Specificaties
10.2 Netvoeding
Netvoeding (L1, L2, L3)
Voedingsspanning
Netspanning laag/uitval netvoeding (alleen voor 380-500 V en 525-690 V):
Bij lage netspanning of een netstoring blijft de frequentieregelaar in bedrijf totdat de DC-tussenkringspanning daalt tot onder het
minimale stopniveau. Dat ligt gewoonlijk 15% onder de minimale nominale netspanning van de frequentieregelaar. Bij een
netspanning van meer dan 10% onder de minimale nominale netspanning van de frequentieregelaar zijn inschakeling en een
volledig koppel waarschijnlijk niet mogelijk.
Netfrequentie
Maximale tijdelijke onbalans tussen netfasen
Werkelijke arbeidsfactor (λ)
Verschuivingsfactor (cos φ) nabij 1
Schakelen aan netingang L1, L2, L3 (inschakelingen)
Omgeving volgens EN 60664-1
De frequentieregelaar is geschikt voor gebruik in een circuit dat kan voorzien in een nominale korstluitstroom (SCCR) van
maximaal 100 kA bij 240/480/600 V.
1) Berekeningen gebaseerd op UL/IEC 61800-3.
10.3 Uitgangsvermogen van de motor en motorgegevens
Motoraansluiting (U, V, W)
Uitgangsspanning
Uitgangsfrequentie
Uitgangsfrequentie in fluxmodus
Schakelen in de uitgang
10
10
Aan- en uitlooptijden
1) Afhankelijk van spanning en vermogen.
Koppelkarakteristiek
Startkoppel (constant koppel)
Overbelastingskoppel (constant koppel)
1) Het percentage heeft betrekking op de nominale stroom van de frequentieregelaar.
2) Eenmaal per 10 minuten.
10.4 Omgevingscondities
Omgeving
Behuizing D1h/D2h/D5h/D6h/D7h/D8h
Behuizing D3h/D4h
Triltest (standaard/hoog)
Relatieve vochtigheid
Agressieve omgeving (IEC 60068-2-43) H
Agressieve gassen (IEC 60721-3-3)
Testmethode volgens IEC 60068-2-43
Omgevingstemperatuur (bij SFAVM-schakelmodus)
- met reductie
- bij volledig uitgangsvermogen van typische EFF2-motoren (tot 90% van de uitgangsstroom)
- bij volledige constante uitgangsstroom van de frequentieregelaar
Minimale omgevingstemperatuur bij volledig bedrijf
Minimale omgevingstemperatuur bij gereduceerd uitgangsvermogen
Temperatuur tijdens opslag/vervoer
Maximumhoogte boven zeeniveau zonder reductie
110
®
VLT
AutomationDrive FC 302
5-95% (IEC 721-3-3; klasse 3K3 (niet-condenserend) tijdens bedrijf )
S-test
2
Danfoss A/S © 09/2018 Alle rechten voorbehouden.
200-240 V, 380-500 V ± 10%, 525-690 V ± 10%
3,0% van de nominale netspanning
≥ 0,9 nominaal bij nominale belasting
Maximaal 1 keer/2 min
Overspanningscategorie III/verontreinigingsgraad 2
0-100% van de voedingsspanning
maximaal 150% gedurende 60 s
maximaal 150% gedurende 60 s
IP 21/Type 1, IP 54/Type 12
Maximaal 55 °C (131 °F)
maximaal 50 °C (122 °F)
Maximaal 45 °C (113 °F)
-25 tot +65/70 °C (13 tot 149/158 °F)
50/60 Hz ± 5%
1)
(> 0,98)
1)
0-590 Hz
0-300 Hz
onbeperkt
0,01-3600 s
1,2)
1,2)
IP 20/Chassis
0,7 g/1,0 g
Klasse Kd
Klasse 3C3
H2S (10 dagen)
1)
1)
1)
0 °C (32 °F)
-10 °C (14 °F)
1000 m (3281 ft)
MG34U510