Samenvatting van Inhoud voor BRÖTJE EcoCondens BBS EVO 28 H
Pagina 1
België Installatiehandleiding Gasgestookte condensatieketel EcoCondens BBS EVO 15 – 28 H...
Pagina 2
Geachte klant, Dank u voor de aanschaf van dit apparaat. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het product gebruikt en bewaar deze op een veilige plaats voor toekomstig ge bruik. Om te zorgen voor een voortdurende veilige en goede werking, raden wij aan het product regelmatig te laten onderhouden. Onze Service en klantenservice-organisatie kan hierbij helpen.
1 Veiligheid 1 Veiligheid 1.1 Algemene veiligheidsinstructies Gevaar Indien u gas ruikt: 1. Gebruik geen vuur, rook niet, gebruik geen elektri sche contacten of schakelaars (bel, verlichting, mo tor, lift, etc.). 2. Sluit de gasaanvoer af. 3. Open de ramen. 4.
Pagina 7
1 Veiligheid Opgelet Beveiliging tegen onopzetetlijke inschakeling! Wanneer het verwarmingssysteem leeg is, dient u er voor te zorgen dat de ketel niet onopzettelijk kan wor den ingeschakeld. Gevaar Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van acht jaar en ouder en mensen met lichamelijke, ge voelsmatige of geestelijke beperkingen of met gebrek aan ervaring en kennis als ze begeleiding en instructie krijgen hoe het apparaat op een veilige manier te ge...
1 Veiligheid Waarschuwing Gevaar voor beschadiging. De condensatieketel op gas mag alleen worden opge steld in ruimten met schone verbrandingslucht. Vreem de voorwerpen zoals stuifmeel mogen nooit de inlaat openingen passeren en het binnenste van de installatie bereiken. De ketel mag niet worden gestart als er spra ke is van een zware stofontwikkeling, bijv.
1 Veiligheid daarom afgeleverd met de -markering en eventueel nood zakelijke documenten. In het belang van de kwaliteit van onze producten brengen wij doorlopend verbeteringen aan. Daar om houden wij ons het recht voor de in dit document vermel de specificaties te wijzigen. In de volgende gevallen zijn wij als fabrikant niet aansprake...
1 Veiligheid 1.4.4 Aansprakelijkheid van de gebruiker Om het optimaal functioneren van het apparaat te garande ren moet u de volgende aanwijzingen in acht nemen: Lees de voorschriften van het apparaat in de meegeleverde handleidingen en neem deze in acht. Vraag de hulp van een erkend installateur voor de installatie en de uitvoering van de eerste inbedrijfstelling.
2 Over deze handleiding Over deze handleiding Algemeen Deze handleiding is bestemd voor installateurs van een BBS EVO-ketel. Aanvullende documentatie 2.2.1 Aanvullende documentatie Hier is een overzicht van de verdere documenten die deel uitmaken van dit verwarmingssysteem. Tab.1 Overzichtstabel Documentatie Inhoud Bestemd voor: Technische informatie...
Pagina 12
2 Over deze handleiding Gevaar Kans op gevaarlijke situaties die ernstig persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. Gevaar voor elektrische schok Gevaar voor elektrische schok. Waarschuwing Kans op gevaarlijke situaties die licht persoonlijk letsel kunnen ver oorzaken. Opgelet Kans op materiële schade. Toelichting Let op, belangrijke informatie.
3 Technische specificaties Technische specificaties Goedkeuringen 3.1.1 Richtlijnen en normen Naast de algemene technische regels dienen de relevante normen, regels, verordeningen en richtlijnen te worden nageleefd. DIN 4109; Geluidsbescherming bij bouwplanning DIN EN 12828 verwarmingssystemen in gebouwen. Federale verordening ter controle van de uitstoot 3. BImSchV DVGW-TRGI 2008, (DVGW werkblad G 600);...
3 Technische specificaties Model BBS EVO BBS EVO BBS EVO BBS EVO BBS EVO EVO 28 met SSP met RSP met SSP met RSP met SSP met RSP Nuttige warmteafgifte bij 30% van ƞ 98,2 98,2 97,9 97,9 97,8 97,8 de nominale warmteafgifte en werking op lage temperatuur Energieverbruik hulpaggregaten...
Pagina 15
3 Technische specificaties Model BBS EVO 15 BBS EVO 20 BBS EVO Nominaal warmte-uitvoerbereik: Aardgas E, 80/60°C 2,8 - 14,6 2,8 - 19,5 3,8 - 27,2 50/30°C 3,1 - 15,6 3,1 - 20,8 4,2 - 29,0 Standaard bedrijfsrendement 75/60°C 40/30°C pH-waarde condensaat 4 - 5 4 - 5...
3 Technische specificaties Model BBS EVO 15/20 BBS EVO 28 – verwarmingsretour G 3/4" G 3/4" 2e HV – verwarmingsdebiet, verwarmingscir G 3/4" G 3/4" cuit 2 2e HR – verwarmingsretour, verwarmingscir G 3/4" G 3/4" cuit 2 – gasaansluiting G 1/2"...
4 Beschrijving van het product Beschrijving van het product Voornaamste componenten Afb.4 Ketelaanzicht BBS EVO (voorgesteld zonder voorpaneel en afdekking van de regeling) RA-0000110 1 Ontluchter 11 Inspectie-openingen 2 Bevestigingsplaat voor warmtewisselaar 12 Ionisatie-elektrode 3 Membraanexpansietank (MAG) voor Tapw 13 Ontstekingsektroden 14 Mengbuis 4 MAG-verwarming 15 Luchtinlaatdemper...
4 Beschrijving van het product 21 Warmwater-branderpijp 26 Aftappen/vullen verwarmingscircuit 27 Sensor putten voor tapwateropnemer 22 Zwaartekrachtslot 1) Accessoires 23 Tapw laadopnemer 2) Alleen voor stratificatiecilinder SSP. 24 Aftappen van reservoir en tapw laadopnemer 25 Tapwater-warmtewisselaar 4.1.1 Kamerapparaat RGT Afstandsinstelling van alle instelbare besturingsfuncties van de basistoepas sing is mogelijk met gebruik van het kamertoestel RGT (Accessoire) Afb.5 Bedrijfsinterface van het kamertoe...
