Inhoudsopgave
Advertenties
Bedienen
Instelbare waarden controleren
Direct instelbare grootheden wijzigen
Slagfrequentie
Doseercapaciteit
Factor
Programmaversies weergeven
Batchgrootte
Aanzuigen
Fout bevestigen
40
[i] verschijnt er een andere basisweergave. Het
Na elke druk op de toets
aantal basisweergaven hangt af van de identcode, de geselecteerde
bedrijfsmodus en de aangesloten extra inrichtingen.
Druk net zo lang op één van de
schijnt om een waarde (zie onder) direct in de desbetreffende basisweer‐
gave te wijzigen.
(De vertraging is geprogrammeerd zodat de waarden niet per ongeluk
kunnen worden gewijzigd.)
Als
„CODE 2" is ingesteld moet u nadat u op een [pijltoets] heeft gedrukt,
eerst de code invoeren.
De direct instelbare waarden zijn de volgende:
„Manual" , „Contact" en „Batch" :
In de bedieningsmenu's
U kunt de slagfrequentie aanpassen in de basisweergave
„Slagfrequentie" .
„Manual" :
In de bedrijfsmodus
U kunt de doseercapaciteit aanpassen in de basisweergave "Doseercapa‐
citeit".
De factor is het aantal slagen dat door een externe puls of een druk op de
toets
[P] (alleen in de bedrijfsmodus „Batch" ) wordt geactiveerd.
„Batch" :
In de bedrijfsmodus
U kunt de factor in de basisweergave "Restslagen" wijzigen. Enkele
seconden nadat u de factor heeft ingesteld, gaat de pompbesturing terug
naar de aanvankelijke basisweergave.
Druk 10 sec. lang op de toets
„V1052" + „X1010"
Laat bij „LOAD3" onmiddellijk de toets [P] los!
In de bedrijfsmodus
„Batch" :
U kunt de batchgrootte in de basisweergave "Batchgrootte/restliters" wij‐
zigen. Enkele seconden nadat u de batchgrootte heeft ingesteld, gaat de
pompbesturing terug naar de aanvankelijke basisweergave.
Als u gelijktijdig op de beide
zuigen" geactiveerd.
Storingen worden bevestigd door kort op de toets
[pijltoetsen] totdat de indicator [Set] ver‐
[P] om de programmaversies weer te geven:
[pijltoetsen] drukt, wordt de functie "Aan‐
[P] te drukken.
Advertenties
Inhoudsopgave
