Samenvatting van Inhoud voor ProMinent Sigma/ 2 Controltype S2Cb
Pagina 1
Gebruikershandleiding Membraan-motordoseerpompen Sigma/ 2 Controltype S2Cb Voor het begin van alle werkzaamheden de handleiding lezen. Nooit weggooien. De gebruiker is aansprakelijk bij schade als gevolg van installatie- en bedieningsfouten. De nieuwste versie van een gebruikershandleiding is beschikbaar op onze homepage.
Aanvullende aanwijzingen Aanvullende aanwijzingen Lees de volgende, aanvullende aanwijzingen door! Wanneer u deze kent, doet u daarmee uw voordeel tijdens het gebruik van de gebruikershandlei‐ ding. In de tekst zijn de volgende onderdelen geaccentueerd: Opsommingen Afb. 1: Aub lezen! Instructies ð...
Hydraulische aansluiting Standaard schroefdraadaansluiting (conform technische gege‐ vens) Wartelmoer en inlegdeel PVC Wartelmoer en inlegdeel PP Wartelmoer en inlegdeel PVDF Wartelmoer en inlegdeel SS Wartelmoer en slangpilaar PVDF Wartelmoer en slangpilaar SS Wartelmoer en lasmof SS Uitvoering Met ProMinent ® logo...
Pagina 6
Identcode S2Cb Sigma 2, Controltype, versie b Zonder ProMinent ® logo Fysiologisch verdraag‐ FDA-Nr. 21 CFR §177.1550 zaam m.b.t. met materiaal (PTFE) dat in aanraking komt met FDA-Nr. 21 CFR §177.2510 het medium (PVDF) Elektrische voeding 1 fase, 100 - 230 V, ±10%, 50/60 Hz...
Pagina 7
Identcode S2Cb Sigma 2, Controltype, versie b Doseerbewaking, dynamisch, met toegangscontrole Taal Duits Engels Spaans Frans FPM = fluorrubber ** Pomp zonder besturingseenheid HMI...
De algemene beperkingen met betrekking tot viscositeitsgrens‐ waarden, weerstand tegen chemicaliën en de dichtheid moeten worden opgevolgd - zie ook de bestendigheidslijst van ProMinent (productcatalogus of via www.prominent.com)! Alle andere toepassingen en/of het ombouwen zijn verboden. De pomp is niet bestemd voor het doseren van gasvormige media of vaste stoffen.
Pagina 9
Veiligheidshoofdstuk De pomp mag alleen door hiervoor opgeleid en bevoegd personeel worden bediend - zie de onderstaande tabel "Kwalificaties". Het opvolgen van de informatie in de gebruikershandleiding met betrekking tot de verschillende levensduurfasen van het apparaat is verplicht. Kwalificatie personeel Activiteit Kwalificatie Opslag, transport, uitpakken...
Pagina 10
– Houd bij het kiezen van het doseermedium rekening met de bestendigheid van de materialen die met het medium in aanraking komen en de ProMinent- bestendigheidslijst - zie ProMinent productcatalogus of op onze homepage.
Pagina 11
Gebruik van niet originele delen kan persoonlijk letsel en materiële schade tot gevolg hebben. – Bouw uitsluitend onderdelen in doseerpompen die door ProMinent zijn gecontroleerd en aanbevolen. VOORZICHTIG! Gevaar door onjuist bediende of slecht onderhouden pomp Een slecht toegankelijke pomp kan gevaarlijk zijn door onjuiste bediening en slecht onderhoud.
Het formulier "Decontaminatieverklaring" vindt u op www.prominent.com. WAARSCHUWING! Spanbanden kunnen scheuren ProMinent levert alleen "Wegwerphijsbanden" volgens DIN EN 60005 mee. Deze kunnen scheuren als ze te vaak worden gebruikt. – Zodra de pomp op de definitieve is gehesen, de transportbanden vernietigen en recyclen.