4 Beschrijving van het product 4.2.2 Displays Afb.7 Symbolen op het display Verwarmen tot comfort instelwaarde Verwarmen tot gereduceerd instelwaarde Verwarmen tot vorstbeveiliging instelwaarde Actueel proces Vakantie functie actief Verwijzing naar verwarmingskringen Brander in bedrijf (alleen ketel) Koeling actief (Alleen warmtepomp) Compressor in bedrijf (alleen warmtepomp) Onderhoudsmelding Foutmelding...
5 Voor de installatie Voor de installatie Installatievoorschriften Opgelet De installatie van het apparaat moet door een erkend installateur worden uitgevoerd volgens de geldende plaatselijke en nationale voorschriften. Installatie-eisen 5.2.1 Corrosiebeveiliging Opgelet De verbrandingslucht moet vrij zijn van corrosieve elementen - met name geconstateerde dampen die fluor en chloor bevatten, bijvoor...
5 Voor de installatie 5.2.3 Eisen aan verwarmingswater Opgelet Let op de eisen aan de kwaliteit van het verwarmingswater! De eisen aan de kwaliteit van het verwarmingswater zijn in de afge lopen tijd strenger geworden naarmate de systeemomstandighe den wijzigen: minder vraag naar warmte het gebruik van gascondensatieketels in een cascadeopstelling bij grotere projecten.
5 Voor de installatie 5.2.4 Verdere informatie over het verwarmingswater Het water mag geen vreemde bestanddelen bevatten, zoals zweetdrup pels, roestdeeltjes, kalkaanslag of slib. Tijdens de inbedrijfstelling dient het systeem te worden gespoeld totdat er schoon water uit komt. Als het systeem wordt gespoeld moet ervoor worden gezorgd dat het water niet door de warmtewisselaar van de ketel stroomt, dat de radiatorthermosta...
5 Voor de installatie Er is rekening gehouden met het gebruikelijke vulvolume van het verwar mingssysteem. 5.2.6 Behandelen en voorbereiden van het verwarmingswater Bepaling van het systeemvolume De totale hoeveelheid water in het verwarmingssysteem wordt berekend aan de hand van het systeemvolume (= vulwatervolume) plus het aanvul lende watervolume.
5 Voor de installatie Bij de meeste verwarmingssystemen is er geen vorstbescherming tot -28 °C vereist; -15 °C is normaal gesproken voldoende. De warmtedrager moet 2:1 worden verdund met water om dit instelpunt in te stellen. Deze mengver houding dient te worden getest door BRÖTJE in verhouding tot zijn prakti sche geschiktheid voor het gebruik met hoogrendementketels op gas.
5 Voor de installatie 4. Na 8 tot 12 weken controleert en registreert u de pH-waarde. Sluit een onderhoudscontract af. 5. Eenmaal per jaar controleert u of het systeem correct functioneert met betrekking tot druk, pH-waarde en het volume van het gebruike opvul water.
5 Voor de installatie Opgelet Gevaar voor schade aan de installatie! Agressieve vreemde stoffen in de verbrandingslucht kunnen de warmte producerende voorziening beschadigen of vernielen. Daar om is de installatie in ruimten met veel stof enkel van de ruimtelucht onafhankelijke bedrijfsmodi. Als de BBS EVO ketel moet werken in lokalen met solventen, chloor...
5 Voor de installatie Toepassingsvoorbeeld Afb.10 Toepassingsvoorbeeld: En pompverwarmingscircuit met kamerthermostaat, incl. een regelaar voor de opslagtemperatuur 7633560 - 03 - 14072016 EcoTherm Plus BBS EVO 15 – 28 H...
5 Voor de installatie Afb.11 Aansluitschema 5.4.1 Legenda Tab.9 Sensornamen Naam in het Naam in het regelsysteem Functie/toelichting Type hydraulisch systeem Buitentemp opn. B9 Meet de buitentemperatuur QAC34 Vaste brndstf br. opn. B22 Meet de temperatuur in een houtgestookte ketel/oven Z 36 Stromingssensor B1/B12/B16 Stromingssensor voor een verwarmingscircuit met menger...
Pagina 33
5 Voor de installatie Naam in het Naam in het regelsysteem Functie/toelichting Type hydraulisch systeem Tapw laadopnemer B36 Meet de laadtemperatuur in het LSR-laadsysteem voor tap QAD 36 water Tapw circ opnemer B39 Meet de laadtemperatuur in het LSR-laadsysteem voor tap QAD 36 water met menger Tapwateropnemer B3...
Pagina 34
5 Voor de installatie Naam in het Naam in het regelsysteem Functie/toelichting hydraulisch systeem Tapw pomp intern Q33 Tapwaterpomp in het secundaire circuit van een laad systeem voor een opslagtank (bijv. LSR) Circ pomp Q14 Extra pomp voor aanvoer naar een verwarmingscircuit op afstand/onderstation Tab.11 Klepnamen Naam in het...
Pagina 35
5 Voor de installatie Afkorting Functie/toelichting Veiligheidstemperatuurbewaking Ruimtethermostaat Koud tapwater Warm tapwater Circulatie van tapwater Ux21; Ux22 Multifunctionele uitgang, 0-10 V of PWM WAM C Magnetiet- en slibafscheider SMART Waterdruksensor 7633560 - 03 - 14072016 EcoTherm Plus BBS EVO 15 – 28 H...
6 Installatie Installatie Montage 6.1.1 Sluit verwarmingskring aan Opgelet De aansluiting van de verwarmingskring en de koud en warm wa teraansluiting worden ingesteld nadat de opslagtank is ingesteld. Las- of soldeerverbindingen zijn niet toegestaan (garantie vervalt!) Verbindt de verwarmingskring d.m.v. schroefverbindingen met vlakke dich tingen met de boilerverdeler en retourleiding naar de boiler.
6 Installatie Voor standaard installatie met projectie; naast de AEH zijn er geen ac cessoires van BRÖTJE in aanmerking genomen. Toelichting Dit is bestemd bijv. voor bestaande verwarmingssystemen. {23}Installatie variant 2{24}: Installeren van de BBS EVO zonder projectie; met accessoires (IS-BBS, ZPG- BBS) Voor installatie zonder projectie, zijn de accessoires IS-BBS, AEH en ZPG- BBS vereist.
6 Installatie Afb.15 Wateraansluiting Opgelet Sluit nu de wateraansluitingen van de BBS EVO aan. Voer de com plete installatie van de wateraansluitingen uit van BBS EVO (HV, HR, gas, KW, WW en Z) met de pijpen van het verwarmingssysteem. De pijpen kunnen aan de bovenkant, onderkant of zijkant wor den bevestigd.
