Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

België
nl
Installatiehandleiding
Gasgestookte condensatieketel
WGB-K EVO 28 i

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor BRÖTJE HEIZUNG WGB-K EVO 28 i

  • Pagina 1 België Installatiehandleiding Gasgestookte condensatieketel WGB-K EVO 28 i...
  • Pagina 2 Geachte klant, Dank u voor de aanschaf van dit apparaat. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het product gebruikt en bewaar deze op een veilige plaats voor toekomstig gebruik. Om te zorgen voor een voortdurende veilige en goede werking, raden wij aan het product regelmatig te laten onderhouden.
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Inhoudsopgave Veiligheid ..................6 Algemene veiligheidsinstructies .
  • Pagina 4 Inhoudsopgave 6.2.4 Afdichten en vullen van het systeem ............37 Gasaansluiting .
  • Pagina 5 Inhoudsopgave 9.2.8 Verbruikerscircuits/zwembadcircuit ............97 9.2.9 Zwembad .
  • Pagina 6: Veiligheid

    1 Veiligheid Veiligheid Algemene veiligheidsinstructies Gevaar Indien u gas ruikt: 1. Gebruik geen vuur, rook niet, gebruik geen elektrische contacten of schakelaars (bel, verlichting, motor, lift, etc.). 2. Sluit de gasaanvoer af. 3. Open de ramen. 4. Spoor mogelijke lekkages op en dicht deze onmiddellijk af.
  • Pagina 7 1 Veiligheid Gevaar Gevaar voor vergiftiging. Gebruik geen water uit het verwarmingssysteem als drinkwater.. Het wordt gecontamineerde door aanslag. Gevaar Gevaar voor vergiftiging. Gebruik condenswater nooit als drinkwater! Condenswater is niet geschikt voor consumptie door mens of dier. Laat de huid niet in contact komen met condenswater.
  • Pagina 8 1 Veiligheid Gevaar Het verwarmingssysteem mag niet in gebruikt blijven als het beschadigd is! Gevaar Levensgevaar door aanpassingen aan de ketel! Niet geautoriseerde veranderingen en aanpassingen aan de ketel zijn niet toegestaan, omdat deze personen in gevaar kunnen brengen en schade aan de ketel kunnen veroorzaken. Door niet-conformiteit vervalt de toelating van de ketel! Gevaar...
  • Pagina 9: Beoogd Gebruik

    1 Veiligheid Beoogd gebruik De condensatieketels op gas uit de serie WGB-K EVO zijn bestemd om overeenkomstig DIN EN 12828 als warmte producerende voorziening in CV- verwarmingssystemen te worden gebruikt. Ze voldoen aan DIN EN 15502-1, DIN EN 625 en DIN EN 677.
  • Pagina 10: Aansprakelijkheid Van De Installateur

    1 Veiligheid Het gebruik is alleen toegestaan als de ommanteling correct gemonteerd is. Er moet vor een correcte elektrische aarding van de ketel worden gezorgd, hetgeen regelmatig moeten gecontroleerd ( bv. jaarlijkse inspectie). Als er onderdelen van het toestel moeten worden vervangen, mogen er alleen originele onderdelen van de fabrikant worden gebruikt.
  • Pagina 11 1 Veiligheid Bewaar de handleidingen in goede staat en in de buurt van het apparaat. 7701238 - 01 - 06092018 WGB-K EVO 28 i...
  • Pagina 12: Over Deze Handleiding

    2 Over deze handleiding Over deze handleiding Algemeen Deze handleiding is bestemd voor de installateur van een WGB-K EVO ketel. Aanvullende documentatie 2.2.1 Aanvullende documentatie Hier is een overzicht van de verdere documenten die deel uitmaken van dit verwarmingssysteem. Tab.1 Overzichtstabel Documentatie Inhoud...
  • Pagina 13 2 Over deze handleiding Gevaar Kans op gevaarlijke situaties die ernstig persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. Gevaar voor elektrische schok Gevaar voor elektrische schok. Waarschuwing Kans op gevaarlijke situaties die licht persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. Opgelet Kans op materiële schade. Belangrijk Let op, belangrijke informatie.
  • Pagina 14: Technische Specificaties

    3 Technische specificaties Technische specificaties Goedkeuringen 3.1.1 Richtlijnen en normen Naast de algemene technische regels dienen de relevante normen, regels, verordeningen en richtlijnen te worden nageleefd. DIN 4109: Geluidsisolatie in gebouwen DIN EN 12828: Verwarmingssystemen in gebouwen –, planning van warm water verwarmingssystemen Federale verordening ter controle van de uitstoot 1.
  • Pagina 15: Technische Gegevens

    3 Technische specificaties Model WGB-K EVO Stand-by stand 0,003 Gegevens overige Warmteverlies in stand-by 0,054 stby Energieverbruik van ontstekingsbrander Jaarlijks energieverbruik Geluidsvermogensniveau, binnen Emissies van stikstofoxiden mg/kWh < 56 Parameters van het tapwater Opgegeven capaciteitsprofiel Dagelijks elektriciteitsverbruik 0,260 elec Jaarlijks elektriciteitsverbruik Energie-efficiëntie van waterverwarming ƞ...
  • Pagina 16 3 Technische specificaties Model WGB-K EVO 28 Rookgasdebiet 80/60 °C 2,6 - 12,6 50/30 °C 2,5 - 12,1 Co2-aandeel aardgas 8,5 - 9,5 Co2-aandeel LPG 10,0 - 11,0 Doorvoerbehoefte mbar max. aanvoerdruk aan rookgasafvoer Deellast/vollast mbar 0,10 / 1,1 Max. rookgasdruk bij de rookgasuitgang na vermogens­ Deellast/vollast mbar 0,15/ 1,6...
  • Pagina 17: Tabellen Met Sensorwaarden

    3 Technische specificaties Voor meer informatie, zie Vermogenscompensatie voor het vergroten van de toegestane rookgasbuislengte, pagina 41 3.2.3 Tabellen met sensorwaarden Tab.4 Weerstandswaarden voor buitentemperatuursensor ATF Temperatuur [°C] Weerstand [Ω] 8.194 6.256 4.825 3.758 2.954 2.342 1.872 1.508 1.224 1.000 Tab.5 Weerstandswaarden voor aanvoersensor KVF, drinkwatersensor TWF, retoursensor KRF, buffersensor B41...
  • Pagina 18: Restopvoerhoogte Wgb-K Evo

    3 Technische specificaties 3.2.4 Restopvoerhoogte WGB-K EVO Afb.1 Restopvoerhoogte WGB-K EVO voor het pompverwarmingscircuit 100% Dmax (100%) Dmax (60%) Dmin (30%) 1000 1200 1400 1600 1800 2000 2200 2400 2600 Wms [kg/h] RA-0000442 Toets Dmax (100%) max. snelheid (100%) Dmax (60%) Ingestelde max.
  • Pagina 19: Afmetingen En Aansluitingen

    3 Technische specificaties Afmetingen en aansluitingen Afb.2 Afmetingen en aansluitingen WGB-K EVO RA-0000429 1 Aanvoer verwarming 5 Koud water 2 Retour verwarming 6 Warm water 3 Gasaansluiting 7 Circulatie 4 Verwarmingsretour, verwarmingscircuit 2 Tab.6 Afmetingen en aansluitingen Model WGB-K EVO 28 Verwarmingsdebiet G 3/4"...
  • Pagina 20: Bedradingsschema

    3 Technische specificaties Voor meer informatie, zie Afdichten en vullen van het systeem, pagina 37 Bedradingsschema Afb.3 Bedradingsschema WGB-K EVO ATF Buitentemperatuursensor QAC 34 KVF Aanvoersensor van de ketel type 36 B1 Ionisatie-elektrode M4 Branderventilator BE Besturingseenheid OT OpenTherm BusBE Busaansluiting voor besturingseenheid Netz Netsnoeraansluiting BusEM Busaansluiting voor uitbreidingsmodule P1 PWM-uitgang...
  • Pagina 21: Beschrijving Van Het Product

    4 Beschrijving van het product Beschrijving van het product Voornaamste componenten Afb.4 Ketelaanzicht WGB-K EVO (voorgesteld zonder voorpaneel en afdekking van de regeling) 1 Ontstekingselektroden 11 Driewegklep 2 Debietsensor 12 Veiligheidsklep verwarming 3 Ionisatie-elektrode 13 EWM-uitbreidingsmodule (accessoire) 4 Vlam-kijkglas 14 Besturing LMS 5 Mengbuis 15 Membraanexpansietank (MAG) 6 Luchtinlaatdemper...
  • Pagina 22: Beschrijving Van Het Bedieningspaneel

