Vervolg Oplossingen tabel.
22.
Open de spoelleiding (linkerzijde van de ketel) door de dop eraf te draaien, houdt een
beker eronder om de uitlopende hoeveelheid water op te kunnen vangen. Deze leiding
doorprikken, zowel naar links- als naar rechtsboven. Neem desnoods de branderunit uit het
toestel en giet water in de warmtewisselaar om de sifon door te spoelen.
23.
Ontluchten, niet alleen de ketel maar de gehele installatie. Bij dit soort van algehele
ontluchting kan het beste de 230 V stekker van het toestel uit het stopcontact worden
genomen, omdat bij het ontluchten de pomp niet mag draaien.
24.
Inspecteer de afsluitklep van de driewegklep.
25.
Controleer de toe- en afvoerleiding op verstopping.
26.
Controleer het af- en toevoersysteem.
27.
Zie 26.
28.
Neem de koudwaterinlaat van de installatie, verwijder de instelkraan en maak deze
schoon.
30.
Maximaalthermostaat vervangen, ketel behoeft niet afgetapt te worden.
31.
Zie paragraaf 12.1.
34.
Branderautomaat uit het toestel nemen:
a) Verwijder de ontsteekkabel van de elektrode.
b) Verwijder de bekabeling van de printplaat, duw de vijf plastic bevestigingspluggen van
buiten naar binnen en neem de printplaat nu uit.
35.
Vervang elektrode.
36.
Drogen, b.v. met hete lucht uit een föhn en controleer op werking, zonodig vervangen.
37.
Zie 36.
38.
Zie 36. Verwijder de verbinding en blaas deze droog met hete lucht.
39.
Zie 36. Verwijder de verbinding en blaas deze droog met hete lucht.
40.
Controleer of de beide verschillende sterpennetjes van de ventilator goed en ver genoeg
in de steker zijn gedrukt.
41.
Stekers controleren en op de juiste wijze in elkaar schuiven.
42.
Kabels controleren op mogelijke beschadigingen of beknellingen en mogelijk vervangen.
43.
Leidingaansluiting controleren, sensor vervangen.
44.
Afdichting warmtewisselaar op rookgaskast controleren, zonodig herplaatsen en lippenring
vervangen.
45.
Controleer alle tappunten en mogelijke warmwaterleidingen op lekkage.
46.
Zet de schakelaar van de pomp op stand 3 of 4.
47.
Controleer of de sensors niet zijn verwisseld.
50.
Controleer het netsnoer, de wandcontactdoos op spanning en de hoofdzekering.
51.
Controleer de geprogrammeerde parameters.
52.
Controleer het type kamerthermostaat en de aanduiding op de sticker van de kroonstenen
op het toestel.
53.
Wijzig het stappenprogramma.
54.
Wijzig de aanvangstijden in de klokthermostaat.
55.
Aanvoer is links voor aan de onderzijde van de ketel en Retour is links achter.
56.
Controleer de driewegklep alsmede de kabelaansluiting op driewegklep en kroonsteen.
57.
Controleer boilersensor.
60.
Controleer of alle stekers op de juiste manier op de printplaat zijn gemonteerd.
61.
Een defect aan een gasklep kan meestal twee oorzaken hebben: de electrospoelen zijn
defect of er is een intern defect aan de gasklep. In beide gevallen is het aan te raden om
de gehele gasklep te vervangen.
63.
Er dient met de juiste software geprogrammeerd te worden, tevens dienen de uiterste
waarden niet te worden overschreden. Tracht nogmaals te programmeren.
64.
Met een universeel meter dient de voedingsspanning te worden gecontroleerd, indien de
spanning juist is (tussen 190 en 250 V) dient de branderautomaat te worden vervangen.
65.
Om de resetknop te kunnen herstellen, kan het display van de plastic afstandhouders
worden genomen en nogmaals op een correcte werking worden gecontroleerd. Indien
defect, display vervangen. Functioneert het display buiten het toestel, dan moet men
controleren of de knop voldoende ruimte heeft (niet blokkeert) en zonodig weer gangbaar
maken.
66.
Stel opnieuw de gasklep volgens voorschrift af.
E09.012.039F Montagehandleiding CD
45