Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bedrading Naar Stuurklemmen - Danfoss VLT AutomationDrive FC 302 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 302:
Inhoudsopgave

Advertenties

Elektrische installatie
Klem
18
Parameter 5-10
Klem 18 digitale
19
Parameter 5-11
Klem 19 digitale
32
Parameter 5-14
Klem 32 digitale
5
5
33
Parameter 5-15
Klem 33 digitale
27
Parameter 5-12
Klem 27 digitale
29
Parameter 5-13
Klem 29 digitale
20
37
Tabel 5.2 Beschrijving digitale in-/uitgangsklemmen
Klem
39
42
Parameter 6-50
Klem 42 uitgang
50
66
Digitale in-/uitgangsklemmen
Parameter
Standaard-
instelling
[8] Start
Digitale ingangen.
ingang
[10]
Omkeren
ingang
[0] Niet in
bedrijf
ingang
[0] Niet in
bedrijf
ingang
[2] Vrijloop
Voor digitale ingang
geïnv.
of uitgang. De
ingang
standaardinstelling is
ingang.
[14] Jog
ingang
Common voor
digitale ingangen en
0 V-potentiaal voor 24
V-voeding.
STO
Als de optionele STO-
functie niet wordt
gebruikt, is er een
jumperkabel vereist
tussen klem 12 (of
13) en klem 37.
Hierdoor is het
mogelijk om de
frequentieregelaar te
laten werken met de
standaard fabrieksin-
stellingen.
Analoge in-/uitgangsklemmen
Parameter
Standaard-
instelling
Common voor
analoge uitgang.
[0] Niet in
Programmeerbare
bedrijf
analoge uitgang.
0-20 mA of
4-20 mA bij maximaal
500 Ω.
+10 V DC
10 V DC analoge
voedingsspanning
voor potentiometer of
thermistor. Maximaal
15 mA.
Danfoss A/S © 09/2018 Alle rechten voorbehouden.
®
VLT
AutomationDrive FC 302
Beschrijving
Klem
53
54
55
Tabel 5.3 Beschrijving analoge in-/uitgangsklemmen

5.9.3 Bedrading naar stuurklemmen

De stuurklemmen bevinden zich in de buurt van het LCP.
Stuurklemconnectoren kunnen worden losgekoppeld van
de frequentieregelaar. Dat maakt het installeren eenvoudig,
zoals te zien is in Afbeelding 5.35. Naar keuze kunt u draad
met massieve kern of buigzame draad aansluiten op de
stuurklemmen. Gebruik de volgende procedures om de
stuurdraden aan te sluiten of los te koppelen.
LET OP
Houd stuurkabels zo kort mogelijk en gescheiden van
hoogvermogenkabels om interferentie te minimaliseren.
Draden aansluiten op stuurklemmen
1.
2.
Beschrijving
3.
Analoge in-/uitgangsklemmen
Parameter
Standaard-
instelling
Parametergroep
Referentie Analoge ingang. Voor
6-1* Anal.
ingang 1.
Parametergroep
Terugkop-
6-2* Anal.
peling
ingang 2
Strip 10 mm (0,4 in) van de kunststof mantel aan
het uiteinde van de draad.
Steek de stuurdraad in het contact.
Draad met massieve kern: druk de
onbedekte draad in het contact. Zie
Afbeelding 5.37.
Buigzame draad: open het contact door
een kleine schroevendraaier in de sleuf
tussen de klemopening te steken en de
schroevendraaier naar binnen te
drukken. Zie Afbeelding 5.38. Steek
vervolgens de gestripte draad in het
contact en verwijder de schroeven-
draaier.
Trek voorzichtig aan de draad om te controleren
of de kabel stevig in het contact is geklemd.
Loszittende stuurkabels kunnen storingen in de
apparatuur of een verminderde werking tot
gevolg hebben.
Beschrijving
spanning of stroom.
Schakelaar A53 en
A54 worden ingesteld
op mA of V.
Common voor
analoge ingang.
MG34U510

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave