WAARSCHUWING
• Vermijd het plaatsen van een naar
voren gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting tenzij dit niet te
vermijden is:
Bij een botsing kan de kracht van een
airbag die wordt opgeblazen ernstig of
dodelijk letsel aan het kind
toebrengen. Als het installeren van een
naar voren gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting niet te vermijden
is, de voorpassagierszitting zover
mogelijk naar achteren schuiven en het
zitkussen (hoogte-afstelbaar zitkussen)
in de hoogste stand zetten waarbij de
veiligheidsgordel waarmee het
kinderzitje is bevestigd stevig is
aangetrokken.
Zorg ervoor dat de
deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag in de OFF stand
staat. Zie Deactiveringsschakelaar van
voorpassagiersairbag (pagina 2-23).
WAARSCHUWING
• Laat een kind of iemand anders niet op
of tegen een zijruit leunen van een
auto met zij- en gordijn-airbags.
• Verwijder altijd de hoofdsteun en
plaats het kinderzitje (behalve bij het
plaatsen van een verstevigingszitje).
Kinderzitje
2
2-13