Overzicht van apparaat en besturingselementen 4.1 Toetsfuncties Toets Gebruik In Continuweergaven (bedienen) In de Instelmodus (instellen) [STOP/START] kort ingedrukt Pomp stopzetten, Pomp stopzetten, Pomp starten Pomp starten [P/OK] kort ingedrukt Charge starten (alleen in bedrijfs‐ Invoer bevestigen en naar het vol‐ modus “Charge”...
Pagina 16
Overzicht van apparaat en besturingselementen De indicatoren en de gegevens in de verschillende velden van het LCD- scherm hebben diverse betekenissen: 1 2 3 4 B0413 Hoofdscherm in bedrijf Bronverwijzing voor Stop Gebruik van hulpfrequentie/membraanbreuksensor uitgeschakeld Moduleoptie Bedrijfsmodus Hoofdweergave Nevenweergave Weergavetype (aantal pagina's) Meer indicatoren;...
Pagina 17
Overzicht van apparaat en besturingselementen Veldnr. Symbool Naam Betekenis Profi PROFIBUS ® De optie "PROFIBUS ® " is ingeschakeld. “Manual” “Manual” MANUAL Bedrijfsmodus “Contact” “Contact” CONTACT Bedrijfsmodus “Charge” “Charge” CHARGE Bedrijfsmodus “Analog” “Analog” ANALOG Bedrijfsmodus Fout Er is een storing opgetreden. Slaglengtewijziging Afwijking van de slaglengte ten opzicht van de waarde die was ingesteld op het tijdstip van de laatste vergrende‐...
Functieomschrijving Functieomschrijving 5.1 Pomp De doseerpomp is een oscillerende verdringerpomp met instelbare slag‐ lengte. De doseerpomp wordt aangedreven door een elektromotor. De drijfstang brengt de pompslag over op het doseermembraan. Weergave van de pompslag De pompslag van de verdringer wordt continu geregistreerd en bijge‐ stuurd, zodat de slag volgens een vooraf ingesteld doseerprofiel wordt uit‐...
Functieomschrijving Bij een voor aanzuiging geoptimaliseerd doseerprofiel wordt de zuigslag zo lang mogelijk gerekt, waardoor een exacte en eenvoudige dosering van taaivloeibare of uitgassende media mogelijk is. Deze instelling moet ook worden gekozen voor het minimaliseren van de NPSH-waarde. P_SI_0104_SW 5.2 Doseereenheid Het membraan (2) sluit het pompvolume van de doseerkop (4) naar buiten hermetisch af.
Functieomschrijving Alleen de motor en de overbrenging worden door het geïntegreerde over‐ stortventiel beschermd, en dat uitsluitend tegen een ontoelaatbare over‐ druk die door de doseerpomp zelf wordt veroorzaakt. De installatie wordt door het veiligheidsventiel niet beschermd tegen overdruk. Het geïntegreerde overstortventiel werkt als een ontluchtingsventiel zodra de draaiknop (3) op "open"...
FIBUS DP-interface). In deze bedrijfsmodus is het mogelijkh de pomp via ® een BUS aan te sturen; zie de "Aanvullende gebruikershandleiding voor ProMinent delta en Sigma met PROFIBUS ". ® 5.6 Functies Via de identcode kunt u de volgende functies bestellen: Overbelastinguitschakeling (optie): De pomp kan bij overschrijding van een gedefinieerd tolerantiebereik elektronisch waarschuwen en uitscha‐...
Functieomschrijving Functie "Flow": Stopt de pomp bij een te laag debiet, als een doseerbewa‐ king is aangesloten. U kunt het aantal foute slagen waarbij de pomp moet “Instellingen” . worden uitgeschakeld instellen in het menu De volgende functies zijn standaard beschikbaar: Functie "Niveauschakelaar": Informatie over het vulniveau in de doseer‐...
Functieomschrijving 5.8 Functie- en storingsindicator De bedrijfs- en storingstoestanden worden weergegeven door de drie “Fout” op het LCD-scherm; zie ook hoofdstuk LED's en de indicator "Functiestoringen verhelpen": 5.9 LCD-scherm “Fout” en een foutmelding weerge‐ Bij een storing worden de indicator geven.