6 Installatie Afb.17 Aansluiten van keteleenheid - opslag 4. Plaats de pijpen tussen de keteleenheid en de opslagtankeenheid of tank-eenheid/pijpnetwerk het pijpnetwerk. Vergeet de afdichtingen niet De regeltoestellen moet uitgeklapt worden wanneer de uitschakel-set AEH met de keteleen heid wordt verbonden. Om dit te doen draait u de schroef aan de voorste dwarsbalk los.
6 Installatie Wateraansluitingen 6.3.1 Verwarmingscircuit aansluiten Sluit het verwarmingscircuit aan d.m.v. schroefverbindingen met vlakke af dichtingen naar de ketelaanvoer en -retour. Toelichting Verwarmingsfilter installeren: Er wordt aanbevolen om een filter in de verwarmingsretour te in stalleren. In geval van oude installaties, moet de gehele verwar mingsinstallatie voorafgaande aan de installatie grondig worden gespoeld.
6 Installatie Voor meer informatie, zie Technische gegevens, pagina 14 Afmetingen en aansluitingen, pagina 19 Gasaansluiting 6.4.1 Gasaansluiting De gaszijdige aansluiting mag alleen door een erkend installateur worden uitgevoerd. Voor de gaszijdige aansluiting en afstelling dienen de fabrieksin stellingsdata van de apparatuur en optionele gegevens te worden vergele ken met de lokale voedingsomstandigheden.
6 Installatie Afb.19 Aansluitmogelijkheden met KAS (accessoires) 12) B 10) C 2) C 9) C 1) C RA-0000116 *) max. verwarmingsvermogen 11 kW 6.5.2 Toegestane lengte van de rookgaspijp Tab.13 Toegestane lengte van de rookgaspijp KAS 60 (DN 60/100) en 80 (DN 80/125) Aansluitmogelijkheden Basisset KAS 60/2...
Pagina 43
6 Installatie max. totale lengte rookgaspijp — max. aantal omleidingen zonder verminde ring van de totale lengte Aansluitmogelijkheden 4), 5) Basisset KAS 80/3 met LAA KAS 80/5 R/S KAS 80/6 Enkele wand binnenin Concentrische dak concentrisch aan de een schacht, doorvoer, buitenwand, moet aan de juiste...
6 Installatie Geïnstalleerd toestelvermogen [kW] 14 - 20 - 14 - 20 - max. horizontale lengte max. totale lengte rookgaspijp max. aantal omleidingen zonder verminde ring van de totale lengte (1) incl. basissets (2) max. aantal omleidingen (omleiding 90°) in de horizontale sectie, DN 80 (3) De schoorsteenveger dient de maximaal mogelijke lengten aan te geven.
6 Installatie 6.5.4 Rookgassysteemonderdeel monteren Waarschuwing Gevaar voor verwondingen doordat er geen werkhandschoenen worden gedragen. Het dragen van werkhandschoenen tijdens het montagewerk wordt aanbevolen, vooral bij het snijden van de pijpen. Montage met helling De rookgaspijp moet met een hellingsgraad worden aangelegd naar de BBS EVO zodat het condenswater van de rookgaspijp uit de rookgaspijp kan weglopen naar de centrale condensverzamelbak van de BBS EVO.
6 Installatie Reductie van de totale lengte van de rookgasleiding door: elleboogstuk 87° = 1,50 m elleboogstuk 45° = 1,00 m elleboogstuk 30° = 0,50 m elleboogstuk 15° = 0,50 m inspectie T-stuk = 2,50 m Afb.20 Minimale afmetingen van de schacht Tab.14 Minimale afmetingen van de schacht Uitwen...
6 Installatie 6.5.7 Reinigings- en inspectie-openingen Gevaar Reinig de uitlaatgaspijpleidingen! Het moet mogelijk zijn om de rookgaspijpen te reinigen en de ruim te tussen de elkaar kruisende pijpen en luchtdichtheid te controle ren. Er moet minimaal één reinigings- en inspectie-opening in de installatieruim te van de BBS EVO worden aangebracht.
6 Installatie Gevaar Levensgevaar. Gevaar voor verwondingen of levensgevaar door elektrische schok! Het gebruik van starre kabels (bijv. NYM) is niet toegestaan vanwege het risico van kabelschade! Er moeten flexibe le kabels, bijv. H05VV-F, worden gebruikt voor de netspanning en bijv.
6 Installatie 6.6.7 Apparaatzekeringen Apparaatzekering in de regelaar ISR: Zekeringen: T 6.3A H 250V 6.6.8 Sluit sensor / componenten aan Gevaar Gevaar voor elektrische schok! Gevaar door niet oordeelkundig werk! Het schakelschema moet worden nageleefd. Optionele accessoires moeten worden bevestigd en aangesloten volgens de meegeleverde instructies.
7 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Algemeen Gevaar De inbedrijfstelling mag alleen door een erkend installateur worden uitgevoerd. De installateur controleert de bevestiging van de bui zen, de correcte werking van alle regel-, besturings- en veiligheids voorzieningen en meet de verbrandingswaarden. Als deze werk zaamheden niet correct worden uitgevoerd, bestaat er een aanzien...
7 Inbedrijfstelling Er werden alleen componenten gebruikt, die conform de betreffende standaard zijn getest en Datum / handteke gemarkeerd. Alle systeemcomponenten zijn geïnstalleerd volgens de instructies van de fabri ning kant. Stempel van de fir Het gehele systeem voldoet aan de norm. Om te garanderen dat de warmtebron gedurende een lange periode betrouwbaar en zuinig .......
7 Inbedrijfstelling Opgelet Gevaar voor beschadiging van de ketel! Te hoge CO -waarden kunnen tot een onzuivere verbranding leiden (hoge CO-waarden) en tot schade aan de brander. Te lage CO -waarden kunnen leiden tot ontstekingsproblemen. Opgelet Geen handmatige instelling van de gasklep mogelijk. De BBS EVO stelt het CO gehalte automatisch in tijdens het ge...
7 Inbedrijfstelling 5. Op de ondersteunende type is plaat de nieuwe soort gas (LPG) aan het Kruis. 7.4.5 Gasklep Afb.24 Gasklep BBS EVO Meetnozzle voor de spuitkopdruk Meetnozzle voor de aansluitdruk RA-0000061 7.4.6 Manuele instelling van het brandervermogen (stopfunctie van regelaar) Voor de controle van de CO waarden, is deBBS EVOvoorzien van de functie Stilstandregelaar...