    4 Beschrijving van het product Beschrijving van het bedieningspaneel 4.2.1 Bedieningselementen Afb.5 Bedieningselementen 1 Regelaar bedieningseenheid 2 Bedrijfsmodus-toets, verwarmingsmodus 3 Bedrijfsmodus-toets, tapwatermodus 4 Scherm 5 OK toets (bevestiging) 6 Informatietoets XXXXXXXXXXXXX 7 Besturingsknop 8 ESC toets (annuleren) 9 Schoorsteenreinigingstoets 10 AAN/UIT schakelaar 11 Vrijgavetoets branderbesturing 12 Manometer 4.2.2...
  • Pagina 23: Kamerapparaat Rgp

    4 Beschrijving van het product 4.4.1 Kamerapparaat RGP Afstandsinstelling van alle instelbare besturingsfuncties van de basistoepassing is mogelijk met gebruik van het kamertoestel RGP (Accessoire) Bedieningselementen 1 USB-aansluiting voor servicetool 2 Statusbalk 3 Werkgebied 4 Regelknop 5 Scherm 6 Navigatiebalk De bedieningsknop wordt gebruikt voor de bediening van de kamereenheid.
  • Pagina 24: Voor De Installatie

    5 Voor de installatie Voor de installatie Installatievoorschriften Opgelet De installatie van het apparaat moet door een erkend installateur worden uitgevoerd volgens de geldende plaatselijke en nationale voorschriften. Installatie-eisen 5.2.1 Corrosiebeveiliging Opgelet Wanneer er warmteproducenten op vloerverwarmingen worden aangesloten die met plastic leidingen worden toegepast die niet zuurstofdicht zijn conform DIN 4726, moeten er warmtewisselaars worden gebruikt om af te scheiden.
  • Pagina 25: Eisen Aan Verwarmingswater

    5 Voor de installatie Voor vloerverwarmingssystemen en zuurstofdoorlatende leidingen, is een systeemscheiding vereist tussen de warmtegenerator en andere delen van het systeem die blootstaat aan corrosie. Verwarmingssystemen waarin een BRÖTJE hoogrendementsketel wordt geïnstalleerd moeten worden ontworpen als een gesloten verwarmingssysteem met diafragma expansievat in overeenstemming met DIN EN 12828.
  • Pagina 26 5 Voor de installatie Opgelet De garantie vervalt indien de aangegeven maatregelen niet zijn getroffen of indien de vereiste waarden niet zijn ingesteld of indien documentatie ontbreekt. Toevoegen van een product voor de behandeling van het verwarmingswater Opgelet Gebruik uitsluitende producten of methodes met de volgende eigenschappen: Kalkstabilisatoren voorkomen de afzetting van ketelsteen.
  • Pagina 27 5 Voor de installatie Automatische alkalisatie van het systeemwater (pH stijging veroorzaakt door koolstofdioxide ontgassing) begint onder verschillende condities. De pH, elektrische geleidbaarheid en °dH van het circuitwater moeten worden gecontroleerd na acht weken bedrijf en daarna eenmaal per jaar. Noteer de gemeten waarden in het serviceboek.
  • Pagina 28: Bepaling Van Het Systeemvolume

    5 Voor de installatie Onderhoud Opgelet De kwaliteit van het water in het circuit moet worden gecontroleerd en genoteerd als onderdeel van het jaarlijkse onderhoud van het systeem. Afhankelijk van het meetresultaat, moeten de noodzakelijke maatregelen worden genomen om de vereiste waarden voor het water in het circuit te herstellen.
  • Pagina 29: Gebruik Van Antivriesmiddelen Met Brötje Warmtegeneratoren

    5 Voor de installatie 5.2.7 Gebruik van antivriesmiddelen met BRÖTJE warmtegeneratoren Belangrijk Het gebruik van antivriesmiddel met BRÖTJEhoogrendementsketels op gas met aluminium warmtewisselaars. De warmteoverdrachtvloeistof WTF B (accessoire) voor zonnepanelen wordt ook gebruikt als antivriesmiddel voor verwarmingstoepassingen (bijv. vakantiewoningen). Het vriespunt ("stollingspunt") van de kant-en- klaar gemengde warmteoverdrachtvloeistof is -24 °C en de maximum vorstbescherming ("aanvriespunt") is -32 °C.
  • Pagina 30: Locatiekeuze

    5 Voor de installatie Locatiekeuze 5.3.1 Eisen aan de installatieruimte Aanwijzing De installatieruimte moet droog en vorstvrij zijn. Opgelet Bewaar geen chloor- of fluorhoudende verbindingen in de buurt van de ketel. Deze stoffen zijn buitengewoon corrosief en kunnen de verbrandingslucht verontreinigen. Chloor- of fluorhoudende verbindingen bevinden zich in spuitbussen, verf, oplosmiddelen, reinigingsmiddelen, waspoeder, wasmiddelen, lijm en strooizout.
  • Pagina 31: Tips Voor De Plaats Van De Installatie

    5 Voor de installatie 5.3.2 Tips voor de plaats van de installatie Gevaar Gevaar veroorzaakt door vallende ketel! De ketel kan vallen als ongeschikte wandpluggen zijn gebruikt en/of als de wand onvoldoende draagvermogen heeft. Gebruik geschikte wandpluggen voor het ophangen van de ketel.
  • Pagina 32: Gebruik In Badkamers En Doucheruimtes

    5 Voor de installatie 5.3.3 Gebruik in badkamers en doucheruimtes Afb.8 Vrije ruimtes in badkamers en 1 Beschermingszone 1 (boven badkuip) doucheruimtes 2 Beschermingszone 2 A Bad zonder vaste afscheiding B Douchebak zonder vaste afscheiding C Douche met vaste douchekop en zonder vaste afscheiding Belangrijk Voor douches zonder douchebak, wordt de afmeting van 120 cm horizontaal gemeten vanaf da vaste douchekop of vanaf de...
  • Pagina 33: Uitpakken

    5 Voor de installatie Aanwijzing Controleer voor het verplaatsen van het apparaat of trappen en deuren voldoende breed zijn om het apparaat door te laten. Opgelet Til tijdens het transport het apparaat alleen op aan de dragende panelen of aan de speciaal voor het transport aangebrachte delen.
  • Pagina 34: Legenda

    5 Voor de installatie Afb.10 Bedradingsschema De instelling van de parameters voor deze toepassing is dezelfde als bij de levering. Bij gebruik van een circulatiepomp geldt tevens het volgende: Prog. nr. Instellen Configuratie Relaisuitgang QX1 5890 Circ pomp Q4 5.6.1 Legenda Tab.8 Sensornamen...
  • Pagina 35 5 Voor de installatie Tab.10 Klepnamen Naam in het Naam in het regelsysteem Functie/toelichting hydraulisch systeem Driewegklep Algemene driewegklep Tab.11 Algemeen Afkorting Functie/toelichting Besturingseenheid in de ketel of aan de wand gemonteerde regelaar Bus BE Busaansluiting voor besturingseenheid Aansluiting afstandsbediening (bijv. RGP) Gateway Aansluiting voor de gasdrukbewaking Verwarmingscircuit...
  • Pagina 36: Installatie

    6 Installatie Installatie Algemeen Waarschuwing Gevaar voor letsel! Voorwerpen (bijv. gereedschappen) die door onoplettendheid op het apparaat zijn achtergebleven veroorzaken een risico op letsel en beschadigingen. Plaats geen voorwerpen op het apparaat. Ook niet voor eventjes! Wateraansluitingen 6.2.1 Verwarmingscircuit aansluiten Sluit het verwarmingscircuit aan d.m.v.
  • Pagina 37: Afdichten En Vullen Van Het Systeem

    6 Installatie De condensslang van de WGB-K EVO moet door de opening in de vloer worden gestoken. Indien er geen afvoermogelijkheid onder de condensafvoer aanwezig is, wordt het gebruik van een BRÖTJE neutralisatie- en opvoersysteem aanbevolen. Opgelet Gevaar van beschadiging van het apparaat! De condensslang moet met dezelfde hellingshoek als de trechter worden gelegd (ten minste 3 cm/m).
  • Pagina 38: Rookgasaansluiting

    6 Installatie rookgasbuizensysteem met een BRÖTJE gasgestookte condensatieketel is gedocumenteerd door het overeenkomende CE- productidentificatienummer. Het CE-nummer is gespecificeerd in de tabel met technische gegevens (zie de referentie). Er is geen aanvullende CE-goedkeuring voor het rookgasbuizensysteem vereist. Voor meer informatie, zie Technische gegevens, pagina 15 Identificeren van de systeemcertificering Na de installatie moeten stickers worden aangebracht op het BRÖTJE...
  • Pagina 39: Toegestane Lengte Van De Rookgaspijp

