Gebruiksaanwijzing Primus 1058 Life
7 Veiligheidscontrole - Testvoorschrift | 7.2 Handleidingen voor de veiligheidscontrole
Aanwijzing
De bij de visuele inspectie vastgestelde klachten moeten in het controlever-
slag worden genoteerd. Er moet worden beoordeeld of het gaat om gebreken
die de veilige werkingstoestand van de unit aantasten. Vormen de vastge-
stelde klachten een veiligheidsrisico en kunnen deze niet direct worden ver-
holpen, dan moet de unit worden stilgelegd tot deze opnieuw veilig functio-
neert.
7.2.3 Metingen
Gevaar voor personen door gebrekkige zorgvuldigheid bij de controle.
▶ Voor het aansluiten van de behandelunit aan de veiligheidstester deze aan
de netzekering ter plaatse loskoppelen van het net.
▶ Alle controles zo doorvoeren dat er geen gevaar ontstaat voor het controle-
personeel, de patiënten of andere personen.
Aanwijzing
De veiligheidstester moet beantwoorden aan de in DIN EN 62353 [IEC
62353] in bijlage C beschreven eisen.
Aanwijzing
Indien niet anders aangegeven, zijn alle waarden voor spanning en stroom
effectieve waarden van een wissel-, gelijk- of mengspanning resp. een wis-
sel-, gelijk- of mengstroom.
Aanwijzing
Verbindingskabels zoals datalijnen en kabels voor functionele aarding kunnen
randaardeverbindingen simuleren. Dergelijke bijkomende, echter niet bedoel-
de randaardeverbindingen kunnen leiden tot foutieve metingen.
Aanwijzing
Kabels en leidingen, bijv. aansluitleidingen op het net, meetleidingen en ge-
gevensleidingen moeten zo gerangschikt zijn dat de invloed ervan op de me-
ting beperkt is tot een minimum.
Aanwijzing
Als meethulp kunnen de volgende hulpmiddelen worden besteld: KaVo meet-
kabel (Mat.-nr.: 0.411.8811)
WAARSCHUWING
100 / 128