Pagina 54
7 Inbedrijfstelling Toelichting Verlooptests worden met regelmatige tussenpozen bij laag en hoog vermogen uitgevoerd. De ionisatie-elektrode wordt tijdens deze tests op slijtage enz. gecontroleerd. De tests worden bij voorkeur uitgevoerd in de verwarmingsmodus en duren minder dan een mi nuut, EcoTherm Plus BBS EVO 15 –...
8 Werking Werking Parameters wijzigen Instellingen die niet rechtsreeks via het bedieningspaneel worden veran derd, moeten op instellingsniveau worden uitgevoerd. Het basis-programmeringsproces wordt hieronder weergegeven met ge bruik van het voorbeeld van de instelling van Datum en tijd. 1. Druk op OK. Het scherm Eindgebruiker wordt getoond.
8 Werking Voor meer informatie, zie Procedure voor programmering, pagina 56 Procedure voor programmering De keuze van de instellingsniveaus en de menu-items wordt als volgt be paald: 1. Druk op OK. Het scherm Eindgebruiker wordt getoond. 2. Houd de resetknop gedurende ca. 3 seconden ingedrukt. De instelniveaus verschijnen 3.
8 Werking Waterdruk controleren Druk lager dan 1,0 bar Water bijvullen. Opgelet Houdt u zich aan de maximaal toegestane systeemdruk. Meer dan 2,5_bar Schakel de condensatieketel op gas niet in. Tap het wa ter af. Opgelet Houdt u zich aan de maximaal toegestane systeemdruk. Controleer of er lekbak onder de afvoerpijp van de veiligheidsklep staat.
8 Werking Automatische dagverwarmingsgrens is niet geactiveerd Beveiligingsmodus Geen verwarmingstoepassing Temperatuur volgens vorstbeveiliging instelwaarde Beveiligingsfuncties geactiveerd Automatische zomer/winter-omschakeling actief Automatisch dagverwarmingsgrens actief Instellen van tapwaterbedrijf Ingeschakeld tapwaterbereiding volgens het ingesteld tijdprogramma. Uitgeschakeld tapwaterbereiding is uitgeschakeld Toelichting XXXXXXXXXXXXXX Voor de tapwaterverwarming is een instelling tussen 50 en 60°C XXXX aanbevolen Tijden voor tapwaterverwarming worden in het tijdsprogramma...
Pagina 59
8 Werking male en maximale pompsnelheid. De pomp probeert om zo weinig mogelijk energie te gebruiken voor de vraag van het verwarmingscircuit. Afb.25 Voorbeeld van de restopvoerhoogte 100% 1000 1500 2000 2500 Wms [kg/h] RA-0000428 Rfh Restopvoerhoogte Wms Waterdebiet 1. Parameter 883 (Max pomptoerental) De max.
8 Werking Voor meer informatie, zie Restopvoerhoogte BBS EVO, pagina 17 8.12 Noodgeval-modus (manuele besturing) Inschakeling van de manuele besturing Als de manuele besturing ingescha keld is, wordt de ketel geregeld op de instelwaarde manuele besturing. Alle pompen worden in werking gesteld. Aanvullende opvragen bv. voor het ver warmen van tapwater worden genegeerd.
9 Instellingen Instellingen Parameterlijst Afhankelijk van de systeemconfiguratie worden niet alle geregi streerde parameters in het display weergegeven. Om de instellingsniveaus Eindgebruiker (Eu), Inbedrijfstelling (C) en Technicus (E) te bereiken: Druk op de OK-toets. Druk vervolgens ca. 3 s. op de Informationstaste. Selecteer het circuit met de regelknop.
Pagina 62
9 Instellingen Bedieneenheid Prog. nr. Ni Standaardwaarde veau Software versie — (1) De parameter is alleen zichtbaar in de kamerthermostaat. (2) Deze parameter is alleen zichtbaar als er in de programmeringseenheid een geschikte instelling beschikbaar is. (3) Deze parameter is alleen zichtbaar in de kamerthermostaat, daar de besturingseenheid in de ketel permanent op de besturingseenheid ge programmeerd is.
Pagina 63
9 Instellingen Tijdprogramma verwarmingscircuit 4/warm tapwater Prog. nr. Ni Standaardwaarde veau 1e fase uit 22:00 (h/min) 2e fase in --:-- (h/min) 2e fase uit --:-- (h/min) 3e fase in --:-- (h/min) 3e fase uit --:-- (h/min) Kopieren Standaard waarden Nee | Ja Tijdprogramma verwarmingscircuit 5 Prog.
Pagina 64
9 Instellingen Verwarmingscircuit Ni Standaardwaarde Prog. nr. veau Prog. nr. Prog. nr. Vertr. warmte vraag 1046 1346 Ruimteinvloed 1050 1350 - - - % Ruimtetemp begrenzing 1060 1360 0,5°C Snel opstoken 1070 1370 - - -°C Geoptimaliseerd uit 1080 1380 Tot gew wrd Uit | Tot gew wrd gereduceerd | Tot gew wrd vorst gereduceerd...
Pagina 66
9 Instellingen Ketel Prog. nr. Ni Standaardwaarde veau Vrijgave onder buitentemp. 2203 - - -°C Min gew wrde 2210 20°C Max gew wrde 2212 85°C Gew wrd handbedrijf 2214 60°C Min looptijd brander 2241 1 min Min branderpauzetijd 2243 7 min SD branderpauze 2245 20°C...
Pagina 67
9 Instellingen Ketel Prog. nr. Ni Standaardwaarde veau Vertr. wrmtvrg spec. bedr. 2470 Statisch drukbew. afschak. 2480 Stoorstand Start blokkering | Stoorstand Gasmeting 2550 Uit | Aan Correctie van gasmeting 2551 (1) De kW-instellingen zijn waarden bij benadering. Exacte waarden kunnen worden bepaald, bijvoorbeeld door middel van een gasmeter. Sitherm Pro Prog.
Pagina 68
9 Instellingen Cascade Prog. nr. Ni Standaardwaarde veau Aktief opwekker 3544 Warmte Bron 1 Warmte Bron 1 | Warmte Bron 2 | Warmte Bron 3 | Warmte Bron 4 | Warmte Bron 5 | Warmte Bron 6 | Warmte Bron 7 | Warmte Bron 8 | Warmte Bron 9 | Warmte Bron 10 | Warmte Bron 11 | Warmte Bron 12 | Warmte Bron 13 | Warmte Bron 14 | Warmte Bron 15 | Warmte Bron 16 Min gew wrde retourtemp...
