De waarschuwingsknipperlichten zullen
3 maal knipperen.
Uitschakelen van een in
staat van paraatheid
gebracht systeem
Een systeem dat in staat van paraatheid
is gebracht kan uitgeschakeld worden
met gebruik van een van onderstaande
methodes:
• De ontgrendeltoets op de zender
ingedrukt wordt.
• Starten van de motor met de
startdrukknop.
• (Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
• Aanraken van het detectiegebied
van de aanraaksensor voor
portierontgrendeling.
De waarschuwingsknipperlichten zullen
tweemaal knipperen.
Stopzetten van het
waarschuwingsalarm
Een geactiveerd alarm kan
uitgeschakeld worden met gebruik van
een van onderstaande methodes:
• De ontgrendeltoets op de zender
ingedrukt wordt.
• Starten van de motor met de
startdrukknop.
• (Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
• Aanraken van het detectiegebied
van de aanraaksensor voor
portierontgrendeling.
• Indrukken van de elektrische
achterklepopener wanneer u de
sleutel meedraagt.
De waarschuwingsknipperlichten zullen
tweemaal knipperen.
Beveiligingssysteem
Brandstofbesparing
en
milieubescherming
Brandstofbesparing en
milieubescherming
De manier waarop u uw Mazda
gebruikt bepaalt de afstand die u met
een volle tank kunt afleggen. Volg
onderstaande suggesties om brandstof
te helpen besparen en de CO
te verminderen.
• Laat de motor niet langdurig
stationair draaien om op te warmen.
Begin te rijden, zodra de motor
soepel draait.
• Bespaar brandstof door snel
accelereren te vermijden.
• Rijd met lagere snelheden.
• Anticipeer bij het gebruik van de
remmen (vermijd plotseling
afremmen).
• Houd u aan het schema van
periodieke onderhoudsbeurten en
laat een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda-
reparateur, controles en onderhoud
uitvoeren.
• Gebruik de airconditioning uitsluitend
indien dit noodzakelijk is.
• Rijd langzaam tijdens het rijden op
slechte wegen.
• Zorg er voor dat de banden steeds de
voorgeschreven spanning hebben.
• Vervoer geen onnodig gewicht in de
auto mee.
• Laat uw voet tijdens het rijden niet op
het rempedaal rusten.
• Zorg er voor dat de wielen steeds
correct uitgelijnd zijn.
• Houd bij het rijden met hoge
snelheden de ramen gesloten.
Rijtips
3
-uitstoot
2
3-17