• (Model met handgeschakelde
versnellingsbak)
Geef het koppelingspedaal vrij met
de versnellingshendel in een andere
stand dan de neutraalstand.
• (Model met automatische
transmissie)
• Het gaspedaal wordt ingetrapt.
• De auto kantelt achterwaarts of de
keuzehendel wordt verplaatst naar
de stand R op een horizontale
ondergrond.
AUTOHOLD systeem is
uitgeschakeld
Trap het rempedaal in en druk
vervolgens de AUTOHOLD schakelaar
in. De AUTOHOLD functie wordt
uitgeschakeld en het indicatielampje
AUTOHOLD stand-by gaat uit.
1.
Indicatielampje AUTOHOLD stand-
by
Noodstopsignaal-
systeem
Noodstopsignaal-
systeem
Wanneer u ineens het rempedaal intrapt
bij een snelheid van ongeveer 55 km/h
of hoger, wordt het
noodstopsignaalsysteem geactiveerd en
gaan de richtingaanwijzers automatisch
snel knipperen om de bestuurders
achter u te waarschuwen voor het
plotseling remmen.
Hellingwegrijsysteem
(HLA)
Hellingwegrijsysteem
(HLA)
Het HLA-systeem biedt ondersteuning
bij het optrekken na een stop op een
helling. Wanneer het rempedaal wordt
losgelaten en het gaspedaal wordt
ingetrapt om op te trekken na een stop
op een helling, voorkomt de functie dat
de auto wegrolt. Het HLA-systeem
functioneert ook wanneer op een
helling achteruit wordt gereden.
De remkracht blijft automatisch
behouden nadat het rempedaal op een
steile helling wordt losgelaten.
Remmen
4
4-33