9 Instellingen
106
EcoTherm Plus WGB EVO 15 – 28 H
Met zonne toepassing (4783)
Instellen of de bufferopslagtank kan worden geladen met zonne-energie.
dT IN retouromleiding (4790)dT UIT retouromleiding (4791)
enVergelijktemp retouromleidin (4795)
Bij het geschikte temperatuurverschil tussen de retoursensor B73 en de se
lecteerbare vergelijkingstemperatuur wordt de retour omgeleid naar het on
derste gedeelte van de buffertank. De functie kan ofwel worden gebruikt ter
verhoging van de retourtemperatuur of ter verlaging van de retourtempera
tuur. De manier waarop dit functioneert, wordt aangegeven in prog. nr.
4796.
Met gebruik van de definitie van de temperatuurverschillen in prog. nr. 4790
en 4791 wordt het inschakel- en uitschakelpunt van de retouromleiding
vastgelegd.
In prog.nr 4795 wordt de bufferopslagtank-sensor geselecteerd die de waar
de voor de vergelijking met de retourtemperatuur levert om de retouromlei
ding in te schakelen met behulp van de ingestelde temperatuurverschillen.
Toelichting
Om de retouromleiding te activeren moet de relaisuitgang QX1,
QX2, QX3 (prog. nr. 5890-5892) voor de bufferklepafsluiter en de
sensorinlaat BX1, BX2, BX3 (prog. nr. 5930-5932) voor de lijnretour
sensor B73 eveneens worden geconfigureerd.
Werkrichting retouromleiding (4796)
De functie kan ofwel worden gebruikt ter verhoging van de retourtempera
tuur of ter verlaging van de retourtemperatuur.
Temperatuurdaling: Als de retourtemperatuur van de verbruikers hoger is
dan de temperatuur op de geselecteerde sensor (prog. nr. 4795), kan het
onderste gedeelte van de opslagtank worden voorverwarmd met de re
tourstroom. De retourtemperatuur wordt daardoor nog lager, hetgeen
leidt tot een hogere efficiency met een condensatieketel, bijvoorbeeld
Temperatuursteiging: Als de retourtemperatuur van de verbruikers lager
is dan de temperatuur op de geselecteerde sensor (prog. nr. 4795), kan de
retourstroom worden voorverwarmd door omleiding via het onderste ge
deelte van de opslagtank. Op die manier kan de voorverwarming van de
retourstroom bijvoorbeeld worden geimplementeerd.
Doorlading (4810)
De functie volledig laden maakt het voor de vrijgegeven warmteproducent
mogelijk om eerst te worden uitgeschakeld ondanks een automatische ver
grendeling van de warmteproducent als de bufferopslagtank geheel gela
den is. Gedurende de actieve functionaliteit wordt de voor het volledig la
den geparametreerde warmteproducent alleen uitgeschakeld, wanneer de
instelwaarde voor volledig laden is bereikt of de ketel moet worden uitge
schakeld op grond van de branderbesturing.
Uit: De volledig laden functie is uitgeschakeld.
Verwarmingsbedrijf: Volledig laden wordt ingeschakeld als de automati
sche warmteproducent-vergrendeling de warmtebron blokkeert tijdens
de geldige warmteopvraag, uitgaande van de buffertemperatuur. Als de
bufferopslagtank de aangevraagde temperatuur bereikt die op de sensor
geparametreerd is voor de functie volledig laden, wordt deze functie afge
sloten.
Altijd: Volledig laden wordt ingeschakeld als de automatische warmtepro
ducent-vergrendeling de warmtebron blokkeert tijdens de geldige warm
teopvraag, uitgaande van de buffertemperatuur of als de warmte-op
vraag ongeldig is. Als de bufferopslagtank de aangevraagde temperatuur
bereikt die op de sensor geparametreerd is voor de functie volledig laden,
wordt deze functie afgesloten.
Min doorlading temp (4811)
De bufferopslagtank wordt minimaal geladen op de instelwaarde.
7633791 - 02 - 14072016