Pagina 24
Functieomschrijving Het volgende overzicht geeft de rangorde aan: 1. - Aanzuigen 2. - Storing, Stop, Pauze 3. - Hulpfrequentie (externe frequentieomschakeling) 4. - Manual, Extern Contact, Charge, Extern Analog Commentaar: bij 1 - "Aanzuigen" is in elke toestand mogelijk (zolang de pomp werkt). bij 2 - "Storing", "Stop"...
Monteren Monteren De maten op de maatschets en van de pomp verge‐ lijken. Fundament WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schok Wanneer water of andere elektrisch geleidende vloei‐ stoffen anders dan via de zuigaansluiting in de pomp terechtkomen, kan dat een elektrische schok veroor‐ zaken.
Pagina 26
Monteren Persventiel Doseerkop Zuigventiel Zorg bij de doseerkop en de zuig- en persventielen voor voldoende vrije ruimte (f), zodat er probleemloos onderhouds- en reparatiewerkzaam‐ heden aan deze onderdelen kunnen worden uitgevoerd. P_MOZ_0017_SW Afb. 12 Oriëntatie doseereenheid Doseercapaciteit te gering Staan de ventielen van de doseereenheid niet rechtop, sluiten ze niet goed.
Installeren Installeren VOORZICHTIG! Gevaar voor persoonlijk letsel en materiële schade Worden tijdens de installatie de technische gegevens niet opgevolgd, kan dit tot lichamelijk letsel en materiële schade leiden. – De technische gegevens - zie hoofdstuk "Techni‐ sche gegevens" en eventueel de gebruikershandlei‐ dingen van het toebehoren opvolgen.
Pagina 28
Installeren VOORZICHTIG! Aanzuigproblemen mogelijk Wanneer het doseermedium deeltjes groter dan 0,3 mm bevat, kunnen de ventielen niet meer volledig sluiten. – Installeer een passend filter in de zuigleiding. VOORZICHTIG! Waarschuwing voor het springen van de persleiding Is de persleiding gesloten (bijv. door verstopt raken van een persleiding of door het sluiten van een ventiel), kan de druk die de doseerpomp genereert een veelvoud bereiken van de toegestane druk van de installatie resp.
Pagina 29
De PTFE-vormpakkingen met flens die bij de pomp worden geleverd voor de pompaansluitingen, dichten verbindingen tussen geribbelde pompven‐ P_SI_0021 tielen en geribbelde inlegdelen van ProMinent af - Ä Meer informatie op pagina 27 . Afb. 14: Vormpakking bij geribbeld inleg‐ deel –...
Pagina 30
Installeren Stalen pijpleiding Flexibel leidingstuk Doseereenheid van kunststof P_MOZ_0021_SW Afb. 17: Stalen pijpleiding aan doseereen‐ heid Geïntegreerd overstortventiel, resp. geïn‐ tegreerd veiligheidsventiel WAARSCHUWING! Product kan gevaarlijk worden verontreinigd Allen bij uitvoering "Fysiologisch verdraagzaam m.b.t. met materiaal dat in aanraking komt met het medium": Opent het geïntegreerde ontluchtingsventiel of het geïn‐...
Pagina 31
Installeren VOORZICHTIG! Gevaar van scheurvorming Bij de PVT-doseereenheid kunnen scheuren in de doseereenheid ontstaan, als op het overstortventiel een metalen overloopleiding wordt aangesloten. – Sluit geen metalen overloopleiding aan op het over‐ stortventiel. VOORZICHTIG! Gevaar door defect in geïntegreerd overstortventiel Het geïntegreerde overstortventiel functioneert niet meer betrouwbaar bij doseermedia met een viscositeit hoger dan 200 mPa s.
