droge vaste
stof van de verpompte vloeistof erg hoog is, of als de
vloeistof zanderig is, controleer de pomp dan met
kortere intervallen.
Controleer de volgende punten:
• Elektriciteitsverbruik
Zie het typeplaatje van de pomp.
• Oliepeil en -kwaliteit
Als de pomp nieuw is of als de asafdichtingen ver-
vangen zijn, dan moet het oliepeil na één week in
bedrijf gecontroleerd worden.
Als de olie meer dan 20 % water bevat, dan kan
de asafdichting defect zijn. De olie dient elke
3000 bedrijfsuren of ten minste één maal per jaar
te worden vervangen.
Gebruik Shell Ondina 917 olie, of een vergelijk-
baar type.
Zie paragraaf 12.8 Olie verversen en
12.9 Servicesets.
• Zie paragraaf 12.6 voor de reiniging van senso-
ren.
Gebruikte olie dient in overeenstem-
ming met de lokale voorschriften te
N.B.
worden afgevoerd.
De tabel geeft aan hoeveel olie de oliekamer van de
pompen moet bevatten:
Pomptype
DP- en EF-pompen
tot en met 1,5 kW
DP-pompen, 2,6 kW
• Kabeldoorvoer
Zorg ervoor dat de kabeldoorvoer waterdicht is,
en dat de kabels niet geknikt en/of afgekneld zijn.
Zie paragraaf 12.9 Servicesets.
• Pomponderdelen
Controleer de waaier, het pomphuis etc. op even-
tuele slijtage. Vervang defecte onderdelen.
Zie paragraaf 12.9 Servicesets.
• Kogellagers
Controleer de as op luidruchtig of zwaar lopen
(door de as met de hand te draaien). Vervang
defecte kogellagers.
In geval van defecte kogellagers of een slecht
functionerende motor dient de pomp normaal
gesproken te worden gereviseerd. Deze werk-
zaamheden dienen door Grundfos of een erkend
servicebedrijf te worden uitgevoerd.
170
Hoeveelheid olie in
oliekamer [l]
0,17
0,42
12.4 Aanpassing van de ruimte rondom
de waaier
Zie pagina 552, 553 of 554 voor positienummers.
Ga als volgt te werk:
1. Alleen voor DP-pompen: Draai de inbusbouten
(pos. 188c) los die de zuigkorf (pos. 84) op z'n
plaats houden, en verwijder deze bouten.
Verwijder de zuigkorf.
2. Draai de borgbouten (pos. 188b) los.
3. Draai de stelbouten (pos. 189) los, en druk zodanig
op de slijtageplaat dat deze de waaier raakt.
4. Draai de stelbouten zodanig vast dat de slijtage-
plaat nog steeds de waaier raakt. Draai daarna alle
stelbouten ongeveer een halve slag los.
De waaier moet nu vrij kunnen draaien
Voorzichtig
zonder de slijtageplaat te raken.
5. Draai de borgbouten vast.
6. Draai de waaier met de hand rond om te controle-
ren dat deze de slijtageplaat niet raakt.
7. Alleen voor DP-pompen: Plaats de zuigkorf
terug. Plaats de inbusbouten (pos. 188c) en draai
deze vast.
Zie ook paragraaf 12.5 Reinigen van het pomphuis.
Afb. 15 Aangezicht pomp vanaf de
aanzuigopening
12.5 Reinigen van het pomphuis
Zie pagina 552, 553 of 554 voor positienummers.
Ga als volgt te werk om het pomphuis te reinigen:
Demontage
1. Maak de spanring (pos. 92), die het pomphuis
met de motor verbindt, los en verwijder deze.
2. Til het motorgedeelte uit het pomphuis (pos. 50).
De waaier wordt tezamen met het motorgedeelte
verwijderd.
3. Reinig het pomphuis en de waaier.
Montage
1. Plaats het motorgedeelte met waaier in het pomp-
huis.
2. Bevestig de spanring, en maak deze vast.
Zie ook paragraaf 12.7 Controleren/vervangen van
de asafdichting.