    6 Installatie 6.4.3 Toegestane lengte van de rookgaspijp Tab.12 Toegestane lengte van de rookgaspijp KAS 60 (DN 60/100) en 80 (DN 80/125) Aansluitmogelijkheden Nr. 10) Standaardset KAS 60/2 KAS 60/2 met luchtin­ KAS 80/2 Enkele wand binnenin laatadapter Enkele wand binnenin een schacht, Enkele wand binnenin een schacht,...
  • Pagina 40 6 Installatie Standaardset KAS 80 lucht-/rook­ KAS 80 AWA buiten­ KAS 80 AGZ gassysteem wand aansluiting aparte verbrandings­ Concentrisch naar de max. 11 kW verwar­ luchtaanvoer, ruimte afgedichte mingsvermogen (28 Enkele wand binnenin evenwichtige rook­ kW DHW) een schacht, gasaansluiting beide kanten mogelijk beide kanten mogelijk (links of rechts)
  • Pagina 41: Vermogenscompensatie Voor Het Vergroten Van De Toegestane Rookgasbuislengte

    6 Installatie 6.4.4 Vermogenscompensatie voor het vergroten van de toegestane rookgasbuislengte De maximum rookgasbuislengte is het gevolg van de eis dat de vermogensreductie door de rookgastegendruk niet groter is dan 5%. Voor systemen waarin de "Max. totale lengte van de rookgasbuizen" van de tabel "Toegestane rookgasbuislengte"...
  • Pagina 42: Bliksembeveiliging

    6 Installatie Wanneer het bestaande rookgastraject niet adequaat kan worden gereinigd, kan de warmte producerende voorziening los van de ventilatie worden gebruikt {1}in{2} combinatie met een concentrische rookgaspijp. . De concentrische rookgaspijp moet recht in de schacht verlopen. Bliksembeveiliging Gevaar voor elektrische schok Levensgevaar door blikseminslag.
  • Pagina 43: Werken Met Het Rookgassysteem Kas

    6 Installatie Afb.14 3. De rookgaspijp wordt van boven in de schacht ingebracht. Hiervoor wordt een touw aan de steun aangebracht, waarna de pijpen stuk voor stuk van de bovenkant worden ingebracht. Om te voorkomen dat de componenten wegglijden tijdens de montage, moet het touw onder spanning worden gehouden tot aan de eindmontage van de rookgaspijp.
  • Pagina 44 6 Installatie Afb.16 Rookgasbuissysteem voor open afvoerwerking RA-0001221 Belangrijk De rookgasterugslagklep is in de fabriek al ingebouwd door WGB- K EVO. Minimale afmetingen van de schacht Afb.17 Minimale afmetingen van de De in de volgende tabel gespecificeerde minimum binnenmaten van de schacht schacht voor ronde of vierkante kanalen moet worden gebruikt bij het ontwerpen van het cascaderookgasafvoersysteem.
  • Pagina 45 6 Installatie De in de tabellen opgegeven lengtes van de rookgasbuis gelden op voorwaarde dat condenserende gasketels in de cascade zijn verbonden in oplopende volgorde vanaf het ondersteunende elleboogstuk. Dit betekent dat de condenserende gasketel met het kleinste vermogen las eerste moet zijn aangesloten, gezien vanaf het ondersteunende elleboogstuk in de schacht.
  • Pagina 46: Meervoudige Rookgasconfiguratie Cascadesystemen Voor Condenserende Gasketels

    6 Installatie WGB EVO WGB EVO 20 WGB EVO BGB EVO 20 BGB EVO Max. hoogte WGB-M EVO WGB EVO 38 Max. hoogte tijdens tijdens ver­ Model van de ketel BGB EVO BBS EVO BGB EVO 38 basis laaglast toe­ hoogde laag­...
  • Pagina 47 6 Installatie Afb.18 Assemblagetypes RA-0001222 1 Assemblage in de schacht 2 Assemblage op de buitenwand Opgelet Maximaal zes gasgestookte condenserende ketels kunnen ruimtedicht worden aangesloten op een gemeenschappelijke rookgasbuis. Belangrijk De componenten voor de verticale roestvaststalen rookgasbuis van Vogel & Noot Wärmetechnik GmbH zijn niet inbegrepen in het productassortiment van BRÖTJE.
  • Pagina 48 6 Installatie Opgelet De maximale lengte van de horizontale rookgasbuis in 2,00 m. Voor langere horizontale rookgasbuizen is goedkeuring van BRÖTJE vereist. De ruimte tussen twee warmtebronnen moet ten minste 0,25 m zijn. Voor alle units is een grotere laaglast vereist in overeenstemming met de tabellen.
  • Pagina 49 6 Installatie WGB EVO WGB EVO 28 WGB EVO 20 Max. hoogte boven BGB EVO 28 BGB EVO BGB EVO 20 Max. hoogte boven de bovenkant van de Model van de ketel BBS EVO 28 WGB-M EVO 20 de bovenkant van de unit tijdens verhoog­...
  • Pagina 50: Schoorsteen Reeds In Bedrijf

    6 Installatie WGB EVO WGB EVO WGB EVO BGB EVO BGB EVO Max. hoogte (m) boven Max. hoogte (m) boven BGB EVO de bovenkant van de unit Model van de ketel de bovenkant van de unit WGB-M BBS EVO tijdens tijdens BBS EVO EVO 20...
  • Pagina 51: Elektrische Aansluitingen

    6 Installatie De uitlaatgaspijpleidingen in de buitenmuur moeten tenminste één reinigingsopening in het onderste gedeelte van het uitlaatgassysteem hebben. Voor uitlaatgassystemen in gebouwen met een hoogte van minder dan < 15.00 m in het verticale gedeelte, een pijpleidinglengte van minder dan 2,00 m in het horizontale gedeelte en een maximale leidingdiameter van 150 mm met een maximale afbuiging (met uitzondering voor de afbuiging direct bij de ketel en in de as) is één reinigings- en inspectie-opening in de installatieruimte van de WGB-K...
  • Pagina 52: Trekontlastingen

    6 Installatie 6.5.3 Trekontlastingen Afb.19 Trekontlastingen Alle kabels dienen te worden bevestigd in de trekontlastingklem van het besturingspaneel en te worden bevestigd in overeenstemming met het schakelschema. Voor meer informatie, zie Bedradingsschema, pagina 20 RA-0000064 6.5.4 Kabels vervangen Alle verbindingskabels, met uitzondering van de voedingskabel, dienen te worden vervangen met BRÖTJE speciale kabels in geval van vervanging.
  • Pagina 53: Inbedrijfstelling

    7 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Algemeen Gevaar De inbedrijfstelling mag alleen door een erkend installateur worden uitgevoerd. De installateur controleert de bevestiging van de buizen, de correcte werking van alle regel-, besturings- en veiligheidsvoorzieningen en meet de verbrandingswaarden. Als deze werkzaamheden niet correct worden uitgevoerd, bestaat er een aanzienlijk gevaar voor persoonlijk letsel, milieu- en materiële schade.
  • Pagina 54: Procedure Voor Inbedrijfstelling

    7 Inbedrijfstelling Procedure voor inbedrijfstelling 7.3.1 Controleren of de pomp normaal draait Indien nodig kan de pomp (type UPM3) worden gecontroleerd om te verzekeren dat deze normaal draait. 1. Steek een schroevendraaier in het gat aan de voorkant in de pomp. 2.
  • Pagina 55: Co 2 -Gehalte

    7 Inbedrijfstelling Gevaar De WGB-K EVO mag niet worden gestart als de gastoevoerdruk buiten het vermelde bereik ligt. Er moet contact met de gasleverancier worden opgenomen. Voor meer informatie, zie Technische gegevens, pagina 15 Gasklep, pagina 56 7.4.3 -gehalte Het CO -gehalte in het uitlaatgas moet tijdens de inbedrijfstelling en tijdens regelmatige onderhoudswerkzaamheden aan de boiler evenals na ombouwwerkzaamheden aan de boiler of aan het uitlaatgassysteem...
  • Pagina 56: Gasklep

    7 Inbedrijfstelling Instelling van parameters voor LPG of aardgas De bedieningsstappen voor het veranderen van parameters Parameters veranderen . worden toegelicht in het hoofdstuk Als de WGB-K EVO dient te worden gewijzigd in LPG of aardgas, moeten de volgende parameters worden veranderd door de verwarmingsspecialist: 1.
  • Pagina 57: Verbranding Optimaliseren

    7 Inbedrijfstelling 3. Infotoets indrukken De melding Gew wrde regelaarstop wordt in het display weergegeven. De actuele modulatiegraad wordt in het display weergegeven. 4. Druk op OK. De instelwaarde kan nu worden gewijzigd. 5. Druk op OK. De weergegeven instelwaarde wordt vervolgens overgenomen door de regelaar.
  • Pagina 58: Werking

    8 Werking Werking Parameters wijzigen Instellingen die niet rechtsreeks via het bedieningspaneel worden veranderd, moeten op instellingsniveau worden uitgevoerd. Het basis-programmeringsproces wordt hieronder weergegeven met gebruik van het voorbeeld van de instelling van Datum en tijd. 1. Druk op OK. De menu-items van het Eindgebruiker -niveau worden weergegeven.
  • Pagina 59: Procedure Voor Programmering

    8 Werking Procedure voor programmering De keuze van de instellingsniveaus en de menu-items wordt als volgt bepaald: 1. Druk op OK. De menu-items van het Eindgebruiker -niveau worden weergegeven. 2. Houd de informatieknop gedurende ca. 3 seconden ingedrukt. De instelniveaus verschijnen. 3.
  • Pagina 60: Verwarmingsmodus Instellen

    8 Werking 1. Schakel de verwarmingsnoodschakelaar in. 2. Open de gaskraan. 3. Open de ontkoppelingskleppen. 4. Draai de tapwaterkraan open. 5. Open het frontpaneeldeksel en schakel de AAN/UIT-schakelaar op het frontpaneel van de ketel op aan. De WGB-K EVO kan in bedrijf worden gesteld zonder dat er verdere Bedrijf voor informatie over het instellingen nodig zijn.
  • Pagina 61: Instellen Van Tapwaterbedrijf

    8 Werking Instellen van tapwaterbedrijf Ingeschakeld tapwaterbereiding volgens het ingesteld tijdprogramma. Uitgeschakeld tapwaterbereiding is uitgeschakeld Belangrijk XXXXXXXXXXXXXX XXXX Voor de tapwaterverwarming is een instelling tussen 50 en 60°C aanbevolen Tijden voor tapwaterverwarming worden in het tijdsprogramma 4 / Tapw ingesteld. Om wille van het gemak moet de warmwaterverwarming ca.
  • Pagina 62: Verwarmingssystemen Met Radiatoren

    8 Werking De pomp binnenin de ketel wordt geactiveerd door parameter 2320 (Pomp modulatie) met de modulatie-instelling "Vraag". Dat wil zeggen dat er, afhankelijk van de warmtevraag, wordt gewisseld tussen de instelling minimale en maximale pompsnelheid. De pomp probeert om zo weinig mogelijk energie te gebruiken voor de vraag van het verwarmingscircuit.
  • Pagina 63: Noodgeval-Modus (Manuele Besturing)

    8 Werking 8.11 Noodgeval-modus (manuele besturing) Inschakeling van de manuele besturing Als de manuele besturing ingeschakeld is, wordt de ketel geregeld op de instelwaarde manuele besturing. Alle pompen worden in werking gesteld. Aanvullende opvragen bv. voor het verwarmen van tapwater worden genegeerd. 1.
  • Pagina 64: Instellingen

    9 Instellingen Instellingen Parameterlijst Afhankelijk van de systeemconfiguratie worden niet alle geregistreerde parameters in het display weergegeven. Om de instellingsniveaus Eindgebruiker (Eu), Inbedrijfstelling (C) en Technicus (E) te bereiken: Druk op de toets OK. Infotoets ca. 3 seconden lang indrukken. Selecteer het circuit met de regelknop.
  • Pagina 65 9 Instellingen Bedieneenheid Prog. nr. Ni­ Standaardwaarde veau 0,0 °C Correctie ruimte opnemer Software versie (1) De parameter is alleen zichtbaar in de ruimte unit! (2) Deze parameter is alleen zichtbaar als er in de programmeringseenheid een geschikte instelling beschikbaar is! (3) De parameter is alleen zichtbaar in de ruimte unit, daar de besturingseenheid in de ketel permanent op de besturingseenheid gepro­...
  • Pagina 66 9 Instellingen Tijdprogramma verwarmingscircuit 4/warm tapwater Prog. nr. Ni­ Standaardwaarde veau 2e fase in --:-- (h/min) 2e fase uit --:-- (h/min) 3e fase in --:-- (h/min) 3e fase uit --:-- (h/min) Kopieren? Standaard waarden Nee | Ja Tijdprogramma verwarmingscircuit 5 Prog.
  • Pagina 67 9 Instellingen Verwarmingscircuit Ni­ Standaardwaarde Prog. nr. Prog. nr. veau Prog. nr. Snelle terugzet 1080 1380 Tot gereduceerd gew 0: Uit | 1: Tot gereduceerd gew wrd | 2: Tot gew wrd Vorst beschrm Inschakeloptimalisering max 1090 1390 0 min Uitschakeloptimalisering max 1091 1391...
  • Pagina 68 9 Instellingen Tapwater Prog. nr. Ni­ Standaardwaarde veau Verblijfsduur legionella func 1646 - - - min Circ pomp Legio functie 1647 Uit | Aan Circ pomp vrijgave 1660 Tapwater vrijgave 1: Klokprogramma 3 / VG P | 2: Tapwater vrijgave | 3: Klokprogramma 4 / Tapw | 4: Klokprogramma 5 Circ pomp cyclus 1661...
  • Pagina 69 9 Instellingen Ketel Prog. nr. Ni­ Standaardwaarde veau Ketelpomp bij gen. blok. 2301 Uit | Aan Werking warmte opwek. blok. 2305 Aleen 1: Aleen verwarmingsbedrijf | 2: Verw. en Tapw bedrijf verwarmingsbedrijf Temperatuurslag Max 2316 - - - Temperatuurslag Nom. 2317 15 °C Pomp modulatie...
  • Pagina 70 9 Instellingen Sitherm Pro Prog. nr. Ni­ Standaardwaarde veau Trigger drifttest 2740 0: Nee | 1: Alle punten | 2: Alle ongeldige punten | 3: Punt 1 | 4: Punt 2 | 5: Punt 3 | 6: Punt 4 | 7: Punt 5 | 8: Punt 6 | 9: Punt 7 ADA punt nr.
  • Pagina 71 9 Instellingen Tapwater opslagtank Prog. nr. Ni­ Standaardwaarde veau Overtemperatuur afname 5085 Uit | Aan Met voorregelaar/circ pomp 5092 Nee | Ja Min pomptoerental 5101 Max pomptoerental 5102 (1) parameters afhankelijk van hydraulisch systeem. Configuratie Prog. nr. Ni­ Standaardwaarde veau Verwarmings groep 1 5710 Uit | Aan...
  • Pagina 72 9 Instellingen Configuratie Prog. nr. Ni­ Standaardwaarde veau Functie ingang H1 5950 Geen 0: Geen | 1: Bedr keuze oms VG'en+Tapw | 2: Bedr keuze omschak. Tapw | 3: Bedr keuze omschak. VG'en | 4: Bedr keuze omschak. VG 1 | 5: Bedr keuze omschak.
  • Pagina 73 9 Instellingen Configuratie Prog. nr. Ni­ Standaardwaarde veau Parameter set nummer OEM 6236 Info 3 OEM 6258 Info 4 OEM 6259 Functie OT kanaal 1 6351 Ext ruimte regelaar 1 1: Ext ruimte regelaar 1 | 2: Ext ruimte regelaar 2 | 3: Ext ruimte regelaar 3 Functie OT kanaal 2 6352 Ext ruimte regelaar 2...
  • Pagina 74 9 Instellingen Storing Prog. nr. Ni­ Standaardwaarde veau Melding 6700 SW Diagnose code 6705 Branderautom. stoorstand 6706 Reset alarmrelais 6710 Nee | Ja Aanv temp 1 alarm 6740 - - - min Aanv temp 2 alarm 6741 - - - min Aanv temp 3 alarm 6742 - - - min...
  • Pagina 75 9 Instellingen Onderhoud/speciale werking Prog. nr. Ni­ Standaardwaarde veau Inbedrijfstelling Wizard 7167 Uit | Aan Telefoon servicedienst 7170 - - - Pstick opslag pos 7250 PStick Reg data instel Pstick commando 7252 Geen bedrijf 0: Geen bedrijf | 1: Lezen van stick | 2: Schrijven op stick Pstick voortgang 7253 PStick status...
  • Pagina 76 9 Instellingen Configuratie van de uitbreidingsmodules Prog. nr. Ni­ Standaardwaarde veau Ingangs wrde 2 H2/H21 mod. 1 7326 Func. wrde 2 H2/H21 moduul 1 7327 1000 Functie ing. EX21 moduul 1 7342 Geen Geen | Temperatuurbewaking VG Functie uitgang UX21 mod. 1 7348 Geen 0: Geen | 1: Ketelpomp Q1 | 2: Tapwaterpomp Q3 | 3: Tapw T'medium pomp...
  • Pagina 77 9 Instellingen Configuratie van de uitbreidingsmodules Prog. nr. Ni­ Standaardwaarde veau Functie uitgang UX21 mod. 2 7423 Geen Parameters zie Functie uitgang UX21 mod. 1 (prog. nr. 7348)! Sign logic uitg UX21 mod 2 7424 Standaard 0: Standaard | 1: Omgekeerd Sign uitgang UX21 moduul 2 7425 0: 10 V | 1: PWM...
  • Pagina 78 9 Instellingen Configuratie van de uitbreidingsmodules Prog. nr. Ni­ Standaardwaarde veau Functie uitgang UX21 mod. 3 7498 Geen Parameters zie Functie uitgang UX21 mod. 1 (prog. nr. 7348)! Sign logic uitg UX21 mod 3 7499 Standaard 0: Standaard | 1: Omgekeerd Sign uitgang UX21 moduul 3 7500 0: 10 V | 1: PWM...
  • Pagina 79 9 Instellingen Ingangs-/uitgangstest Prog. nr. Ni­ Standaardwaarde veau Opnemertemp BX21 module 1 7830 Opnemertemp BX22 module 1 7831 Opnemertemp BX21 module 2 7832 Opnemertemp BX22 module 2 7833 Opnemertemp BX21 module 3 7834 Opnemertemp BX22 module 3 7835 Spanningssignaal H1 7840 Contacttoestand H1 7841...
  • Pagina 80 9 Instellingen Diagnose cascade Prog. nr. Ni­ Standaardwaarde veau Prio/status opwekker 16 8130 Parameters zie Prio/status opwekker 1 (prog. nr. 8100)! Casc. aanvoertemp. 8138 Cascade gew aanv. temp 8139 Cascade retourtemp. 8140 Gew wrde kascade retour 8141 Act opw volgorde omschak 8150 Diagnose warmte opwekking Prog.
  • Pagina 81 9 Instellingen Diagnose verbruikers Prog. nr. Ni­ Standaardwaarde veau Ruimtetemperatuur 1 8740 Gew waarde ruimte 1 Aanvoertemp. 1 8743 Gew wrde aanvoertemp 1 Ruimtethermostaat 1 8749 0: Geen behoefte | 1: Behoefte Verwarmingspomp 2 8760 Uit | Aan Verwarmingsklep 2 open 8761 Uit | Aan Verwarmingsklep 2 dicht...
  • Pagina 82 9 Instellingen Diagnose verbruikers Prog. nr. Ni­ Standaardwaarde veau Relaisuitgang QX1 9031 Uit | Aan Relaisuitgang QX2 9032 Uit | Aan Relaisuitgang QX3 9033 Uit | Aan Relaisuitgang QX21 moduul 1 9050 Uit | Aan Relaisuitgang QX22 moduul 1 9051 Uit | Aan Relaisuitgang QX23 moduul 1 9052...
  • Pagina 83: Beschrijving Van De Parameters