Installeren 7.1.1 Principiële installatieaanwijzingen Veiligheidsaanwijzingen VOORZICHTIG! Gevaar voor springende hydraulische onderdelen Wordt de maximaal toegestane bedrijfsdruk van de hydraulische onderdelen overschreden, kunnen deze springen. – Laat de doseerpomp nooit tegen een gesloten afsluitelement in werken. – Bij doseerpompen zonder geïntegreerd overstort‐ ventiel: Een overstortventiel in de persleiding instal‐...
De pomp mag alleen na een geautoriseerde reparatie weer in bedrijf worden genomen. VOORZICHTIG! Gebruik ProMinent-kabels, om onnodige problemen te voorkomen. Wat moet er elektrisch worden geïnstal‐ Wat moet er elektrisch worden geïnstalleerd?: leerd?
Installeren Niveauschakelaar, membraanbreuksensor De stekkers van niveauschakelaar, membraanbreuksensor en doseerbe‐ (optioneel) en doseerbewaking (optioneel) waking in de betreffende bussen aan de bovenzijde van de besturing steken. Bij onduidelijkheden - zie het hoofdstuk "Overzicht van apparaat en bedieningselementen". VOORZICHTIG! Gevaar voor onopgemerkte membraanbreuk Is een pomp met elektrische membraanbreuksensor besteld, moet deze ook elektrisch worden geïnstalleerd.
Installeren 7.2.1.1.2 Storingsmeld- en taktgeefrelais De eerste schakelaar is een relais. De taktgeefuitgang is galvanisch gescheiden door een opto-coupler met halfgeleiderschakelaar. “Relais” Is een andere schakelfunctie gewenst, kan de pomp in het menu opnieuw worden geprogrammeerd. Het relais kan later worden ingebouwd en werkt na het plaatsen van de relaiskaart.
Installeren 7.2.1.1.3 Stroomuitgang en storingsmeld- of taktgeefrelais (24 V) De module kan later worden ingebouwd en werkt na het plaatsen van de moduleprint. “ANALOGE UITGANG” de Voor de stroomuitgang kan in het menu waarde worden geselecteerd die moet worden gesignaleerd. “Relais”...
Installeren 7.2.1.2 Externe aansturing Externe aansturing Bedradingsschema Bedradingsschema Vooraanzicht van de kabelstekker Kabel niveauschakelaar Universele besturingskabel (5-aderig) voor voor blauw + zwart: open Pauzefunctie: -> alarmmelding bruin + zwart: gesloten -> pomp doseert bruin + zwart: open -> alarmmelding + pomp stopt bruin + zwart: open ->...
Pagina 38
Installeren Technische gegevens "Externe aanstu‐ ring" Als ingangsschakelelementen kunnen halfgeleiderschakelelementen met een restspanning van -0,7 V (bijv. een transistor in open-collectorschake‐ ling) of contacten (relais) worden gebruikt. P_BE_0014_SW 1 = pauze-ingang (schakelfunctie) Spanning bij open contacten: ca. 5 V Ingangsweerstand: 10 kΩ...
Pagina 39
Installeren Blokschema Sigma Control Ingangen Uitgangen Pomp, binnenzijde Leegmelding 3 bruin/pauze Niveau- Waarschuwing 2 blauw/alarm bewaking 1 zwart/aarde VDE-kabel: 2 groen/NC 1 bruin/5 V Storingsmeld- Doseer - 1 wit/NO 2 wit/cod. Doseer- relais be - 4 bruin/C bewaking waking 3 blauw Flow Control 4 zwart/aarde VDE-kabel:...
Installeren Wordt de pomp zonder HMI gebruikt, moet de meegeleverde afsluitkap op de CAN-bus boven de LED's van de pompvoet worden geplaatst. VOORZICHTIG! Gevaar voor kortsluiting Dringt vloeistof in de CAN-bus, kan dit bijvoorbeeld een kortsluiting in de pomp veroorzaken. –...
