Afb.32
Voorbeeld van twee verschillende
sensorkarakteristieken
7633791 - 02 - 14072016
Spanningswaarde 1 H1 (5953),Spanningswaarde 2 H1
(5955),Functiewaarde 1 H1 (5954) enFunctiewaarde 2 H1 (5956)
De lineaire sensorkarakteristiek wordt bepaald door twee vaste punten. De
instelling wordt gerealiseerd met twee parameterparen voor functie waarde
en spanningswaarde (F1 / U1 en F2 / U2).
De functiewaarde is gespecificeerd op een factor 10, dwz als u 100°C wenst,
dient u "1000" te kiezen.
Frequentie waarde 1 H4 (5973), Functiewaarde 1 H4 (5974),
Frequentie waarde 2 H4 (5975) en (5976)Functiewaarde 2 H4
F Frequentie
W Waterdoorstroming
De lineaire sensorkarakteristiek wordt bepaald door twee vaste punten. De
instelling wordt gerealiseerd met twee parameterparen voor functie waarde
en frequentiewaarde (F1 / U1 en F2 / U2).
RA-0000083
Functie uitgang P1 (6085)
Deze parameter wordt gebruikt om de functie van de modulerende pompen
te specificeren.
Geen: Er bestaat geen uitgang P1.
Ketelpomp Q1: De aangesloten pomp wordt gebruikt om het ketelwater
te laten recirculeren.
Tapwaterpomp Q3: Aandrijving voor tapw-opslagtank
Tapw pomp intern Q33: Laadpomp voor tapwatercilinder met externe
warmtewisselaar.
Verw circ pomp VG1 Q2: De gepompte verwarmingskring HC1 is inge
schakeld.
Verw circ pomp VG2 Q6: De gepompte verwarmingskring HC2 is inge
schakeld.
Verw circ pomp VG3 Q20: De gepompte verwarmingskring HC3 is inge
schakeld.
Collectorpomp Q5: Er is een circulatiepomp nodig voor het collectorkring
voor het aansluiten van een zonnecollector.
Zonpomp ext wiss K9: Als er meerdere warmtewisselaars aangesloten
zijn, moet de bufferopslag op de betreffende relaisuitgang worden inge
steld. Daarnaast moet het type zonne-energie regelaareenheid worden
vastgelegd in prog. nr. 5840.
Zon pomp zwembad K18: Als er meerdere warmtewisselaars aangesloten
zijn, moet het zwembad op de betreffende relaisuitgang worden inge
steld. Daarnaast moet het type zonne-energie regelaareenheid worden
vastgelegd in prog. nr. 5840.
Opnemertype collector (6097)
Keuze van gebruikte sensortypes voor het meten van de collectortempera
tuur.
Correctie collectoropnemer (6098)
Instellen van een correctiewaarde voor collectorsensor 1.
Correctie buitentemp opn (6100)
Instellen van een correctiewaarde voor buitensensor.
Gebouwtijdconstante (6110)
De hier ingestelde waarde heeft invloed op de rectiesnelheid van de aanvoe
rinstelwaarde in geval van schommeledne buitentemperaturen in functie
van het gebouwontwerp.
Voorbeeldwaarden (zie ook Geoptimaliseerd uit):
EcoTherm Plus WGB EVO 15 – 28 H
9 Instellingen
115