Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Nord Drivesystems NORDAC PRO SK 500P Montagehandleiding pagina 125

Inhoudsopgave

Advertenties

Pos : 374 /Anleitungen/El ektr onik /FU und Starter/5. Par ameter/Par ameter auflistung (P000 ...)/P300- P399/P330 - Startr ot.l age Erken. [SK 500P, SK 2xx E-FDS] @ 84\m od_1646393331654_2130.docx @ 2881707 @ @ 1
P330
Ident. startrotor pos
Instelbereik
0 ... 7
Fabrieksinstelling
{ 0 }
Beschrijving
„Startrotorpositie herkenning". Keuze van de procedure voor het bepalen van de
startrotorpositie (initiële waarde van de rotorpositie) van een PMSM (Permanent
Magnet Synchron Motor). Deze parameter is alleen relevant voor het regelproces
"CFC closed-loop" (P300), instelling {1}.
Instelwaarden
Waarde
Pos : 375 /Anleitungen/El ektr onik /FU und Starter/5. Par ameter/Par ameter auflistung (P000 ...)/P300- P399/P330 – Startrotorl age Erkennung _ Ei nstellung 0 [SK 500P, SK 2xx E-FDS] @ 70\m od_1617892828309_2130.docx @ 2757849 @ @ 1
0
Pos : 376 /Anleitungen/El ektr onik /FU und Starter/5. Par ameter/Par ameter auflistung (P000 ...)/P300- P399/P330 – Startrotorl age Erkennung _ Ei nstellung 1 [SK 500P, SK 2xx E-FDS] @ 74\m od_1622639167369_2130.docx @ 2786800 @ @ 1
1
Pos : 377 /Anleitungen/El ektr onik /FU und Starter/5. Par ameter/Par ameter auflistung (P000 ...)/P300- P399/P330 – Startrotorl age Erkennung _ Ei nstellung 2 [SK 500P] @ 89\m od_1656922278454_2130.docx @ 2921243 @ @ 1
2
Pos : 378 /Anleitungen/El ektr onik /FU und Starter/5. Par ameter/Par ameter auflistung (P000 ...)/P300- P399/P330 – Startrotorl age Erkennung _ Ei nstellung 3 [SK 500P] @ 70\m od_1617953252952_2130.docx @ 2758001 @ @ 1
3
Pos : 379 /Anleitungen/El ektr onik /FU und Starter/5. Par ameter/Par ameter auflistung (P000 ...)/P300- P399/P330 – Startrotorl age Erkennung _ Ei nstellung 4 [SK 500P] @ 75\m od_1622796286042_2130.docx @ 2787778 @ @ 1
4
Pos : 380 /Anleitungen/El ektr onik /FU und Starter/5. Par ameter/Par ameter auflistung (P000 ...)/P300- P399/P330 – Startrotorl age Erkennung _ Ei nstellung 5 [SK 500P] @ 70\m od_1617953934730_2130.docx @ 2758075 @ @ 1
5
Pos : 381 /Anleitungen/El ektr onik /FU und Starter/5. Par ameter/Par ameter auflistung (P000 ...)/P300- P399/P330 - Startr otorlage Erk ennung _ Eins tellung 6 [SK 500P] @ 70\m od_1617954204541_2130.docx @ 2758112 @ @ 1
6
Pos : 382 /Anleitungen/El ektr onik /FU und Starter/5. Par ameter/Par ameter auflistung (P000 ...)/P300- P399/P330 - Startr otorlage Erk ennung _ Eins tellung 7 [SK 500P] @ 70\m od_1617954477108_2130.docx @ 2758149 @ @ 1
7
Pos : 383 /Allgem ein/Allgem eingültig e Module/---------Seitenumbr uc h k ompakt --------- @ 13\m od_1476369695906_0.doc x @ 2265504 @ @ 1
BU 0600 nl-4022
Betekenis
Spanninggestuurd: Wanneer de machine voor het eerst wordt gestart, wordt een spanningswijzer
ingedrukt, die ervoor zorgt dat de rotor van de machine wordt uitgelijnd met de rotorpositie "nul". Dit
type positiebepaling van de startrotor kan alleen worden gebruikt als er geen tegenkoppel van de
machine wordt toegepast bij de frequentie "nul" (bijv. vliegwielaandrijvingen). Als aan deze
voorwaarde wordt voldaan, is dit proces voor het bepalen van de rotorpositie zeer nauwkeurig (<1°
elektrisch). Dit proces is ongeschikt voor hefinstallaties, omdat er altijd een tegenmoment is.
Voor encoderloze werking geldt: Tot aan de wisselfrequentie P331 wordt de motor (ondergedompeld
in de nominale stroom) spanningsgestuurd. Wanneer de omschakelfrequentie is bereikt, schakelt het
systeem over op het EMV-proces voor het bepalen van de rotorpositie. Als de frequentie onder de
waarde in P331 valt, rekening houdend met de hysteresis (P332), schakelt de frequentieomvormer
terug van de EMV-modus naar de spanningsgestuurde modus.
Testsignaalproces: De positie van de startrotor wordt bepaald door een testsignaal. Indien deze
procedure ook moet worden uitgevoerd met gesloten rem bij stilstand, is een PMSM met voldoende