    9 Instellingen Info-optie Prog. nr. Ni­ Standaardwaarde veau Telefoon servicedienst Waterdruk (1) De weergave van de informatiewaarden is afhankelijk van de bedrijfstoestand. Beschrijving van de parameters 9.2.1 Tijd en datum Tijd en datum (1-3) De regelaar bevat een jaarklok met instelmogelijkheden voor tijd, dag/ maand en jaar.
  • Pagina 84 9 Instellingen Basisinstelling zekeren (30) De parameters van de regelaar worden in d ekamereenheid geschreven/ opgeslagen (alleen beschikbaar voor kamereenheid). Opgelet De parameters van de kamereenheid worden overschreven! Hiermee kan de individuele programmering van de regelaar in de kamereenheid worden gegarandeerd. Basisinstelling activeren (31) De gegevens van de bedieningseenheid of kamerregelaar worden in het besturing geschreven.
  • Pagina 85: Draadloos

    9 Instellingen Alleen verwarmings groep 1: De aanwezigheidstoets heeft alleen invloed op het verwarmingskring 1. Voor alle toegewezen VG'en: De aanwezigheidstoets heeft invloed op de verwarmingskringen onder prog. nr. 42. Correctie ruimte opnemer (54) De temperatuurweergve van de door de kamersensor doorgegeven waarde kan hier worden gecorrigeerd.
  • Pagina 86: Vakantieprgramma's

    9 Instellingen Belangrijk De tijdsprogramma's zijn alleen actief in Automatisch bedrijf. Kopieren? (515–615) Het tijdprogramma voor één dag kan worden gekopieerd en toegewezen aan een of aan meerdere andere dagen. Belangrijk Dagblokken kunnen niet worden gekopieerd. Standaard waarden (516–616) Instellen van de standaardwaarden die vermeld zijn in instellingstabel. 9.2.5 Vakantieprgramma's Voorselectie (641 - 661)
  • Pagina 87 9 Instellingen Gew. wrde comfort (710, 1010, 1310) Instellen van de comfort instelwaarde in de verwarmingsgroepen. Zonder kamersensor of met uitgeschakelde thermostaat (prog. nr. 750, 1050, 1350), wordt deze waarde gebruikt voor het berekenen van de aanvoertemperatuur om de ingestelde kamertemperatuur theoretisch te kunnen bereiken.
  • Pagina 88 9 Instellingen Bepalen van de helling van de stooklijn Voer de laagste berekende buitentemperatuur in volgens de klimaatzone (bijv. 12 °C in Frankfurt) in het diagram (zie afb.) (bijv. verticale lijn op -12 °C). Voer de maximale aanvoertemperatuur van het verwarmingscircuit in; deze wordt verkregen door te rekenen met een buitentemperatuur van -12 °C bij een ruimtetemperatuur van 20 °C (bijv.
  • Pagina 89 9 Instellingen Als er een pompverwarmingskring met andere vereisten parallel wordt toegepast, kan dit leiden tot hogere temperaturen in de pompverwarmingskring. Gew wrde aanv ruimtetherm (742, 1042, 1342) Voor de kamerthermostaat-modus is de debietinstelwaarde hier van toepassing. Met de instelling --°C, wordt de via de verwarmingskarakteristiek berekende waarde gebruikt als debietinstelwaarde.
  • Pagina 90 9 Instellingen Ruimtetemp begrenzing (760, 1060, 1360) Afb.25 Ruimtetemp begrenzing TRx Actuele waarde kamertemperatuur TRw Richtwaarde kamertemperatuur SDR Kamer-schakelverschil P Pomp t Tijd 1 Aan 0 Uit De verwarmingskringpomp wordt in- of uitgeschakeld afhankelijk van de kamertemperatuur in overeenstemming met het hier ingestelde schakelverschil.
  • Pagina 91 9 Instellingen 0°C 15,8 -5°C 12,5 -10°C 10,3 -15°C -20°C De duur van de snelle verlaging voor verlaging met 4°C in uren: Gebouwtijdconstante (configuratie, prog. nr.) 6110) Buitentemperatuursensor ge­ mengd: 0 uur 2 uur 5 uur 10 uur 15 uur 20 uur 50 uur 15°C...
  • Pagina 92 9 Instellingen Afb.28 Gereduceerde instelwaarde stijging TA1 Gereduceerde instelwaarde stijging start TA2 Gereduceerde instelwaarde stijging einde TK Instelwaarde comfort TR Verlaagde richtwaarde kamertemperatuur TAg Buitentemperatuursensor gemengd: Als er slechts een klein verwarmingsvermogen nodig is om de behoefte te dekken, kan de verlaagde kamerinstelwaarde worden verhoogd in geval van lage buitentemperaturen.
  • Pagina 93 9 Instellingen Opgelet Houd u zich aan de eisen en normen die zijn vastgesteld door de fabrikant van de dekvloer. Een correcte werking is alleen mogelijk met een correct geïnstalleerd verwarmingssysteem (water-, elektrisch systeem en instellingen). Afwijkingen kunnen tot schade aan de dekvloer leiden. De dekvloer-functie kan eerder worden stopgezet door de instelling 0=OFF.
  • Pagina 94: Tapwater

