Sneeuwkettingen
Informeer naar de plaatselijke
bepalingen alvorens sneeuwkettingen te
gaan gebruiken.
Breng de sneeuwkettingen enkel op de
voorbanden aan.
Gebruik geen sneeuwkettingen op de
achterbanden.
Kiezen van de juiste
sneeuwkettingen
Mazda geeft de voorkeur aan het
gebruik van kettingen met zeshoekige
stalen spanringen. Kies het juiste type
overeenkomstig uw bandenmaat.
Bandenmaat
215/65R16
215/55R18
Specificatie
Bij het aanbrengen van de
sneeuwkettingen dient de afstand
tussen het bandenprofiel en de ketting
zich binnen de voorgeschreven limieten
te bevinden zoals aangegeven in
onderstaande tabel.
Afstand [eenheid: mm]
A
MAX 9
Zijaanzicht
1.
Aanzicht in doorsnede
Sneeuwketting
Zeshoekig type
1.
Zeshoekig type
1.
2.
B
3.
MAX 9
A
B
Aanbrengen van
sneeuwkettingen
Als uw auto uitgerust is met
wieldoppen, deze verwijderen, om
bekrassing veroorzaakt door de
spanriemen te voorkomen.
Breng de sneeuwkettingen zo strak
mogelijk op de voorbanden aan.
Volg daarbij steeds de instructies
van de fabrikant.
Trek na het rijden van 1/2―1 km
de sneeuwkettingen opnieuw strak
aan.
Rijtips
3
3-19