anisotropie tussen de inductiviteit van de d- en q-as vereist. Hoe hoger deze anisotropie is, hoe
nauwkeuriger het proces werkt. Met de parameter P212 kan het spanningsniveau van het testsignaal
worden gewijzigd en met de parameter P333 kan de rotorpositieregelaar worden aangepast. Met het
testsignaalproces wordt een nauwkeurigheid van de rotorpositie van 5°...10° elektrisch (afhankelijk
van de motor en de anisotropie) bereikt voor motoren die in principe geschikt zijn voor de processen.
Met P336 kan de voorwaarde voor het activeren van de testsignaalprocedure worden geselecteerd.
Waarde universele encoder, "Waarde univ. enc.": Bij deze processen wordt de startrotorpositie
bepaald op basis van de absolute positie van een universele encoder (Hiperface, EnDat met
Sin/Cos-spoor, BISS met Sin/Cos-spoor of SSI met Sin/Cos-spoor). Het type van de universele
encoder wordt ingesteld in parameter P604. Om de positie-informatie duidelijk te maken, moet
bekend zijn (of worden bepaald) hoe de rotorpositie zich verhoudt tot de absolute positie van de
universele encoder. Dit gebeurt met behulp van de offsetparameter P334. Motoren moeten worden
geleverd met een "nul" startrotorpositie of met een startrotorpositie die op de motor is genoteerd.
Als deze waarde niet beschikbaar is, kan de offsetwaarde ook worden bepaald met de instellingen
{0} en {1} van parameter P330. Hiervoor wordt de aandrijving één keer met de instelling {0} of {1}
gestart. Na de eerste start staat de bepaalde offsetwaarde in parameter P334. Deze waarde is
alleen opgeslagen in RAM. Om het over te brengen naar de EEPROM moet het eenmalig
kortstondig worden aangepast en vervolgens weer worden teruggezet op de vastgestelde waarde.
Vervolgens kan een fijnafstelling worden uitgevoerd terwijl de motor stationair draait. Hiervoor
wordt de aandrijving in de Closed-Loop-modus ( P300=1) met het hoogst mogelijke toerental, maar
onder het veldverzwakkingspunt gedraaid. De offset wordt nu vanaf het startpunt langzaam zo
veranderd, dat de waarde van de spanningscomponent U
moet worden gestreefd naar een evenwicht tussen positieve en negatieve rotatierichting. Over het
algemeen wordt de waarde "nul" niet helemaal bereikt, omdat de aandrijving bij hogere snelheden
licht wordt belast door het ventilatorwiel van de motor. De universele encoder moet zich op de
motoras bevinden.
Opmerking: Als de UART-encoder wordt gebruikt voor de snelheidsregeling, kan via de instelling
{2} geen rotorpositiekoppeling plaatsvinden. Fout E19.1 wordt geactiveerd.
Waarde CANopen encoder, "Waarde CANopen encoder": Net als {2}, wordt echter een CANopen
absolute encoder gebruikt voor het bepalen van de startpositie van de rotor.
Spanning Nulspoor,, "Spanning nulspoor". Zoals instelling {0}, maar rekening houdend met het
nulpunt van de encoder. De evaluatie van het nulpunt wordt geactiveerd via P420 "Digitale ingangen".
Bij incrementele encoders als roterende encoders met nulspoor wordt de positie van het nulspoor bij
NORD-motoren tijdens de productie uitgelijnd met de magnetische positie "0" van de motor. Nadat de
nulimpuls voor de eerste keer is bereikt, neemt de omvormer deze waarde dus over als
referentiewaarde en bereikt zo een hoge mate van nauwkeurigheid. Hierdoor wordt een optimaal
gebruik van de stroom per koppel resp. een optimaal motorrendement bereikt. Met P420 kan worden
ingesteld of het nulspoor eenmalig of na elke vrijgave moet worden geëvalueerd.
Testsignaal nulspoor: Zoals instelling {1}, maar rekening houdend met het nulpunt van de encoder.
De evaluatie van het nulpunt wordt geactiveerd via P420 "Digitale ingangen".
Spg. spoor-Z sync., "Spanninggestuurd met spoor-Z sync.": Als instelling {4}, maar de
startrotorpositie wordt bij elke vrijgave bepaald.
Testsig. spoor-Z sync., "Testsignaalprocedure met spoor-Z sync.": Als instelling {5}, maar de
startrotorpositie wordt bij elke vrijgave bepaald.
5 Parameter
S
(P723) zo dicht mogelijk bij nul komt. Er
d
125

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave