Pos : 331 /Anleitungen/El ektr onik /FU und Starter/5. Par ameter/Par ameter auflistung (P000 ...)/Hinw eisfelder N etzs pannung/IN FORM ATION- Kei ne Werte ohne N etz spannung-allgem ein @ 74\m od_1622618792418_2130.docx @ 2786467 @ @ 1
Informatie
De volgende parameter geeft de waarde 0 of niet de op dat moment correcte bedrijfswaarde als er
geen netspanning (X1) aanwezig is.
Pos : 332 /Anleitungen/El ektr onik /FU und Starter/5. Par ameter/Par ameter auflistung (P000 ...)/P200- P299/P220 - Para.-identi fikation [SK 500P, SK 300P, SK 2xxE-FD S] @ 88\mod_1651242607743_2130.docx @ 2907907 @ @ 1
P220
Param. identificatie
Instelbereik
0 ... 2
Fabrieksinstelling
{ 0 }
Beschrijving
de motorgegevens via deze parameter automatisch door het apparaat bepaald.
Schakel de netspanning niet uit, terwijl u de parameters identificeert.
Ingemeten motorgegevens maken vaak een beter aandrijfgedrag mogelijk. Als het
bedrijfsgedrag ongunstig is na identificatie, stel dan de parameters P201.... P208
handmatig in.
Aanwijzing
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Instelwaarden
Waarde
Pos : 333 /Anleitungen/El ektr onik /FU und Starter/5. Par ameter/Par ameter auflistung (P000 ...)/P200- P299/P220 - Para.-identi fikation_Eins tellw erte [SK 500P, SK 300P, SK 2x xE-FD S] @ 70\mod_1617888718410_2130.docx @ 2757028 @ @ 1
0
1
2
Pos : 334 /Allgem ein/Allgem eingültig e Module/---------Seitenumbr uc h k ompakt --------- @ 13\m od_1476369695906_0.doc x @ 2265504 @ @ 1
BU 0600 nl-4022
"Parameteridentificatie" Bij apparaten tot 5.5 KW (230 V ≤ 2.2 kW)-vermogen worden
Controleer de volgende motorgegevens aan de hand van het typeplaatje voordat u
met de parameteridentificatie begint:
– Nominale frequentie P201
– Nominaal toerental P202
– Spanning P204
– Vermogen P205
– Motoraansluiting P207
Voer de parameteridentificatie alleen uit als de motor koud is (15 ... 25 °C). Tijdens
het bedrijf wordt rekening gehouden met de motoropwarming.
De FO moet zich in de toestand "bedrijfsgereed" bevinden. Bij BUS-bedrijf moet
de BUS storingvrij en in bedrijf zijn.
Het motorvermogen mag maximaal één vermogenstrap hoger of drie
vermogenstrappen lager zijn dan het nominale vermogen van de FO.
Voor een betrouwbare identificatie moet een maximale lengte van de motorkabel
van 20 m in acht worden genomen.
Zorg ervoor dat de verbinding met de motor niet wordt onderbroken tijdens het
meetproces.
Als de identificatie niet met succes kan worden voltooid, wordt de foutmelding
E019 gegenereerd.
Na de parameteridentificatie is P220 weer = 0.
Bij gebruik van synchrone motoren moeten ook de parameters P241, P243, P244
en P246 geparametriseerd worden.
geen identificatie
Identificatie R
S
Identificatie motor
Betekenis
De statorweerstand (weergave in P208) wordt door meervoudige
meting bepaald.
Deze functie is alleen bij apparaten tot 5.5 KW (230 V ≤ 2.2 kW)
bruikbaar.
Alle motorparameters (P202, P203, P206, P208, P209)
ASM:
worden bepaald.
PMSM:
De statorweerstand P208 en de inductiviteit P241
worden bepaald.
5 Parameter
P
117