Installeren VOORZICHTIG! Pomp kan worden beschadigd De pomp mag tijdens bedrijf alleen worden gestopt via: – Externe kabel [Stop] . – Toets Moet de pomp absoluut via de netkabel worden aange‐ stuurd, moet een relais of magneetschakelaar worden gebruikt. Hierbij echter rekening houden met de inscha‐ kelstroom van de pomp.
Instellen Instellen Zie voor aanvullende informatie de overzichten – "Bedieningselementen en toetsfuncties" en "Bedie‐ nings-/instellingsoverzicht" in de bijlage. Wanneer u 1 minuut lang op geen enkele toets – drukt, keert de pomp terug naar een Continuweer‐ gave. 8.1 Uitgangspunten bij het instellen van de besturing = insteloptie = wijzigbaar Instellingen...
Instellen Het aantal basisweergaven is afhankelijk van de iden‐ tcode, de geselecteerde bedrijfsmodus en de aange‐ sloten extra inrichtingen - zie het overzicht "Basisweer‐ gaven" in de bijlage. Het aantal Continuweergaven en foutmeldingen en de plaats van de weergegeven Continuweergave of fout‐ melding worden aangegeven door een horizontale schuifbalk.
Instellen Menu Bedrijfsmodus Bedrijfsmodus Menu Instellingen Instellingen 2 sec. Hoofdmenu Continu- Bedrijfsmodus Instellingen weergave Service Informatie Taal Menu Service Service Menu Informatie Informatie Menu Taal Taal 8.4 Bedrijfsmodus selecteren (menu "Bedrijfsmodus") “Bedrijfsmodus” kunt u de volgende bedrijfsmodussen selec‐ In het menu teren (afhankelijk van de identcode kunnen bedrijfsmodussen ontbreken): “Manual”...
Instellen Of er daarnaast nog een instelmenu beschikbaar is, is afhankelijk van de geselecteerde bedrijfsmodus en de aangesloten apparaten of modulen. Hoofdmenu Continu- Menu Menu Bedrijfsmodus Instellingen Instellingen Instellingen Bedrijfsmodus** weergave Service Informatie Taal Menu Timer* Timer* Menu Profibus* Profibus* Menu Hulpfrequentie Menu...
Instellen Geheugen Hoofdmenu Instellingen Charge Bedrijfsmodus Charge Geheugen Instellingen Hulpfrequentie Factor Service Kalibreren Einde Informatie Dosering Taal Relais Factor Charge Geheugen Factor 0 0 0 0 5 Einde Continu- weergave De bedrijfsmodus “Charge” is een variant op de bedrijfsmodus “Contact” ; zie hiervoor het volgende hoofdstuk.
Pagina 48
Instellen VOORZICHTIG! Bij het omschakelen van bedrijfsmodus “Handmatig” “Contact” handhaaft de pomp de naar bedrijfsmodus slagfrequentie. Ook in de bedrijfsmodus “Contact” is de slagfrequentie instelbaar. Deze moet gewoonlijk op de maximale slag‐ frequentie worden ingesteld. Geheugen Hoofdmenu Instellingen Contact Bedrijfsmodus Contact Geheugen Instellingen...
Instellen Niet-verwerkte pulsen Het aantal ontvangen pulsen dat nog niet kon worden verwerkt slaat de pomp op in het slaggeheugen (indien geactiveerd). [STOP/START] Het slaggegeheugen wordt gewist, zodra op de toets wordt gedrukt of als de functie "Pauze" wordt geactiveerd. Dit kan met de aanvullende functie "Geheugen"...
Pagina 51
Instellen De maximale slagfrequentie kan alleen in de verwer‐ kingstypen in “Uitgebreid” worden verlaagd, dus niet in de verwerkingstypen in “Standaard” . Standaard Hoofdmenu Instellingen Analog Bedrijfsmodus Analog Standaard 0 - 20mA Instellingen Hulpfrequentie Uitgebreid 4 - 20mA Service Kalibreren Einde Informatie Dosering...
