06
07
08
09
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
46
47
48
49
53
54
55
56
57
58
1)
2)
Opmerking: Overzicht van normeringen (Hoofdstuk. 8.10).
Pos : 411 /Allgem ein/Allgem eingültig e Module/---------Seitenumbr uc h k ompakt --------- @ 13\m od_1476369695906_0.doc x @ 2265504 @ @ 1
BU 0600 nl-4022
Stroomgrens
Maximale frequentie
act. freq. PID begr.
1)
Act. freq. PID bew.
1)
Moment servomodus
Koppelgrens
Gereserveerd
Product
Act.waard.proces.reg
1)
Nom.waard.proces.reg
1)
Optel.proces.regel.
1)
Gereserveerd
curvebewegingcontrole
Curvebewegingscontrole
Gereserveerd
analoge uitg. inschakelen
... 45 gereserveerd
Koppelregelw. p. reg.
Overbr.fact. gearin
Motortemperatuur
Acc./dec. tijd
D-corr. freq. proces
D-corr. koppel
D-corr. freq.+koppel
Versnellingstijd
Deceleratietijd
Voorbehouden voor POSICON
Details procesregelaar: P400 en "Procesregelaar".
De grenswaarden worden gevormd door de parameter P410 "Minimale frequentie secundaire
regelwaarden" en de parameter P411 "Maximale frequentie secundaire regelwaarden".
Op basis van de ingestelde stroomgrens P536 kan dit via de
analoge ingang worden gewijzigd.
De maximale frequentie van de frequentieomvormer wordt
gevarieerd. 100% komt overeen met de instelling in de parameter
P411. 0 % komt overeen met de instelling in de parameter P410.
De waarden voor de min./max. Uitgangsfrequentie P104 / P105
kan niet worden overschreden of onderschreden.
Zoals functie {3) "Act. Freq. PID", maar de uitgangsfrequentie kan
niet onder de geprogrammeerde waarde "Minimumfrequentie" in
parameter P104 komen (geen omkering van de draairichting).
Zoals functie 3 "Act. Freq. PID", behalve dat de FO de
uitgangsfrequentie uitschakelt wanneer de minimumfrequentie
P104 wordt bereikt.
In de regelmodus "CFC closed-loop" (P300 = 1) kan het
motorkoppel via deze functie ingesteld / beperkt worden. Hierdoor
wordt de toerentalregelaar uitgeschakeld en wordt een
koppelregeling geactiveerd. De analoge ingang vertegenwoordigt
de richtwaardebron.
In het open-loop-proces (P300 ≠ 1) kan deze functie worden
gebruikt met verminderde regelkwaliteit.
Deze functie maakt het mogelijk om een waarde voor de
koppelbehoefte vooraf in de regelaar vast te leggen
(storingswaarde-inschakeling). Deze functie kan bij hefinstallaties
met een aparte lastmeting voor een betere overname van de last
worden gebruikt.
De nominale waarde wordt vermenigvuldigd met de opgegeven
analoge waarde. De op 100 % ingestelde analoge waarde komt
daarbij overeen met een vermenigvuldigingsfactor van 1.
Activeert de procesregelaar. De analoge ingang 1 is verbonden
met de actuele waarde-encoder (danser, drukmeter,
volumestroommeter, ...). De modus (0-10V of 0/4-20mA) wordt
ingesteld in P401.
als functie 14, maar de instelwaarde moet worden opgegeven (bijv.
via een potentiometer). De meetwaarde moet via een andere
ingang aangesloten worden.
Telt na de procesregelaar een instelbare additionele nominale
waarde op.
De slave geeft zijn huidige snelheid door aan de master. Deze
berekent de huidige doelsnelheid uit de eigen snelheid, de
slavesnelheid en de hoofdsnelheid. Dit betekent dat geen van
beide aandrijvingen sneller beweegt in de curve dan bij de
commando snelheid.
Waarde uit P542
Instelwaarde koppel procesregelaar
Instellen van de overbrengingsverhouding tussen master en slave
Temperatuurmeting motor met temperatuursensor (bijv. KTY-84),
details (Hoofdstuk. 4.4)
Acceleratie en deceleratie
"Diametercorrectiefrequentie PID-procesregelaar".
"Diametercorrectie koppel"
"Diametercorrectie frequentie PID-procesregelaar en koppel".
Aanpassing van de tijd voor het versnellingsproces. 0 % komt
overeen met de kortst mogelijke tijd, 100% komt overeen met P102
Aanpassing van de tijd voor het remproces. 0 % komt overeen met
de kortst mogelijke tijd, 100% komt overeen met P103
5 Parameter
131