7633791 - 02 - 14072016
(uitgangsbereik max). D.w.z. zo min mogelijk in- en uitschakelprocessen
voor de ketels.
Vroeg in, laat uit: Extra ketels worden zo vroeg mogelijk ingeschakeld (uit
gangsbereik min) en worden weer uitgeschakeld zodra dit mogelijk is (uit
gangsbereik min). D.w.z. er zijn zo veel mogelijk ketels in bedrijf of lange
bedrijfstijden voor extra ketels.
Vrijg integr opw volgorde (3530)
Een waarde die wordt aangemaakt uit temperatuur en tijd. De vertragings
ketel wordt ingeschakeld wanneer de ingestelde grenswaarde wordt over
schreden.
Uitsch integr opw volgorde (3531)
De volgende ketel wordt uitgeschakeld voor het geval dat de instelwaarde
wordt overschreden.
Herstart vergrendeling (3532)
De herstartblokkering voorkomt het inschakelen van een uitgeschakelde ke
tel, die weer wordt ingeschakeld. De vrijgave volgt pas, nadat de ingestelde
tijd is verstreken. Dit voorkomt dat de ketel te vaak wordt in- en uitgescha
keld en zorgt voor een stabiele bedrijfstoestand van eht systeem.
Bijschakelvertraging (3533)
De veelvuldig vooruit en terug schakelen (cycli) van d eketel wordt voorko
men door de inschakelvertraging en daardoor wordt een stabiele bedrijfs
toestand gegarandeerd.
Auto opw volgorde omsch (3540)
De volgorde van de hoofd cv-ketel en de ondergeschikte ketel wordt bepaald
door de omschakeling van de volgorde en op die manier wordt de toepas
sing van de ketels in een cascade mede bepaald. Nadat de ingestelde tijd
verstreken is, wordt de ketelvorlgorde veranderd. De ketel met het eerstvol
gend hogere apparaatadres fungeert als hoofd cv-ketel.
De bedrijfsuren die van de cv-ketel naar de cascade master worden door
doorgegeven zijn doorslaggevend voor de berekening van de bedrijfsuren.
Auto opw volgorde uitgrens (3541)
Geen: De ketelvolgorde verandert na het verstrijken van de tijd die is inge
steld in pro. nr. 3540.
Eerste: De eerste ketel in de adressering fungeert als de hoofdketel; voor
alle overige ketels wordt de ketelvolgorde gewijzigd na het verstrijken van
de tijd die ingesteld is in pro. nr. 3540.
Laatste: De laatste ketel in de adressering blijft altijd de laatste ketel; voor
alle overige ketels wordt de ketelvolgorde gewijzigd na het verstrijken van
d etijd die ingesteld is in pro. nr. 3540.
Aktief opwekker (3544)
De instelling van de hoofdproducent wordt alleen gebruikt in combinatie
met de vaste volgorde van de reeks producenten (prog. nr. 3540). De produ
cent die als hoofdproducent vastgelegd is, wordt altijd het eerst in bedrijf
gesteld en als laatste uitgeschakeld. De andere producenten worden in de
volgorde van het apparatuuradres in- en uitgeschakeld.
Min gew wrde retourtemp (3560)
Als de retourtemperatuur onder de retourinstelwaarde daalt die hier inge
steld is, wordt het retour-onderhoud actief. Het retour-onderhoud maakt in
vloed op de gebruikers of het gebruik van een retourregelaar mogelijk.
Min dT (3590)
Deze functie voorkomt te hoge cascade-retourtemperaturen en verbetert
het uitschakelgedrag van de cascade. Als het temperatuurverschil tussen de
aanvoer- en de retoursensor kleiner is dan de minimale temperatuursprei
ding die hier ingesteld is, wordt er zo snel mogelijk een warmteproducent
onafhankelijk van de ingestelde besturingsstrategie uitgeschakeld. Als het
temperatuurverschil weer groot genoeg is, wordt de ingestelde besturings
strategie weer omgeschakeld.
EcoTherm Plus WGB EVO 15 – 28 H
9 Instellingen
101