Pagina 71
9 Instellingen LPB-systeem Prog. nr. Ni Standaardwaarde veau Klokbedrijf 6640 Slaaf met Autonoom | Slaaf zon afstandverstelling | Slaaf met afstandverstelling | Master afstandverstelling Buitentemp leverancier 6650 Storing Prog. nr. Ni Standaardwaarde veau Melding 6700 SW Diagnose code 6705 Branderautom. stoorstand 6706 Reset alarmrelais 6710...
Pagina 72
9 Instellingen Onderhoud/speciale werking Prog. nr. Ni Standaardwaarde veau Melding Ion stroom 7051 Nee | Ja Schoorsteenvegerfunctie 7130 Uit | Aan Handbedrijf 7140 Uit | Aan Regelaarstopfunctie 7143 Uit | Aan Gew wrde regelaarstop 7145 Gedwongen warmte-uitschakeling tapwater 7165 Uit | Aan Telefoon servicedienst 7170 - - -...
Pagina 73
9 Instellingen Configuratie van de uitbreidingsmodules Prog. nr. Ni Standaardwaarde veau Functie ingang H2 moduul 1 7311 Geen Geen | Bedr keuze oms VG'en+Tapw | Bedr keuze omschak. Tapw | Bedr keuze omschak. VG'en | Bedr keuze omschak. VG 1 | Bedr keuze omschak. VG 2 | Bedr keuze omschak.
Pagina 74
9 Instellingen Configuratie van de uitbreidingsmodules Prog. nr. Ni Standaardwaarde veau Relaisuitgang QX22 moduul 2 7377 Geen Parameters zie Relaisuitgang QX21 moduul 2 (prog. nr. 7376)! Relaisuitgang QX23 moduul 2 7378 Geen Parameters zie Relaisuitgang QX21 moduul 2 (prog. nr. 7376)! Opnemer ingang BX21 mod 2 7382 Geen...
Pagina 76
9 Instellingen Status Prog. nr. Ni Standaardwaarde veau Status verwarmingsgroep 1 8000 Status verwarmingsgroep 2 8001 Status verwarmingsgroep 3 8002 Status tapwater 8003 Status ketel 8005 Status brander 8009 Status zwembad 8011 Status SithermPro 8023 Diagnose cascade Prog. nr. Ni Standaardwaarde veau Prio/status opwekker 1...
Pagina 78
9 Instellingen Diagnose verbruikers Prog. nr. Ni Standaardwaarde veau Verwarmingspomp 3 8790 Uit | Aan Verw grp mengklep 3 open 8791 Uit | Aan Verw grp mengklep 3 dicht 8792 Uit | Aan Snel opstoken VG Pomp 3 8795 Ruimtetemperatuur 3 8800 Gew waarde ruimte 3 8801...
Pagina 79
9 Instellingen Branderregelaar Prog. nr. Ni Standaardwaarde veau Voorspoeltijd 9500 10 s Gew belasting voorspoelen 9504 BBS EVO 15: 13 kW; BBS EVO 20: 13 kW; BBS EVO 28: 15 kW 9512 BBS EVO 15: 13 kW; Gew belasting ontsteking BBS EVO 20: 13 kW;...
9 Instellingen Prog. nr. Ni Standaardwaarde Info-optie veau Datum Tijd Telefoon servicedienst Waterdruk (1) De weergave van de informatiewaarden is afhankelijk van de bedrijfstoestand. Beschrijving van de parameters 9.2.1 Tijd en datum Tijd en datum (1-3) De regelaar bevat een jaarklok met instelmogelijkheden voor tijd, dag/ maand en jaar.
Pagina 81
9 Instellingen Opgelet De parameters van de kamereenheid worden overschreven! Hier mee kan de individuele programmering van de regelaar in de ka mereenheid worden gegarandeerd. Basisinstelling activeren (31) De gegevens van de bedieningseenheid of kamerregelaar worden in het be sturing geschreven. Opgelet De besturingsparameters worden overschreven.
9 Instellingen Correctie ruimte opnemer (54) De temperatuurweergve van de door de kamersensor doorgegeven waarde kan hier worden gecorrigeerd. Software versie (70) Weergave van de actuele softwareversie. 9.2.3 Draadloos Apparatenlijst (130-138) De status van het betreffende apparaat wordt weergegeven onder de pro grammanummers 130 tot 138.
9 Instellingen Toelichting Dagblokken kunnen niet worden gekopieerd. Standaard waarden (516–616) Instellen van de standaardwaarden die vermeld zijn in instellingstabel. 9.2.5 Vakantieprgramma's Voorselectie (641 - 661) Toelichting De verwarmingskringen kunnen worden ingesteld op een selecteer baar bedieningsniveau met het vakantieprogramma tijdens een be paalde vakantieperiode.
Pagina 84
9 Instellingen Gewenste wrde vorst (714, 1014, 1314) Instelling van de vereiste kamertemperatuur tijdens de vorstbeveiligings modus. Zonder ruimte-voeler of met Ruimteinvloed(prog.nr. 750, 1050, 1350 dient deze waarde voor de berekening van de aanvoertemperatuur, om theoretisch de ingestelde ruimtetemperatuur te bereiken. Het verwar mingscircuit blijft zolang uitgeschakeld tot de aanvoertemperatuur zo ver daalt dat de ruimtetemperatuur onder de vorstbeveiligingstemperatuur daalt.
Pagina 85
9 Instellingen Toelichting Automatische aanpassing van stooklijn vergt het aansluiten van ka mertemperatuursensor. De waarde voor Ruimteinvloed (zie prog. nr. 750, 1050, 1350) moet worden ingesteld tussen 1% en 99%. Mochten er radiatorkranen in de regelruimte (waar de kamersensor ondergebracht is) aanwezig zijn, dan moeten deze volledig openge draaid zijn.
Pagina 86
9 Instellingen Toelichting Als de optie Absoluut is geselecteerd onder prog.nr. 1630, moet de waarde 0 worden ingesteld onder dit prog.nr. Voor speciale functies (bv. schoorsteenveeg-functie) heeft de vertraging geen gevolgen (zie prog.nr. 2470). Voor meer informatie, zie Laad prioriteit (1630), pagina 91 Vertr.
