9 Instellingen
Afb.33
Voorbeeld van de warmtevraag 10 V
V
[°C]
F2=130
F2=100
F1=0
U1=0
0,15
126
EcoTherm Plus WGB EVO 15 – 28 H
Bedieningsniveau tapwater/HCs: Het bedieningsniveau kan worden inge
steld via het contact of via het interne tijdschakelprogramma (extern tijd
schakelprogramma).
Omgevingsthermostaat HCs: Met deze ingang kan er een vraag van de ka
merthermostaat worden gegenereerd voor het ingestelde verwarmings
circuit.
Toelichting
Voor de betreffende verwarmingscircuits moet de snelle daling
worden uitgeschakeld.
Tapw thermostaat: Aansluiting van de thermostaat voor tapwater.
Temperatuurbewaking VG: Als de uitbreidingsmodule wordt gebruik voor
het verwarmingscircuit, kan een externe temperatuurmonitor op de aan
voer worden aangebracht (bijv. voor vloerverwarming).
Start blokkering: Met deze invoer kan een branderstart worden voorko
men.
Energievraag VKx 10V: Het knooppunt van de applicatie extern laden x
ontvangt een spanningssignaal (DC 0-10 V) als warmte-opvraag. De li
neaire kromme wordt vastgelegd via twee vaste punten (spanningswaar
de 1/functiewaarde 1 en spanningswaarde 2/functiewaarde 2 (alleen van
toepassing op H1).
Belastings vraag 10V: De warmte producerende voorziening ontvangt een
spanningssignaal (DC 0...10 V) als afvoervraag. De lineaire kromme wordt
vastgelegd via twee vaste punten (spanningswaarde 1/functiewaarde 1
en spanningswaarde 2/functiewaarde 2 (alleen van toepassing op H1).
Contact type H2 moduul 1 (7312), Werkrichting H21 moduul 1
(7322), Contact type H2 moduul 2 (7387), Werkrichting H21 moduul
2 (7397)
Met deze functie kan het contact worden ingesteld als een rustcontact (con
tact gesloten, moet worden geopend voor het activeren van de functie) of
als een werkcontact (contact geopend, moet worden gesloten voor het acti
veren van de functie).
Spanningswrde 1 H2 mod 1 (7314) naar Func wrd 2 H2 moduul 1
(7317), Spanningswrde 1 H2 mod 2 (7389) naar Func wrd 2 H2
moduul 2 (7392)
F1 Functiewaarde 1
F2 Functiewaarde 2
S Spanning tot Hx
U1 Spanningwaarde 1
U2 Spanningwaarde 2
V Richtwaarde aanvoertemperatuur
De lineaire sensorkarakteristiek wordt bepaald door twee vaste punten. De
instelling wordt gerealiseerd met twee parameterparen voor Funktionswert
en Spannungswert (F1/U1 en F2/U2).
S
[V]
U2=10
RA-0000084
Functie ing. EX21 moduul 1 (7342) , Functie ing. EX21 moduul 2
(7417)
Geen: Geen functie.
Temperatuurbewaking VG: Als de uitbreidingsmodule wordt gebruikt
voor het verwarmingscircuit, kan een externe temperatuurmonitor op de
aanvoer worden aangebracht (bijv. voor vloerverwarming).
Functie uitgang UX21 mod. 1 (7348), Functie uitgang UX22 mod.
1 (7355), Functie uitgang UX21 mod. 2 (7423), Functie uitgang UX22
mod. 2 (7430)
Geen: Geen functie.
Ketelpomp Q1: De aangesloten pomp wordt gebruikt om het ketelwater
te laten recirculeren.
Tapwaterpomp Q3: Aandrijving voor tapw-opslagtank
Verwarmingscircuitpomp Q33: Inschakelen van een laadpomp voor de
warm tapwater-opslagtank met externe warmtewisselaar.
7633791 - 02 - 14072016