Inhoudsopgave
Advertenties
OPGELET
Uw auto is ook uitgerust met een TPMS
storingsindicator om aan te geven
wanneer het systeem niet correct
functioneert.
De TPMS storingsindicator is
gecombineerd met het verklikkerlichtje
voor lage bandenspanning. Wanneer
het systeem een storing bespeurt, gaat
het verklikkerlichtje gedurende
ongeveer één minuut knipperen en
blijft vervolgens continu branden. Deze
volgorde blijft voortduren telkens
wanneer de auto opnieuw gestart
wordt voor zolang als de storing blijft
bestaan. Wanneer de storingsindicator
brandt, bestaat de kans dat het systeem
een lage bandenspanning niet zoals
bedoeld kan opsporen of melden.
Storingen in het TPMS systeem kunnen
zich voordoen om uiteenlopende
redenen, zoals het vervangen of
verwisselen van banden of velgen op
de auto welke verhinderen dat het
TPMS systeem juist kan functioneren.
Controleer steeds de TPMS
storingsindicator na het vervangen van
één of meer banden of velgen op uw
auto om er zeker van te zijn dat na het
vervangen of verwisselen van banden
en velgen het TPMS systeem juist blijft
functioneren.
Als er een probleem is
met het
bandenspannings-
controlesysteem
(TPMS)
Als het TPMS waarschuwingslampje
knippert, is er mogelijk een probleem
met het systeem. Raadpleeg een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda-reparateur, om het
systeem te laten controleren.
Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS)
In de volgende gevallen kan het systeem
de bandenspanningen niet juist
waarnemen en kan het TPMS
waarschuwingslampje
knipperen.
• Er bevindt zich uitrusting of
apparatuur in de buurt die dezelfde
radiosignalen uitzendt als de
bandenspanningssensor.
• Wanneer een metalen voorwerp,
zoals een niet-origineel elektronisch
apparaat, wordt geïnstalleerd nabij
het midden van het
instrumentenpaneel (hierdoor
worden de radiosignalen van de
bandenspanningssensoren naar de
ontvanger geblokkeerd).
• Er wordt een apparaat van een van de
volgende typen in de cabine gebruikt.
• Elektronische apparatuur zoals een
computer.
• Spanningsomvormers zoals een
DC-AC omvormer.
• Er heeft zich een grote hoeveelheid
sneeuw of ijs verzameld rond de
banden van het voertuig.
• De batterij van een
bandenspanningssensor is leeg.
• Er wordt een wiel gebruikt dat niet is
uitgerust met een
bandenspanningssensor.
• Er zijn banden met staal in de zijwand
van de band geïnstalleerd.
• Er worden sneeuwkettingen gebruikt.
Banden en velgen
Verwisselen van banden en
velgen
Bij het verwisselen van banden en
velgen (bijvoorbeeld bij het monteren
van winterbanden), moet de ID
signaalcode van de
bandenspanningssensor bij het TPMS
worden geregistreerd.
gaan
4
4-99
Advertenties
Inhoudsopgave