    9 Instellingen Temperatuurslag Nom.: De spreiding tussen de ketelaanvoertemperatuur en de ketelretourtemperatuur wordt de temperatuurstijging genoemd. Belangrijk Omdat de regeling door middel van de ketelsensor wordt uitgevoerd, is deze instelling alleen geschikt als slechts één verwarmingscircuitpomp beschikbaar is. Min pomptoerental (882, 1182, 1482) De minimale snelheid voor de pomp van het verwarmingscircuit kan met deze functie worden gespecificeerd.
  • Pagina 95 9 Instellingen Vrijgave (1620) 24h/dag : De tapwatertemperatuur wordt continu gecontroleerd op de waarde van de nominale drinkwatertemperatuur, onafhankelijk van de tijdprogramma's. Afb.30 Vrijgave afhankelijk van de Klokprogr's VG'en : De tapwatertemperatuur wordt omgeschakeld tijdprogramma's van de tussen de nominale tapwatertemperatuur en de verlaagde nominale verwarmingscircuits (voorbeeld) tapwatertemperatuurwaarde, afhankelijk van de tijdprogramma's.
  • Pagina 96 9 Instellingen Tijdstip legionella functie (1644) Instellen van de begintijd voor de legionella-preventiefunctie. Met de instelling --- wordt de legionellafunctie voor het eerst uitgevoerd, wanneer de Tapw-verwarming ingeschakeld wordt. Gew wrde legionella functie (1645) Selecteren van de insteltemperatuur vereist voor het doden van de bacteries.
  • Pagina 97: Verbruikerscircuits/Zwembadcircuit

    9 Instellingen Circulatie-instelwaarde: 45 °C → De circulatiepomp wordt ingeschakeld als de sensorwaarde tot onder een temperatuur van 42 °C (50 °C - 8 °C) is gedaald en de pomp ten minste 10 minuten heeft gedraaid. Bedrijfskeuzeomschakeling (1680) Bij een externe omschakeling door de ingang H1 is zichtbaar in welke bedrijfstoestand word omgeschakeld.
  • Pagina 98: Zwembad

    9 Instellingen 9.2.9 Zwembad Zwembad Met de regelaar kan een zwembad worden verwarmd met zonne-energie of via warmteproducenten, elk met een afzonderlijk instelbare instelwaarde. Bij zonneverwarming kan de prioriteit van de zwembadverwarming ten opzichte van het laden van de opslagtank worden ingesteld.
  • Pagina 99: Ketel

    9 Instellingen Mengklep verhoging (2130) Voor de vermenging moet de actuele waarde van de ketelaanvoertemperatuur hoger zijn dan de opgevraagde instelwaarde van de aanvoertemperatuur van de menger, aangezien deze niet anders kan worden aangesloten. De regelaar vormt de instelwaarde van de keteltemperatuur vanuit de hier ingestelde impuls en de instelwaarde van de aanvoertemperatuur.
  • Pagina 100 9 Instellingen Uit De functie is uitgeschakeld. Aan De functie is ingeschakeld. Ketelpomp bij gen. blok. (2301) Stoppen van de ketelpomp in geval van ingeschakelde manuele warmteproducent-vergrendeling (bv. via H1). Uit: Uitschakelen niet geactiveerd. Aan: Uitschakelen geactiveerd. Werking warmte opwek. blok. (2305) De parameter wordt gebruikt om in te stellen of de vergrendeling van de warmteproducent alleen in werking dient te zijn voor verwarmingsopvragen of ook voor Tapw-opvragen.
  • Pagina 101 9 Instellingen Min pomptoerental (2322) Het werkbereik kan worden vastgelegd in procent van de capaciteit van de modulerende pomp. De besturing zet de priocentuele gegevens intern om in snelheden. De waarde 0% komt overeen met de minimale pompsnelheid. Max pomptoerental (2323) De pompsnelheid en zodoende het stroomverbruik kan via de maximumwaarde worden beperkt.
  • Pagina 102: Sitherm Pro

    9 Instellingen (2461) en Schakeldiff Uit min VG'en (2462)Schakeldiff Uit max Tapw Afb.32 Schakelverschil Sd Schakelverschil uit Sd1 Schakeldiff Uit max VG'en, Schakeldiff Uit max Tapw Sd2 Schakeldiff Uit min VG'en, Schakeldiff Uit min VG'en Sd3 Schakeldiff In VG'en, Schakeldiff In Tapw t Tijd Ti Werkelijke temperatuur Om onnodig uitschakelen tijdens voorbijgaande effecten te voorkomen,...
  • Pagina 103 9 Instellingen Bedrijfs fase (2706) Weergave van regelwaarde voor het optimaliseren van de verbranding voor diagnosedoeleinden. Standby: Het optimaliseren van de verbranding is in standby en wacht op toestemming van de brander om te starten Initalisatie: Branderbesturing signaleert starten. Optimalisatie van de verbranding wordt geinitialiseerd voor het starten.
  • Pagina 104: Cascade

    9 Instellingen Belangrijk Als de tegenwindfunctie actief is (aangegeven in de Sitherm Pro- status; prog. nr. 8023), kan er geen verlooptest worden uitgevoerd. In dat geval wordt de ingestelde waarde onmiddellijk weer op Nee ingesteld. Als er meteen een verlooptest moet worden uitgevoerd, moet de ketel enkele seconden van de energietoevoer worden losgekoppeld.
  • Pagina 105 9 Instellingen Laat in, laat uit: Extra ketels worden zo laat mogelijk ingeschakeld (uitgangsbereik max) en worden weer uitgeschakeld zodra dit mogelijk is (uitgangsbereik max). D.w.z. zo min mogelijk in- en uitschakelprocessen voor de ketels. Vroeg in, laat uit: Extra ketels worden zo vroeg mogelijk ingeschakeld (uitgangsbereik min) en worden weer uitgeschakeld zodra dit mogelijk is (uitgangsbereik min).
  • Pagina 106: Tapwateropslagtank

    9 Instellingen Aktief opwekker (3544) De instelling van de hoofdproducent wordt alleen gebruikt in combinatie met de vaste volgorde van de reeks producenten (prog. nr. 3540). De producent die als hoofdproducent vastgelegd is, wordt altijd het eerst in bedrijf gesteld en als laatste uitgeschakeld. De andere producenten worden in de volgorde van het apparatuuradres in- en uitgeschakeld.
  • Pagina 107 9 Instellingen ingestelde tijd is verstreken, wordt het laden van tapwater beëindigd en vergrendeld gedurende dezelfde tijdsduur, alvorens het laden wordt hervat. Ontlaadbescherming (5040) Deze functie zorgt ervoor dat de DHW circulatiepomp (Q3) alleen inschakelt, wanneer de temperatuur in de warmtebron hoog genoeg is. Toepassing met een voeler De laadpomp wordt alleen ingeschakeld wanneer de temperatuur van de warmtebron boven de DHW-temperatuur ligt plus de helft van de...
  • Pagina 108: Opstelling

    9 Instellingen Als het afvoeren van overtollige warmte is geactiveerd, kan het energieoverschot worden afgevoerd via de warmteafvoer van de tapwateropslagtank. Met voorregelaar/circ pomp (5092) Nee: De Tapw-opslagtank wordt gevuld zonder primaire besturingsautomaat/systeempomp Ja: De Tapw-cilinder wordt gevuld vanuit de primaire besturingsautomaat op/door de voedingspomp.
  • Pagina 109 9 Instellingen Alle vragen: De verdeelklep is hydraulisch aangesloten voor allen opvragenn en schakelaars tussen DHW modus en de resterende opvragen. De ketelpomp loopt bij alle opvragen. Alleen vraag VG1/Tapw: De verdeelklep is hydraulisch alleen aangesloten voor verwarmingskring 1 en DHW en de schakelaars tussen DHW modus en verwarmingskring 1 modus.
  • Pagina 110 9 Instellingen Uitschakeling ventilator k38 : Deze uitgang dient om de ventilator uit te schakelen. De uitgang wordt geactiveerd als de ventilator nodig is; anders wordt deze niet ingeschakeld. De ventilator moet zo vaak mogelijk worden uitgeschakeld om het totale energieverbruik van het systeem te verlagen.
  • Pagina 111 9 Instellingen van een signaal af te nemen. Voor iedere gebruiker kan de parameter afvoer bij een te hoge temperatuur worden ingesteld om te bepalen of het geforceerde signaal in aanmerking werd genomen en daarom bij de warmteafvoer moet worden betrokken of niet. Bedrijfsniveau Tapw : Het bedieningsniveau kan worden ingesteld via het contact of via het interne tijdprogramma (extern tijdprogramma).
  • Pagina 112 9 Instellingen De regelaar ontvangt een spanningssignaal (0 10 V DC) als een signaal voor de wens van de gebruiker. De bijbehorende doelwaarde wordt berekend via de lineaire kromme, die wordt vastgelegd via twee vaste punten (ingangswaarde 1 = 0 V / functiewaarde 1 = 0 en ingangswaarde 2 = 10 V / functiewaarde 2 = 1000).
  • Pagina 113 9 Instellingen ingeschakeld, wanneer de buitentemperatuur tussen -5°C en +1.5°C ligt. Wanneer de bovenste grenswaarde van 1,5°C bereikt is, schakelt de pomp uit. Min waterdruk (6181) Er wordt een servicemelding weergegeven van deze ingestelde waterdruk. Het ketelvermogen wordt verlaagd met 20% om de ketel te beschermen. De melding wordt alleen terugezet wanneer de ingestelde druk met 0,2 wordt overschreden.
  • Pagina 114 9 Instellingen Aanwijzing Momenteel wordt alleen kanaal 1 ondersteund. Extrene bediening Tapwater (6359) Toewijzing van het interne OpenTherm-kanaal aan het drinkwatercircuit. Aanwijzing Momenteel wordt alleen kanaal 1 ondersteund. Ruimte regelaar HC1 (6355), Ruimte regelaar HC2 (6356), Ruimte regelaar HC3 (6357) Verwarming externe ruimte via OpenTherm.
  • Pagina 115: Lpb Systeem

