NORDAC PRO (SK 500P) – Handboek met montagehandleiding
04
05
06
07
Opmerking: Worden meerdere vaste frequenties tegelijk aangestuurd, dan worden deze in overeenstemming
08
09
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
26
30
31
32
33
41
42
43
44
144
Bij de actuele regelwaarde wordt de frequentie uit P429
Vaste frequentie 1
1)
opgeteld.
Vaste frequentie 2
1)
Bij de actuele regelwaarde wordt de frequentie uit P430
opgeteld.
Vaste frequentie 3
1)
Bij de actuele regelwaarde wordt de frequentie uit P431
opgeteld.
Vaste frequentie 4
1)
Bij de actuele regelwaarde wordt de frequentie uit P432
opgeteld.
met de positieve of negatieve waarde opgeteld. Bovendien worden de analoge regelwaarde (P400)
en eventueel de minimale frequentie (P104) opgeteld.
par.-setomschakeling
Eerste bit van de omschakeling van de parameterset, selectie
van de actieve parameterset 1 ... 4 (P100).
op frequentie houden
Tijdens de acceleratie- of remfase leidt een "Low"- niveau tot
het "vasthouden" van de actuele uitgangsfrequentie. Een
"High"-niveau laat de curve doorlopen.
Spanning blokkeren
2)
Uitgangsspanning wordt uitgeschakeld, motor draait vrij.
Schnelstop
2)
Het apparaat verlaagt de frequentie met de snelstoptijd vanaf
P426.
Storingsreset
2)
Reset van de foutmelding met een extern signaal. Is deze
functie niet ingesteld, kan een foutmelding ook door een low
signaal van de vrijgave (P506) gereset worden.
Temperatuurbewaking
2)
Analoge analyse van het actieve signaal. Schakeldrempel ca.
2,5 V, uitschakelvertraging = 2 s, waarschuwing na 1 s.
Vanaf de SK 530P / SK 550P is er op de klemmen 38 en 39
een aparte aansluiting voor de PTC-thermistor voorzien. Als
er geen PTC-thermistor op de motor zit, kan de PTC-
thermistoringangsfunctie worden uitgeschakeld in parameter
P425.
Bij besturing via een BUS-systeem wordt bij een Low-niveau
Afstandbediening
2,3)
overgeschakeld naar de besturing via de stuurklemmen.
Tipfrequentie
1)
De waarde van de tipfrequentie (P113) kan worden ingesteld
met de toetsen HOGER / LAGER en ENTER, wanneer met
de ControlBox of ParameterBox wordt bestuurd.
Zoals instelwaarde 09, echter onder de minimale frequentie
Motorpotentiometer
P104 of boven de maximale frequentie P105 wordt de
frequentie niet vastgehouden.
parasetomsch. 2
Tweede bit van de omschakeling van de parameterset,
selectie van de actieve parameterset 1 ... 4 (P100).
De ingang moet cyclisch (P460) een 'high'-flank zien, anders
Watchdog
2)
wordt er met foutmelding E012 uitgeschakeld. Functie begint
met de 1e High-flank
Regelwaarde 1 aan/uit
In-/uitschakelen van de analoge ingang 1 resp. 2 (high=AAN).
Het Low-signaal zet de analoge ingang op 0 %, wat bij een
Regelwaarde 2 aan/uit
minimale frequentie P104 > van de absolute minimale
frequentie P505 niet tot een stilstand leidt.
Bij de actuele regelwaarde wordt de frequentie uit P433
Vaste frequentie 5
1)
opgeteld.
... 25
Gereserveerd POSICON.
... 29
Gereserveerd.
PID sperren
In- of uitschakelen van de PID-regelaar/procesregelaarfunctie
(hoog = PID ingeschakeld)
Rechtsom sperren
2,4)
Blokkeert de "Vrijgave rechtsom/linksom" via een digitale
ingang of busaansturing. Is niet gerelateerd aan de
Linksom sperren
2,4)
daadwerkelijke draairichting (bijv. na geïnverteerde
regelwaarde) van de motor.
... 40
Gereserveerd.
spoor-Z TTL-encoder
Evaluatie van het nulspoor van een TTL-encoder. Aansluiting
alleen op digitale ingang 5 (DI5).
spoor-Z HTL-encoder
Evaluatie van het nulspoor van een HTL-encoder.
spoor-A HTL-encoder
Evaluatie van een 24 V-HTL-encoder voor toerentalmeting
(aansluiting spoor A en B alleen mogelijk op de digitale
spoor-B HTL-encoder
ingangen 3 en 4 (DI3, DI4)) De frequenties die kunnen
3/4
worden uitgezonden moeten tussen 50 Hz en 150 kHz liggen
voor een veilige evaluatie.
high
high
high
high
high
low
low
low
01
Flank
niveau
high
high
low
high
01
Flank
high
high
low
low
low
impulsen
impulsen
BU 0600 nl-4022