Pagina 87
9 Instellingen Snel opstoken (770, 1070, 1370) Afb.29 Hulpverwarming TRw Richtwaarde kamertemperatuur TRx Actuele waarde kamertemperatuur TRSA Richtwaarde kamertemperatuur verhoogd De hulpverwarming wordt ingeschakeld wanneer de richtwaarde van de ka mertemperatuur wordt overgeschakeld van beveiliging of gereduceerde modus naar comfortmodus. Gedurende de hulpverwarming wordt de tem peratuurwaarde van de thermostaat verhoogd met de hier ingestelde waar...
Pagina 88
9 Instellingen -5°C 10,5 26,2 -10°C 21,5 -15°C 18,2 -20°C 15,8 Voor meer informatie, zie Gebouwtijdconstante (6110), pagina 106 Inschakeloptimalisering max (790, 1090, 1390) en Uitschakeloptimalisering max (791, 1091, 1391) Afb.30 Optimale start- en stopbesturing Xon Starttijd vooruitgezet Xoff Stoptijd vooruitgezet ZSP Tijdschakelprogramma TRw Richtwaarde kamertemperatuur TRx Actuele waarde kamertemperatuur...
Pagina 89
9 Instellingen voertemperatuur die nodig is volgens de stooklijn (bv. in geval van hogere opvragen van andere gebruikers). Mengklep verhoging (830, 1130, 1430) De warmte-vraag van het mengerverwarmingscircuit aan de opwekker wordt met de ingestelde waarde verhoogd. Deze impuls is bedoeld om tem peratuurschommelingen te kunnen compenseren met de mengerregelaar.
Pagina 90
9 Instellingen Met voorregelaar/circ pomp (872, 1172, 1472, 5092) Deze parameter bepaalt of er een zone-systeempomp in bedrijf gaat als er een warmtebehoefte van de verwarmingskring wordt gemeld. Deze sys teempomp is gebaseerd op het segment waarin deze regelaar geplaatst is (LPB bussysteem) en die wordt bestuurd met een primaire besturingsauto...
9 Instellingen Bedrijfskeuzeomschakeling (900, 1200, 1500) Met de externe verandering van de bedrijfsmodus via Hx kan worden vast gelegd of deze tijdens het automatisch bedrijf wordt veranderd van de com fort instelwaarde naar de vorstbeveiligings instelwaarde of de gereduceerde instelwaarde. 9.2.7 Tapwater Bedrijfsmodus (1600) Het laden van tapwater kan in de "Bedrijfsmodus"...
Pagina 92
9 Instellingen Menggrp glijd, Pompcirc abs: Pomp-verwarmingskringen worden geblok keerd totdat de DHW verwarmd is. Mocht de boilercapaciteit niet vol doende zijn, dan wordt de mengerkring eveneens beperkt verwarmd. Voor meer informatie, zie Vertr. warmte vraag (746, 1046, 1346), pagina 85 Legionella functie (1640) Functie om legionellabacties te doden door te verwarmen tot op de ingestel...
9 Instellingen Circ pomp cyclus (1661) Om energie te besparen, wordt de circulatiepomp 10 minuten lang inge schakeld en 20 minuten uitgeschakeld binnen de vrijgavetijd. Gew wrde circulatie (1663) Als de sensor in de drinkwaterverdeelpijp wordt geplaatst, controleert deze de regeling en actuele waarde tijdens de legionella-functie. De instelwaar de-instelling moet worden gecontroleerd op de sensor gedurende de inge...
9 Instellingen keld. Deze wordt weer vrijgegeven als de zembadtemperatuur gedaald is met 1°C onder de maximale verwarmingsgrens-temperatuur. Met zonne toepassing (2080) Instellen of het verwarmen van het zwembad al dan niet kan worden ge daan met zonne-energie. 9.2.10 Primaire regelaar/aanvoerpomp Min gewenste aanvoertemp (2110) en Max gewenste aanvoertemp (2111) Met deze grenswaarden kan er een bereik voor de debietinstelwaarde wor...
Pagina 95
9 Instellingen Pomp nadraaitijd (2250) enPomp nalooptijd na Tapw (2253) De vertragingstijden van de pompen worden geregeld in overeenstemming met de verwarmingsmodus of de drinkwatermodus. Ketelpomp bij gen. blok. (2301) Stoppen van de ketelpomp in geval van ingeschakelde manuele warmtepro ducent-vergrendeling (bv.
Pagina 96
9 Instellingen Min pomptoerental (2322) Het werkbereik kan worden vastgelegd in procent van de capaciteit van de modulerende pomp. De besturing zet de priocentuele gegevens intern om in snelheden. De waarde 0% komt overeen met de minimale pompsnelheid. Max pomptoerental (2323) De pompsnelheid en zodoende het stroomverbruik kan via de maximum...
9 Instellingen Schakeldiff In VG'en (2454), Schakeldiff Uit min VG'en (2455), Schakeldiff Uit max VG'en (2456), (2460), Schakeldiff In Tapw (2461) en Schakeldiff Uit min VG'en (2462)Schakeldiff Uit max Tapw Afb.35 Schakelverschil Sd Schakelverschil uit Sd1 Schakeldiff Uit max VG'en, Schakeldiff Uit max Tapw Sd2 Schakeldiff Uit min VG'en, Schakeldiff Uit min VG'en Sd3 Schakeldiff In VG'en, Schakeldiff In Tapw t Tijd...
Pagina 98
9 Instellingen Ontsteken: Fase tussen het begin van de ontsteking en detectie van de vlam. Koude start herkenning: Na het detecteren van de vlam wordt gecontro leerd op de optimalisatie van de verbranding snel kan wisselen naar het normaal bedrijf (warme start) of als de besturing wat langer moet worden uitgevoerd.
9 Instellingen ADA-verstreken tijd (2744): Bedrijfsduur sinds de laatste succesvolle ADA van het ingestelde ADA-punt. De tijd wordt weergegeven in uren en minu ten. Reset drifttest (2749) Nadat een ionisatie-elektrode is vervangen moet een verlooptest worden uitgevoerd. Met deze functie worden er 4 verplaatsingstests uitgevoerd zo dat de correctiewaarden opnieuw kunnen worden berekend.
9 Instellingen tijd is verstreken. Dit voorkomt dat de ketel te vaak wordt in- en uitgescha keld en zorgt voor een stabiele bedrijfstoestand van eht systeem. Bijschakelvertraging (3533) De veelvuldig vooruit en terug schakelen (cycli) van d eketel wordt voorko men door de inschakelvertraging en daardoor wordt een stabiele bedrijfs...