    9 Instellingen 9.2.16 LPB systeem Apparaatadres (6600) enSegmentadres (6601) Het tweedelige LPB-adres van de regelaar bestaat uit een 2-cijferig segment en het 2-cijferige apparaatnummer. Functie busvoeding (6604) Uit: De regelaar levert niet de voeding van de bus. Automatisch: De voeding van de bus wordt in- en uitgeschakeld door de regelaar in overeenstemming met de stroombehoefte van het bussysteem.
  • Pagina 116 9 Instellingen Tapwatertoewijzing (6625) De sanitair-warmwater toewijzing bepaalt vanaf welke verwarmingscircuits/koelingscircuit de bedrijfsmodus voor de regelaar van het sanitair-warmwater tappen (bij het inschakelen van het tappen, aansturen van de circulatiepomp, vakantiefunctie) in overweging moet worden genomen. Lokale verwarmingsgroep: Het sanitair-warmwater tappen kijkt alleen naar de aparte verwarmingscircuits/koelingscircuit in de regelaar.
  • Pagina 117: Modbus

    9 Instellingen 9.2.17 Modbus Algemeen De Modbus-interface kan worden gebruikt voor het aansluiten van het regelsysteem of bedieningseenheid voor het uitwisselen van proces- en bedrijfswaarden. Accessoire-instructies voor de Meer informatie kunt u vinden in de Modbus-interface. 9.2.18 Storing Melding (6700) Een momenteel bestaande storing in het systeem wordt hier weergegeven in de vorm van een storingscode.
  • Pagina 118 9 Instellingen Onderhoud Interval (7044) Instelling van de onderhoudsintervallen in maanden. Tijd sinds onderhoud (7045) Verstreken tijd sinds de laatste revisie. Belangrijk De tijd wordt alleen geteld wanneer de onderhoudsmelding geactiveerd is. Vent. toerental Ion. stroom (7050) Snelheidsbegrenzing van waaraf het ionisatiestroom service alarm dient te worden ingesteld (prog.
  • Pagina 119 9 Instellingen datum van de back-up: jaar, maand, dag, uur, minuut). Zodra het nummer van datarecord is geselecteerd, wordt de tekst met de omschrijving van de datarecord weergegeven. Pstick commando (7252) Geen bedrijf: Dit is de standaardinstelling Als er geen bedrijfsgebruik actief is op de stick, wordt dit commando weergegeven.
  • Pagina 120: Configuratie Van De Uitbreidingsmodules

    9 Instellingen 9.2.20 Configuratie van de uitbreidingsmodules Functie uitbreidingsmoduul 1 (7300) Functie uitbreidingsmoduul 2 (7375) en Functie uitbreidingsmoduul 3 (7450) Wanneer een functie is geselecteerd, worden de in- uitgangen van de uitbreidingsmodule door functies overeenkomstig de onderstaande tabel bezet: Aansluitklemmen QX21 QX22 QX23 BX21 BX22 H2/H21...
  • Pagina 121 9 Instellingen EL verw el Tapw K6: Als het verwarmingselement aangesloten is, kan de tapwaterketel worden geladen in overeenstemming met de bedieningszijde tapwateropslag bedrijfslijn verwarmingselement. Belangrijk De bedrijfsmodus wordt ingesteld onder prog. nr. 5060. Collectorpomp Q5: Aansluiting van een circulatiepomp in geval van het gebruik van zonnecollectoren.
  • Pagina 122 9 Instellingen Tapwater aandrijving Q3: steeds naargelang hydrauliek een aangesloten tapwater-laadpomp of omkeerventiel. Melduitgang K35 : De statusuitgang is geactiveerd wanneer er een commando van de regelaar naar de branderbesturing bestaat. Als er sprake is van een storing die verhindert dat de branderbesturing kan functioneren, wordt de statusuitgang uitgeschakeld.
  • Pagina 123 9 Instellingen Vrijgave zwembad opwekking: het sluiten van de ingang Hx (bijv. handmatige schakelaar) zorgt voor vrijgave van de zwembadverwarming. Het verwarmen gebeurt door "warmteproducenten". Overtemp afvoer: een actieve oververhittingsafvoer activeert bijvoorbeeld een externe bron om gebruikers te dwingen (verwarmingscircuit, SWW-opslagtank, verwarmingscircuitpomp), om de overtollige warmte met een signaal af te nemen.
  • Pagina 124: Ingangs-/Uitgangstest

    9 Instellingen Functie ing. EX21 moduul 1 (7342) , Functie ing. EX21 moduul 2 (7417) en Functie ing. EX21 moduul 3 (7492) Geen: Geen functie. Temperatuurbewaking VG: Als de uitbreidingsmodule wordt gebruik voor het verwarmingscircuit, kan een externe temperatuurmonitor worden gemonteerd op de ingang EX21 (bijv. voor vloerverwarming). Als de temperatuurmonitor is geactiveerd: - De mengklep is gesloten en de pomp is uitgeschakeld - Een storingsmelding wordt aangegeven (temperatuurmonitor HKx) - De status "Monitor geactiveerd"...
  • Pagina 125 9 Instellingen Eindgebruiker (E) Inbedrijfstelling, monteur (menu Sta­ tus) Beveiliging aangesproken Beveiliging aangesproken Handmatige regeling actief Handbedrijf actief Vloerdroging functie actief Vloerdroging functie actief Beperkte cv bedrijf Oververhittings beveilig act. Beperkte ketelbescherming Beperkte tapw. Prioriteit Beperkt, buffer Gedwongen afname Gedw. afname tapw Gedw.
  • Pagina 126 9 Instellingen Eindgebruiker (E) Inbedrijfstelling, monteur (menu Sta­ tus) Push, gew. wrde Laden actief Laden, legionella gew. wrde Laden, gew wrde Laden, gered. gew. wrde Vorstbeveliging actief Vorstbeveliging actief Vorstbev. warmtewisselaar Naloop actief Naloop actief Standby lading Standby lading Geladen Geladen,max opslagtank temp Geladen, max laadtemp.
  • Pagina 127 9 Instellingen Eindgebruiker (E) Inbedrijfstelling, monteur (menu Status) Vorstbeveliging actief Vorstbeveliging actief Tab.31 Statustabel zonne-energie De volgende meldingen zijn mogelijk onder zonne-energie: Eindgebruiker (E) Inbedrijfstelling, monteur (menu Status) Handbedrijf actief Handbedrijf actief Fout Fout Vorst bev. Collector actief Vorst bev. Collector actief Herkoeling actief Herkoeling actief Max.
  • Pagina 128: Diagnose Cascade/Warmteopwekking/Gebruikers

    9 Instellingen Eindgebruiker (E) Inbedrijfstelling, monteur (menu Status) Verw, gew wrde opwekker Verwarmingsbedrijf Verw bedrijf zon UIT Verw bedrijf opwekker UIT Koude Koude Tab.34 Statustabel Sitherm Pro De volgende meldingen zijn mogelijk onder Sitherm Pro: Inbedrijfstelling, monteur (menu Status) Tegenwind actief Start handm.
  • Pagina 129: Optie Info