Pagina 52
Instellen I [mA] B0088 Afb. 28: Frequentie-stroom-grafiek voor Lineair Teken een grafiek zoals de bovenstaande, met waarden voor (I1, F1) en (I2, F2) – voor het naar wens instellen van de pomp! “Onderste zijband” Met dit verwerkingstype kan de doseerpomp via het stroomsignaal worden aangestuurd, zoals in onderstaande grafiek is aangegeven.
Instellen “Analoge fout” kunt u voor het verwerkingstype Foutafhandeling In het menu-item “Uitgebreid” een foutenverwerking inschakelen. Bij stroomsignalen lager dan 3,8 mA wordt een foutmelding weergegeven en wordt de pomp stop‐ gezet. Hoofdmenu Instellingen Analog Bedrijfsmodus Analog Standaard Instellingen Hulpfrequentie Uitgebreid Service Kalibreren...
Instellen “hulpfrequentie” heeft voorrang op de slagfrequentie die in de hui‐ Deze dige geselecteerde bedrijfsmodus is gedefinieerd; zie hiervoor ook hoofd‐ stuk "Functiebeschrijving" - "Hiërarchie van bedrijfsmodussen". 8.6.2 Instellingen voor de functie "Kalibreren" (KALIBREREN-menu) Hoofdmenu Instellingen Kalibreren Kalibreren Bedrijfsmodus Charge Kalibr.
Instellen Zet na een voldoende aantal slagen (bijv. 200) de pomp stop met de toets [P/OK] . Bepaal het gedoseerde doseervolume (verschil startvolume - rest‐ volume). Voer dit volume in het nu weergegeven menu-item in en druk ver‐ [P/OK] ; de pomp gaat terug naar het hoofd‐ volgens op de toets menu.
Pagina 56
Instellen 8.6.3.2 Instellingen in het submenu "Druktrap" Hoofdmenu Instellingen Dosering Bedrijfsmodus Analoog Doseerprofiel Instellingen Hulpfrequentie Druktrap Service Kalibreren Informatie Dosering Taal Relais Druktrap Fout Fout Geen Niveau_07 Waarschuwing Niveau_07 Geen einde Niveau_04 Basis- weergave Druktrap “Dosering è Druktrap” kunt u de nominale druk van de pomp verlagen via de druktrap - zie het hoofdstuk "Functiebeschrijving".
Instellen De overbelastingsuitschakeling kan worden gedeacti‐ veerd, door geen “Druktrap” in te stellen. Net als andere kritische instellingen wordt ook deze instelling in het interne geheugen gerapporteerd. 8.6.4 Instellingen voor de functie "Doseerbewaking" (menu DOSEERBEWAKING) Dosering Bewaking Hoofdmenu Instellingen Bedrijfsmodus Analog Bewaking Instellingen...
Instellen 8.6.6 Instellingen voor de functie "ANALOGE UITGANG" (ANALOGE UITGANG-menu) Analoge uitgang Bereik Hoofdmenu Instellingen 0 - 20mA Bedrijfsmodus Analog Bereik Instellingen Hulpfrequentie 4 - 20mA Functie Service Kalibreren Einde Informatie Dosering Taal Analoge uitgang Functie Slagen/min Doseercapaciteit Capaciteit bij 20 mA Continu- weergave Met de programmeerbare functie "Analoge uitgang"...
Instellen - Uitgangsstroom in mA - Slagfrequentie in slagen/min - Actuele litercapaciteit “ Capaciteit bij 20 mA” - Maximale slagfrequentie in slagen/min “Capaciteit bij 20 mA” en hier‐ Vanaf de hier ingestelde waarde voor de boven, geeft de stroomuitgang een stroom van 20 mA. “Contact”...
Instellen 8.7.1 Tellers wissen (menu TELLERS WISSEN) Teller wissen Hoofdmenu Service Alles Bedrijfsmodus Teller wissen Instellingen Display Slagenteller Service HMI afmelden Volumeteller Informatie Beveiliging Taal Einde Continu- weergave “TELLERS WISSEN” kunt u het opgeslagen totaal aantal In het menu “Slagenteller” ) wissen, het aantal liters ( “Volumeteller” ) wissen (= slagen ( op "0"...