Pagina 101
9 Instellingen Soort lading (5022) Laden van een stratificatiecilinder (indien beschikbaar): Herlading : De cilinder wordt alleen bij iedere Tapw-aanvraag opnieuw ge laden. Doorlading: De cilinder wordt volledig geladen bij iedere Tapw-aanvraag. Doorlading legionella: De cilinder wordt volledig geladen als de legionella functie geactiveerd is;...
9 Instellingen Voor meer informatie, zie Max temp bev collector (3850), pagina 0 Automatische push (5070) De Tapw-impuls kan manueel of automatisch worden geactiveerd. Dit heeft een eenmalige Tapw-oplading tot gevolg tot de nominale instelwaarde. Uit: De Tapw-impuls kan alleen manueel worden geactiveerd. Aan: Als de Tapw-temperatuur met meer dan de schakelverschillen (prog.
Pagina 103
9 Instellingen Uit: De aparte Tapw-kring functie is uitgeschakeld. Iedere beschikbare ke tel kan de Tapw opslagtank verzorgen. Aan: De aparte Tapw-kring functie is ingeschakeld. Het Tapw laden wordt alleen uitgevoerd vanuit de hiervoor vastgelegde ketel. Toelichting De Tapw actuator Q3 moet ingesteld zijn onder prog. nr. 5731 op "verdeelklep"...
Pagina 104
9 Instellingen Tapw pomp intern Q33: Laadpomp voor tapwatercilinder met externe warmtewisselaar. Warmtevraag K27: Uitgang K27 wordt geactiveerd zodra binnen het sys teem een warmtebehoefte bestaat. Verw circ pomp VG1 Q2/Verw circ pomp VG2 Q6: Het relais wordt ge bruikt voor het inschakelen van de verwarmingscircuitpomp Q2/Q6. Melduitgang K35: De statusuitgang is geactiveerd wanneer er een com...
Pagina 105
9 Instellingen Vrijgave zwembad opwekking: inschakeling activeert de verwarming van het zwembad bij de warmtebron. Overtemp afvoer: Actieve oververhittingsafvoer activeert bijvoorbeeld een externe bron om gebruikers te dwingen (verwarmingscircuit, tapwaterop slagtank, Hx-pomp), om de overtollige warmte met behulp van een sig naal af te nemen.
Pagina 106
9 Instellingen Frequentie waarde 1 H4 (5973), Functiewaarde 1 H4 (5974), Frequentie waarde 2 H4 (5975) en (5976)Functiewaarde 2 H4 Afb.37 Voorbeeld van twee verschillende F Frequentie sensorkarakteristieken W Waterdoorstroming De lineaire sensorkarakteristiek wordt bepaald door twee vaste punten. De instelling wordt gerealiseerd met twee parameterparen voor functie waarde en frequentiewaarde (F1 / U1 en F2 / U2).
9 Instellingen Opslaan opnemers (6200) Sensormodes kunnen worden opgeslagen onder prog. nr. 6200. Dit gebeurt automatisch; na het veranderen van het verwarmingssysteem echter (ver wijderen van een sensor) moet de status weer worden opgeslagen op de sensorterminals. Reset naar standaard param (6205) De fabrieksinstelling van de regelaar wordt op de besturing geschreven.
Pagina 108
9 Instellingen Status busvoeding (6605) Uit: De voeding van het bussysteem door de regelaar is momenteel niet ingeschakeld. Aan: De voeding van het bussysteem door de regelaar is momenteel inge schakeld. Weergave systeemmeldingen (6610) Deze instelling laat systeemmeldingen toe die worden doorgegeven via LPB om te worden onderdrukt op aangesloten bedieningselementen.
9 Instellingen pomp), vergrendeld of vrijgegeven worden. Deze status wordt via de LPB ge distribueerd. De master weet door middel van een cascade of de extra ver warmingsvoorziening (slave) overeenkomstig de eigen gebruiksgrenzen (buitentemperatuur) beschikbaar is of niet en kan dan dienovereenkomstig een andere verwarmingsvoorziening inschakelen.
9 Instellingen 9.2.18 Onderhoud / bijzonder bijdrijf Interval bedr uren brander (7040) Vastleggen van het interval voor het onderhoud van de brander. Bedr uren brand. sinds ondh (7041) Aantal bedrijfsuren van de brander sinds de laatste revisie. Toelichting De bedrijfsuren van de brander worden alleen geteld wanneer de onderhoudsmelding geactiveerd is.
Pagina 111
9 Instellingen Gedwongen warmte-uitschakeling tapwater (7165) Deze parameter wordt gebruikt om in te stellen dat het verpompen van ver warmingswater naar het tapwatercircuit prioriteit heeft, indien de schoor steenveegfunctie is ingeschakeld. Uit: Gedwongen verpompen van het verwarmingswater naar de verwar mingscircuits.
9 Instellingen Lees fout: Tijdens het kopiëren van de data van de USB-stick naar de LMS- besturing is een fout opgetreden. De overdracht werd afgebroken. De LMS-besturing is geblokkeerd. Status wijzigen om blokkeren te lezen. Incompatibel data set: Datarecord niet geschikt voor LMS-besturing. Er is niet voldaan aan de compatibiliteitsvoorwaarden.
Pagina 114
9 Instellingen Bedrijfsmelding K36: De uitgang wordt ingesteld wanneer de brander werkt Uitschakeling ventilator k38: Deze uitgang dient om de ventilator uit te schakelen. De uitgang wordt geactiveerd als de ventilator nodig is; anders wordt deze niet ingeschakeld. De ventilator moet zo vaak mogelijk wor den uitgeschakeld om het totale energieverbruik van het systeem te verla...
9 Instellingen als een werkcontact (contact geopend, moet worden gesloten voor het acti veren van de functie). Spanningswrde 1 H2 mod 1 (7314) naar Func wrd 2 H2 moduul 1 (7317), Spanningswrde 1 H2 mod 2 (7389) naar Func wrd 2 H2 moduul 2 (7392) Afb.38 Voorbeeld van de warmtevraag 10 V...
9 Instellingen Eindgebruiker (Eu) Inbedrijfstelling, technicus (menu Status) Vrijgegeven voor VG, tapw Vrijgegeven voor VG, tapw In bedrijf voor tapw In bedrijf voor tapw In deellastbedrijf voor tapw In deellastbedrijf voor tapw Vrijgegeven voor tapw Vrijgegeven voor tapw In bedrijf voor VG In bedrijf voor VG In deellastbedrijf voor VG In deellastbedrijf voor VG...
