Mechanische installatie
4.2 Benodigd gereedschap
Ontvangst/lossen
•
I-balk en haken die geschikt zijn om het gewicht
van de frequentieregelaar te hijsen. Zie
hoofdstuk 3.2 Vermogensklasse, gewicht en
afmetingen.
•
Kraan of ander hijsmiddel om de eenheid op zijn
4
4
plaats te zetten.
Installatie
•
Boor met boortjes van 10 mm (0,39 in) of 12 mm
(0,47 in).
•
Meetlint.
•
Diverse maten kruiskop- en platkopschroeven-
draaiers.
•
Dopsleutel met relevante metrische doppen (7-17
mm/0,28-0,67 in).
•
Dopsleutelverlengstukken.
•
Torx-schroevendraaier (T25 en T50).
•
Metaalpons voor kabelgoten of kabelwartels.
•
I-balk en haken die geschikt zijn om het gewicht
van de frequentieregelaar te hijsen. Zie
hoofdstuk 3.2 Vermogensklasse, gewicht en
afmetingen.
•
Kraan of ander hijsmiddel om de frequentiere-
gelaar op de sokkel en op zijn plaats te zetten.
4.3 Opslag
Sla de frequentieregelaar op in een droge omgeving. Laat
de apparatuur in de afgedichte verpakking staan totdat u
begint met installeren. Zie hoofdstuk 10.4 Omgevingscon-
dities voor de aanbevolen omgevingstemperatuur.
Periodiek formeren (laden van de condensator) tijdens
opslag is niet nodig, tenzij het product langer dan 12
maanden wordt opgeslagen.
18
®
VLT
AutomationDrive FC 302
4.4 Installatieomgevingen
LET OP
In omgevingen met vloeistofnevel, deeltjes of corrosieve
gassen moet u ervoor zorgen dat de IP/Type-klasse
overeenkomt met de installatieomgeving. Als niet aan de
omgevingsvereisten wordt voldaan, kan dat de
levensduur van de frequentieregelaar bekorten. Zorg dat
wordt voldaan aan de vereisten ten aanzien van
luchtvochtigheid, temperatuur en hoogte.
Zie hoofdstuk 10.4 Omgevingscondities voor gedetailleerde
omgevingsspecificaties.
LET OP
CONDENSATIE
Vocht kan condenseren op de elektronische
componenten en kortsluiting veroorzaken. Vermijd
installatie in gebieden waar vorst kan optreden.
Installeer een optionele kastverwarming als de frequen-
tieregelaar kouder is dan de omgevingslucht. De kans op
condensatie wordt kleiner als u de frequentieregelaar in
de stand-bymodus laat werken, zolang de vermogensdis-
sipatie ervoor zorgt dat de circuits vrij van vocht blijven.
Danfoss A/S © 09/2018 Alle rechten voorbehouden.
Spanning
Hoogtebeperkingen
[V]
200–240
Voor hoogtes boven 3000 m (9842 ft) moet u
contact opnemen met Danfoss in verband met
PELV.
380–500
Voor hoogtes boven 3000 m (9842 ft) moet u
contact opnemen met Danfoss in verband met
PELV.
525–690
Voor hoogtes boven 2000 m (6562 ft) moet u
contact opnemen met Danfoss in verband met
PELV.
Tabel 4.1 Installatie op grote hoogtes
MG34U510