Om de temperatuur van de volgende sensor weer te geven, druk nogmaals op de RESET-knop.
FL
temperatuur
rE
temperatuur
dH
temperatuur
Na nogmaals indrukken van de RESET-knop keert het toestel terug naar het automatische programma.
De CD heeft een automatische ontluchter aan de bovenzijde van de ketel. Deze moet continu open zijn,
omdat er constant vers zuurstofrijk water wordt toegevoerd.
N.B.!
Controleer of het afsluitdopje tenminste één omdraaiing is losgemaakt.
Buitenbedrijfstellen van de CD.
Zet de AAN/UIT schakelaar in de positie "UIT" en sluit de gaskraan.
Indien het toestel ten tijde van vorstgevaar buiten bedrijf wordt gesteld, dient de installatie afgetapt te
worden. Open hiervoor de vul- en aftapkraan van de warmwaterinstallatie en de ketelaftapkraan aan de
rechterzijde van het toestel. LET OP: Het CD-toestel is NIET standaard voorzien van een
ketelaftapkraan, deze voorziening moet door de installateur zelf worden aangebracht.
9.4
Sensoren
De volgende temperatuursensoren zijn gemonteerd in de CD toestellen:
S1 = De aanvoersensor, links voor op de warmtewisselaar (10 kOhm@25°C)
S2 = De retoursensor, links achter op de warmtewisselaar (10 kOhm@25°C)
S3 = De externe sensor op de retour, zo dicht mogelijk bij de tank (10 kOhm@25°C)
De sensoren in de CD zijn van het NTC type (negatieve temperatuurcoëfficiënt) en hebben onderstaande
karakteristiek:
30
= Aanvoertemperatuur
= Retourtemperatuur
= Warmwatertemperatuur
Temperatuur
[°C]
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
65
70
75
80
85
90
95
E09.012.039F Montagehandleiding CD
Weerstand Sensor 1, 2, 3
[Ohm]
32550
25340
19870
15700
12490
10000
8059
6535
5330
4372
3605
2989
2490
2084
1753
1481
1256
1070
915
786