16.3 Onderhoud
Inspectie en onderhoud
Inspectie, onderhoud en het vervangen van onderdelen dient gedaan te worden door een kundige
servicemonteur.
Naast het doen van onderhoud adviseren wij per ketel een logboek / -kaart bij te houden met daarop ten
minste het volgende vermeld:
- Serienummer ketel
- Wanneer is er onderhoud gepleegd
- Door wie is er onderhoud gepleegd.
- Omschrijving van de uitgevoerde weerkzaamheden.
- Opvallende zaken.
- Toekomstige aandachtspunten.
- Eventueel extra aandachtspunten.
Jaarlijks moeten de volgende werkzaamheden uitgevoerd en de volgende onderdelen geïnspecteerd
worden:
Opmerking klant
De op- en aanmerkingen van de klant dienen serieus genomen te worden. Eventuele klachten van de klant
of storingen kunnen al een indicatie geven van mogelijke problemen met het toestel en/of de installatie.
Servicegeschiedenis
Met behulp van een laptop in combinatie met de juiste software en interfacekabel kan de storings- en
bedrijfsgeschiedenis uitgelezen worden. Trek conclusies uit het servicescherm en wijzig indien nodig de
onderdelen/instellingen, die de oorzaak zijn van deze storingen.
Waterlekkage
De druk van de installatie dient altijd hoger te zijn dan 1 bar. Normaal gesproken dient de waterdruk gelijk te
zijn aan de waterleidingdruk. Als de druk te laag is moet gezocht worden naar de oorzaak. Controleer het
toestel, tank en leidingwerk op eventuele sporen van waterlekkage. Indien er lekkage wordt geconstateerd,
probeer deze te verhelpen. Vervang de automatische ontluchter en de overstort, indien deze lekken.
Rookgas- en luchtaansluitingen
Er dient gecontroleerd te worden of de rookgas- en luchtkanalen gasdicht, degelijk gemonteerd en niet
beschadigd zijn.
Gasleiding en appendages
Er dient gecontroleerd te worden of de gasleiding gasdicht, degelijk gemonteerd en niet beschadigd is.
Isolatie
De isolatie, die op de achterwand
binnenin de warmtewisselaar
gemonteerd zit, moet geïnspecteerd worden.
Als er enig teken is van beschadiging of degradatie moet deze isolatie preventief vervangen worden door
een isolatieschijf van dezelfde dikte. Let ook op tekenen van een te hoog condensniveau (t.g.v. een
verstopte sifon) waardoor de isolatie vaak nat is geweest. Ook als hier tekenen van te zien zijn moet de
achterwandisolatie vervangen worden. Gebruik ter vervanging alleen de originele isolatie, die door de
ketelfabrikant/leverancier geleverd wordt.
Hetzelfde geldt voor de isolatie en pakking, die op de branderdeur gemonteerd zijn.
Brander- en branderdeurpakking
Als deze beschadigd zijn moeten ze vervangen worden.
Sifon
Maak de sifon open en maak deze schoon. Controleer of de opening/sifonaansluiting op de wisselaar geheel
open is en maak deze zonodig schoon. Controleer hierna de werking van de sifon door schoon leidingwater
via de vuurhaard (als de branderdeur verwijderd is) door de sifon te laten lopen. Let er wel op dat de isolatie
niet nat wordt.
47
E09.012.039F Montagehandleiding CD