Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Rookgassysteemonderdeel Monteren; Werken Met Het Rookgassysteem Kas - BRÖTJE EcoTherm Plus WGB EVO 15 H Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

6 Installatie
2
Ø 10mm
3
42
EcoTherm Plus WGB EVO 15 – 28 H

6.3.4 Rookgassysteemonderdeel monteren

Waarschuwing
Gevaar voor verwondingen doordat er geen werkhandschoenen
worden gedragen.
Het dragen van werkhandschoenen tijdens het montagewerk wordt
aanbevolen, vooral bij het snijden van de pijpen.
Montage met helling
De rookgaspijp moet met een hellingsgraad worden aangelegd naar de
WGB EVO zodat het condenswater van de rookgaspijp uit de rookgaspijp
kan weglopen naar de centrale condensverzamelbak van de WGB EVO.
De min. hellingsgraden zijn:
horizontale rookgaspijp: min. 3° (min. 5,5 cm per meter)
externe wandleiding: min. 1° (min. 2,0 cm per meter)
Inkorten van de pijpen
Alle enkele en concentrische pijpen kunnen worden ingekort. Na het afsnij­
den moeten de uiteinden van de pijpen grondig worden ontbraamd. Wan­
neer er een concentrische pijp wordet ingekort, moet er een stuk pijp van
ten minste 6 cm lang moerden afgesneden van de buitenste pijp. De veer­
ring voor het centreren van de binnenste pijp wordt overbodig.
1. De pijpen en vormstukken moeten in elkaar worden gezet tot aan de
basis van de aansluiting. Alleen de originele profielafdichtingen van
de montageset of de originele reserveafdichtingen mogen worden ge­
bruikt tussen de afzonderlijke elementen. Voor de montage moeten
de afdichtingen worden behandeld met de siliconenpasta die deel uit­
maakt van de levering. Wanneer de pijpen worden aangelegd, moet
ervoor worden gezorgd dat de pijpen in één lijn worden gemonteerd
en zonder spanning. Op die manier wordt lekkage van de dichtingen
voorkomen.
2. Voor het vastzetten van het steunrail in de tegenoverliggende wand
van de schachtopening moet er een boorgat (Ø=10 mm) worden aan­
gebracht ter hoogte van de openingshoek. Vervolgens dient de pen
van het steunrail in het boorgat te worden geslagen.
RA-0000058
3. De rookgaspijp wordt van boven in de schacht ingebracht. Hiervoor
wordt een touw aan de steun aangebracht, waarna de pijpen stuk
voor stuk van de bovenkant worden ingebracht. Om te voorkomen dat
de componenten wegglijden tijdens de montage, moet het touw on­
der spanning worden gehouden tot aan de eindmontage van de rook­
gaspijp. Als er afstandhouders nodig zijn, dienen deze ten minste om
de 2 m aan de buis te worden bevestigd.
4. Kant de afstandhouders in de juiste hoek af en plaats een en ander in
het midden van de schacht. Pijpen en vormstukken dienen zo te wor­
den gemonteerd dat de aansluitingen in tegenovergestelde richting
van het condenswater worden aangebracht.
Nadat de pijpen ingebracht zijn, plaatst u de steunpoot in het steunrail en
richt u deze (vloeiend en zonder spanning). De afdekking van de schacht aan
de schoorsteen moet zo worden gemonteerd dat er geen regen in de ruimte
tussen rookgaspijp en schacht kan binnendringen en dat de lucht voor venti­
latie vrij kan stromen.
Opgelet
Wanneer de rookgaspijpen gedemonteerd zijn, moeten er nieuwe
afdichtingen worden gebruikt voor de remontage!
RA-0000059

6.3.5 Werken met het rookgassysteem KAS

Aanvullende richtingsveranderingen
7633791 - 02 - 14072016

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ecotherm plus wgb evo 20 hEcotherm plus wgb evo 28 h

Inhoudsopgave