    9 Instellingen Opgelet Deze parameter moet worden gewijzigd door een erkend installateur! Gew belasting voorspoelen (9504) Nominale output ventilatorsnelheid tijdens preventie. Gew belasting ontsteking (9512) Nominale output ventilatorsnelheid tijdens ontsteking. Gew belasting deellast (9524) Nominale output ventilatorsnelheid onder ketel in deellast. Belangrijk U kunt deze waarde veranderen, let erop dat prog.
  • Pagina 130: 10 Onderhoud

    10 Onderhoud 10 Onderhoud 10.1 Algemeen 10.1.1 Algemene instructies Volgens de EU richtlijn 2002/91/EC (Energiecapaciteit van gebouwen), artikel 8, ketels met een nominale capaciteit van 20 tot 100 kW dienen regelmatig te worden gecontroleerd. In verwarmings- en airconditioningsystemen is een regelmatige controle en onderhoud nodig door gekwalificeerd personeel om de correcte werking volgens de productspecificaties te garanderen en daarvoor de hoge efficiency en geringe milieuverontreiniging op lange termijn.
  • Pagina 131: Levensduur Van Veiligheidsrelevante Onderdelen

    10 Onderhoud Eindcontrole en documentatie van servicewerkzaamheden uitgevoerd. 10.1.3 Levensduur van veiligheidsrelevante onderdelen Veiligheidsrelevante onderdelen (bijv. gaskleppen) hebben een beperkte levensduur die hoofdzakelijk afhankelijk is van het aantal bedrijfsjaren en - cycli. De resterende levensduur van veiligheidsrelevante onderdelen kan worden bepaald tijdens door een erkende installateur uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden.
  • Pagina 132: Loshaken Van Het Bedieningspaneel

    10 Onderhoud Opgelet Tijdens het gebruik van het reinigingsmiddel mag alleen de warmtewisselaar aan de rookgaszijde worden behandeld. Er mogen reinigingsmiddelresten achterblijven op ketelcomponenten, de kabelstekker of omkasting, aangezien dit anders tot corrosie en functiestoringen aan het apparaat kan leiden. Per ongeluk opgespoten middelen moeten onmiddellijk met een vochtige doek worden weggewist.
  • Pagina 133: Standaard Inspectie- En Onderhoudswerkzaamheden

    10 Onderhoud Fasenummer Display Bedrijfstoestand Beschrijving van de functie Standby (geen verzoek om warmte) Brander aan stand by THL1 Inschakeling van de ventilator Zelftest voor brander stanrt en ventilator opstart. THL1A Voor-reiniging tijd Voor-reiniging, ventilator verlanzamingstijd op startlast-snelheid TBRE Wachttijd Interne veiligheidstests Ontstekingsfase Ontsteking en start van veiligheidstest voor vlamontwikkeling,...
  • Pagina 134: Controleer De Elektroden

    10 Onderhoud 10.3.2 Controleer de elektroden Afb.37 Elektroden Gassoort Maat A [mm] Aardgas 10,5 Ionisatie-elektrode (1) Gevaar voor elektrische schok Levensgevaar door hoogspanning. Raak de bougiecontacten niet aan tijdens de ontsteking. Opgelet De draad van de ionisatie-elektrode mag niet worden gebogen, aangezien deze gemakkelijk kan breken.
  • Pagina 135: Verwijderen Van De Ontstekings- En Ionisatie-Elektrode

    10 Onderhoud 10.4.2 Verwijderen van de ontstekings- en ionisatie-elektrode Gevaar voor elektrische schok Voordat de servicewerkzaamheden worden gestart, moet de ketel van de energietoevoer worden gescheiden en beveiligd tegen onopzettelijk inschakelen. Opgelet Gebruik nieuwe afdichtingen. Als de ontstekings- en ionisatie-elektrode wordt gemonteerd, gebruikt u een nieuwe afdichting.
  • Pagina 136: Verwijderen Gasklep

    10 Onderhoud Afb.39 Verwijderen van de gasbrander A Elastische ring 1. Maak de elektrische aansluitkabels bij de koppeling van de ventilator los. 2. Trek de connector van de elektroden af. 3. Haal de luchtinlaatdemper los van de bevestigingsklem aan de bovenkant.
  • Pagina 137 10 Onderhoud Belangrijk De brander moet zijn verwijderd Afb.40 Verwijderen van de 1. Sluit de afsluitkranen in aanvoer en retour warmtewisselaar. 2. Tap het ketelwater af. 3. Trek de doppen van de ketelsensoren (aanvoer en retour). 4. Draai de schroefverbindingen van aanvoer en retour los (vlakke afdichting) en neem de pijpen eraf.
  • Pagina 138: 11 Bij Storing

    11 Bij storing 11 Bij storing 11.1 Storingscodes 11.1.1 Foutcode-tabel Hieronder volgt een samenvatting van de storingcodetabel. Als er andere storingcodes worden weergegeven, informeer dan de installateur. Sto­ Beschrijving van de storing Toelichting/oorzaken ringco­ Geen storing Storing buitentemperatuursensor Controleer de aansluiting of buitentemperatuursensor, nood­ bediening Keteltemperatuur 1 sensor storing Controleer de aansluiting, informeer de verwarmingspecia­...
  • Pagina 139 11 Bij storing Sto­ Beschrijving van de storing Toelichting/oorzaken ringco­ Temperatuurcontrole schakelt uit Geen warmtevoorziening; pomp defect, radiatorventielen dicht Aanvoertemperatuur 1 (verwarmingscircuit 1) controle Aanvoertemperatuur 2 (verwarmingscircuit 2) controle Tapwater laden bewaken Gewenste legionellabestrijdingstemperatuur niet ge­ haald Vlam is verdwenen tijdens de werking Gasdrukbewaking Te weinig gas, contact GW open, externe temperatuurbewa­...
  • Pagina 140: Storing Zoeken

    11 Bij storing Sto­ Beschrijving van de storing Toelichting/oorzaken ringco­ Tapwatersensor B31 zonnecollector ontbreekt Koppeling zonnecollector ontbreekt Schakelaar buffer K8 zonnecollector ontbreekt Schakelaar zwembad K18 zonnecollector ontbreekt Pomp Q10 verwarmingsketel op vaste brandstof ont­ breekt Sensor verwarmingsketel op vaste brandstof ont­ breekt Adresfout verwarmingsketel op vaste brandstof Retourklep Y15 bufferopslag ontbreekt...
  • Pagina 141 11 Bij storing De brander start niet: Geen spanning op de besturing en de regelaareenheid Geen "brander AAN" signaal van de besturing van de verwarmingskring Foutcode-tabel ). (zie Gaskraan gesloten Geen ontstekingsvonk Brander gaat naar foutmodus (geen vlamvorming): Geen ontstekingsvonk Ionisatie-elektrode heeft aardaansluiting Ionisatie-elektrode is niet aangesloten Geen gas...
  • Pagina 142: 12 Verwijdering

    12 Verwijdering 12 Verwijdering 12.1 Verwijdering/Recycling 12.1.1 Verpakking Als onderdeel van de verpakkingsregels biedt BRÖTJE lokale opruimingsfaciliteiten voor het vakbedrijf om een correcte recycling van alle verpakking te garanderen. Om het milieu te beschermen, is de verpakking 100% recyclebaar. Houdt u zich aan de wettelijke voorschriften die van toepassing zijn in uw land.
  • Pagina 143: 13 Bijlage

    13 Bijlage 13 Bijlage 13.1 Conformiteitsverklaring 13.1.1 Verklaring van overeenstemming 7701238 - 01 - 06092018 WGB-K EVO 28 i...
  • Pagina 144: Trefwoordenregister

    Trefwoordenregister Trefwoordenregister Kamertemperatuur .......61 Gereduceerde instelwaarde ..... . 61 AAN/UIT schakelaar .
  • Pagina 145 Trefwoordenregister Verbindingen met vlakke dichtingen ....36 Verbrandingslucht ....... 31 Verontreinigde schoorstenen .
  • Pagina 146 Trefwoordenregister WGB-K EVO 28 i 7701238 - 01 - 06092018...
  • Pagina 147 © Copyright Alle technische en technologische informatie in deze handleiding, evenals door ons ter beschikking gestelde tekeningen en technische beschrijvingen, blijven ons eigendom en mogen zonder onze toestemming niet worden vermenigvuldigd. Wijzigingen voorbehouden.
  • Pagina 148 Remeha NV/SA | Koralenhoeve 10 | B-2160 Wommelgem Tel. 02.366.04.00 | Fax. 02.366.06.85 | www.baxi.be 7701238 - 01 - 06092018...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wgb evo 15 iWgb evo 20 iWgb evo 28 iWgb evo 38 i

Inhoudsopgave