9 Instellingen
84
EcoTherm Plus WGB EVO 15 – 28 H
9.2.6 Verwarmingskringen
Bedrijfsmodus (700, 1000, 1300)
De bedieningsmodus kan door middel van de bedieningsmodus-toets op de
kamereenheid of via deze bedrijfslijn worden ingesteld.
Beveiligingsbedrijf: De verwarming wordt uitgeschakeld in de beveili
gingsmodus. De kamer blijft echter tegen vorst beveiligd (Gewenste wrde
vorst, bijv. prog. nr. 714).
Automatisch: In de automatische modus wordt de kamertemperatuur in
overeenstemming met het tijdprogramma geselecteerd.
Gereduceerd: In de gereduceerde bedieningsmodus wordt de kamertem
peratuur constant gehouden op de ingestelde Gewenste wrde
gereduceerd(bijv. prog. nr. 712).
Comfort: In de comfortmodus wordt de kamertemperatuur constant ge
houden op de ingestelde Gewenste wrde comfort(bijv. prog. nr. 710). De
ecologische functies zijn niet geactiveerd.
Gewenste wrde comfort (710, 1010, 1310)
Instellen van de comfort instelwaarde in de verwarmingsgroepen. Zonder
kamersensor of met uitgeschakelde thermostaat (prog. nr. 750, 1050, 1350),
wordt deze waarde gebruikt voor het berekenen van de aanvoertempera
tuur om de ingestelde kamertemperatuur theoretisch te kunnen bereiken.
Gewenste wrde gereduceerd (712, 1012, 1312)
Instelling van de gewenste kamertemperatuur tijdens de gereduceerde ver
warmingsperiode. Zonder kamersensor of met uitgeschakelde thermostaat
(prog. nr. 750, 1050, 1350), wordt deze waarde gebruikt voor het berekenen
van de aanvoertemperatuur om de ingestelde kamertemperatuur theore
tisch te kunnen bereiken.
Gewenste wrde vorst (714, 1014, 1314)
Instelling van de vereiste kamertemperatuur tijdens de vorstbeveiligings
modus. Zonder ruimte-voeler of met Ruimteinvloed(prog.nr. 750, 1050,
1350 dient deze waarde voor de berekening van de aanvoertemperatuur,
om theoretisch de ingestelde ruimtetemperatuur te bereiken. Het verwar
mingscircuit blijft zolang uitgeschakeld tot de aanvoertemperatuur zo ver
daalt dat de ruimtetemperatuur onder de vorstbeveiligingstemperatuur
daalt.
Steilheid stooklijn (720, 1020, 1320)
Met gebruik van de stooklijn wordt de instelwaarde van de aanvoertempe
ratuur gevormd die worden gebruikt om het verwarmingscircuit te regelen
afhankelijk van de buitentemperatuur. De helling geeft aan hoe sterk de
aanvoertemperatuur verandert door veranderende buitentemperatuur.
7633791 - 02 - 14072016