9 Instellingen Gasenergie Er zijn 6 gasmeters beschikbaar, die de geschatte gasenergie opnemen die met behulp van de ventilatorsnelheid en een lineaire benadering van het ac tuele brandervermogen wordt gebruikt. De energiemeters worden in- en uitgeschakeld met prog. nr. 2550. De resultaten kunnen worden gecorri geerd onder prog.
9 Instellingen 9.2.24 Optie Info Er worden verschillende informatiewaarden weergegeven afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden. Daarnaast wordt er informatie over de status weergegeven. Voor meer informatie, zie Status, pagina 115 Status, pagina 115 7633560 - 03 - 14072016 EcoTherm Plus BBS EVO 15 – 28 H...
10 Onderhoud 10 Onderhoud 10.1 Algemeen 10.1.1 Algemene instructies Volgens de EU richtlijn 2002/91/EC (Energiecapaciteit van gebouwen), arti kel 8, ketels met een nominale capaciteit van 20 tot 100 kW dienen regel matig te worden gecontroleerd. In verwarmings- en airconditioningsystemen is een regelmatige controle en onderhoud nodig door gekwalificeerd personeel om de correcte werking vol...
10 Onderhoud 10.1.3 Bescherming tegen contact Gevaar voor elektrische schok Levensgevaar door ontbrekende schokveilige bescherming. Om een schokveilige bescherming te garanderen, moeten alle vast te schroeven onderdelen van de ketel - met name de onderdelen van de ommanteling - correct wordt vastgeschroefd na voltooiing van het werk.
10 Onderhoud 10.2.2 Bedrijfsfases van de besturingseenheid LMS De bedrijfsfases worden weergegeven nadat de informatietoets is inge drukt. Fasenummer Display Bedrijfstoestand Beschrijving van de functie Standby (geen verzoek om warmte) Brander aan stand by THL1 Inschakeling van de ventilator Zelftest voor brander stanrt en ventilator opstart. THL1A Voor-reiniging tijd Voor-reiniging, ventilator verlanzamingstijd op startlast-snelheid...
10 Onderhoud 10.3.2 Controleer de elektroden Afb.39 Elektroden Gassoort Maat A [mm] Aardgas 10,5 Ionisatie-elektrode (1) Gevaar voor elektrische schok Levensgevaar door hoogspanning. Raak de bougiecontacten niet aan tijdens de ontsteking. Opgelet De draad van de ionisatie-elektrode mag niet worden gebogen, aan gezien deze gemakkelijk kan breken.
10 Onderhoud Gevaar voor elektrische schok De magnesiumanode moet altijd gekleidend met de opslagtank worden verbonden (aardingskabel op de anode aangesloten). Opgelet Gebruik nieuwe afdichtingen Wanneer de reinigingsflens wordt bevestigd, dient er altijd een nieuwe afdichting te worden gebruikt en moeten de aandraaimo menten in acht worden genomen.
10 Onderhoud 10.4.3 Verwijderen van de gasbrander Opgelet Sluit de gasklep voordat er werkzaamheden uitgevoerd worden. Verwijder de gasbrander voor het reinigen van de verwarmingsoppervlak ken. Afb.41 Verwijderen van de gasbrander 1. Maak de elektrische aansluitkabels bij de koppeling van de ventilator los.
10 Onderhoud Toelichting De brander moet zijn verwijderd Om het verwijderen gemakkelijker te maken, dient de gaskraan eveneens te worden verwijderd. Afb.42 Verwijderen van de warmtewisselaar. 1. Sluit de afsluitkranen in aanvoer en retour 2. Tap het ketelwater af. 3. Trek de doppen van de ketelsensoren (aanvoer en retour). 4.
10 Onderhoud Standaard reinigingsmiddelen op basis van mierenzuur, azijnzuur of citroen zuur kunnen als ontkalkingsmiddel worden gebruikt. De informatie over het reinigingsmiddel moet in acht worden genomen. 10.4.8 Verwijderen van de het warm tapwatertoestel Toelichting Uitsluitend van toepassing op de stratificatiecilinder SSP. 1.
11 Bij storing 11 Bij storing 11.1 Storingscodes 11.1.1 Foutcode-tabel Hieronder volgt een samenvatting van de storingcodetabel. Als er andere storingcodes worden weergegeven, informeer dan de instal lateur. Sto Storingomschrijving Toelichting/oorzaken ringco- Geen storing Storing buitentemperatuursensor Controleer de aansluiting of buitentemperatuursensor, nood bediening Keteltemperatuur 1 sensor storing Controleer de aansluiting, informeer de verwarmingspecialist...
Pagina 131
11 Bij storing Sto Storingomschrijving Toelichting/oorzaken ringco- Onderhoudsmelding Zie onderhoudscode (druk een keer op informatieknop) voor gedetailleerde informatie. Controle keteltemperatuur Vergrendeling veiligheidstemperatuurbegrenzer Geen warmte-afvoer, defecte sensor STB onderbreking, moge lijke kortsluiting in de gasklep , interne zekering defect; laat eenheid afkoelen en voer reset uit; als de storing meerdere ke ren voorkomt, informeer dan de installateur Temperatuurcontrole schakelt uit Geen warmtevoorziening;...
Pagina 132
11 Bij storing Sto Storingomschrijving Toelichting/oorzaken ringco- Uitbreidingsmodule dezelfde functie Mengergroep dezelfde functie Uitbreidingsmodule/mengergroep dezelfde functie Sensor BX1 werkt niet Sensor BX2 werkt niet Sensor BX3 werkt niet Sensor BX21 werkt niet (EM1, EM2 of EM3) Sensor BX22 werkt niet (EM1, EM2 of EM3) Collectorpomp Q5 ontbreekt Collectorsensor B6 ontbreekt Tapwatersensor B31 zonnecollector ontbreekt...
11 Bij storing Sto Storingomschrijving Toelichting/oorzaken ringco- (1) Uitschakelen, preventie starten, herstarten na verhelpen van de storing (2) Controleer parameters volgens tabel Controleer de instellingentabel van de installateur en programmeer op de basisinstellingen of vraag interne LMS SW-diagnosecode op en corrigeer de betreffende parameterfouten volgens de foutspecificatie (3) uitschakelen en vergrendelen;...
12 Verwijdering 12 Verwijdering 12.1 Verwijdering/Recycling 12.1.1 Verpakking Als onderdeel van de verpakkingsregels biedt BRÖTJE lokale opruimingsfaci liteiten voor het vakbedrijf om een correcte recycling van alle verpakking te garanderen. Om het milieu te beschermen, is de verpakking 100% recycle baar.