Instellen Wanneer u de HMI wilt afmelden, doorloopt u bovenstaand menu. Daarna kunt u de HMI van de pomp loshalen. Het aanmelden vindt automatisch plaats zodra u de kabel van de HMI op de CAN-bus aansluit. In het geval dat u de HMI expliciet moet aanmelden: Het aanmelden via het menu verloopt precies zoals het afmelden.
Instellen Bij een ingestelde toegangsbeveiliging wordt, wanneer ondertussen niet op een toets wordt gedrukt, na 1 minuut linksboven in de Continuweergave een sleutel‐ pictogram in plaats van de "i" weergegeven. 8.7.4.2 Wachtwoord Voer in dit menu de pincode in die u als wachtwoord wilt instellen. Het wachtwoord geldt voor beide vergrendelingen.
Instellen 8.9 Taal instellen (TAAL-menu) Taal Hoofdmenu Instellingen Duits Service Engels Informatie Frans Taal Spaans Einde Continu- weergave “TAAL” kan de gewenste bedieningstaal worden gekozen. In het menu...
Inbedrijfname Inbedrijfname Veiligheidsaanwijzingen WAARSCHUWING! Brandgevaar bij brandbare media Alleen bij brandbare media: Ze kunnen worden ont‐ stoken door zuurstof. – De pomp mag niet draaien, als een mengsel van doseermedium met luchtzuurstof in de doseereen‐ heid aanwezig is. Een vakman moet geschikte maatregelen nemen (inert gas gebruiken, ...).
Pagina 66
Inbedrijfname VOORZICHTIG! Schade voor milieu en materiële schade mogelijk Indien de rode overbrengingontluchtingsstop afdicht, belemmert dat tijdens bedrijf de drukcompensatie tussen aandrijvingsbehuizing en omgeving. Daardoor kan er olie uit de aandrijvingsbehuizing worden gedrukt. – Trek voor bedrijf daarom de rode overbrengingont‐ luchtingsstop eruit.
Pagina 67
Inbedrijfname Draai de draaiknop op het geïntegreerde overstortventiel rechtsom tot de aanslag "close". ð De pomp kan in bedrijf worden gesteld. Wanneer het geïntegreerde overstortventiel wordt bedreven met een druk die gelijk of bijna gelijk is aan de openingsdruk, kunnen er minimale overstromingen in de overloopleidingen ontstaan.
Bediening Bediening WAARSCHUWING! Brandgevaar bij brandbare media Alleen bij brandbare media: Ze kunnen worden ont‐ stoken door zuurstof. – De pomp mag niet draaien, als een mengsel van doseermedium met luchtzuurstof in de doseereen‐ heid aanwezig is. Een vakman moet geschikte maatregelen nemen (inert gas gebruiken, ...).
Pagina 69
Bediening Slaglengte instellen De slaglengte kan met de slaglengte-instelknop worden ingesteld van 0 ... 100%. We adviseren een slaglengte tussen 30 ... 100% voor het bereiken van de aangegeven reproduceerbaarheid. Via de toetsen zijn de volgende bedieningsmogelijkheden beschikbaar (zie onderstaande de afbeelding): [STOP/START] .
Bediening Moet een nauwkeurig ingesteld (eventueel gekalibreerd) debiet tijdelijk worden gewijzigd, kan dit door de doseer‐ capaciteit te wijzigen. De doseercapaciteit wordt name‐ lijk digitaal verwerkt en er is daarom geen speling. Bij het wijzigen van de slaglengte kan de mechanische speling echter storend werken.
Pagina 71
Bediening De pomp kan ook via PROFIBUS ® op afstand worden bediend (optioneel). Hiervoor is een aanvullende gebruikershandleiding beschikbaar. Bediening op afstand is ook mogelijk via de CANopen-bus. Hiervoor is een aanvullende gebruikershandleiding beschikbaar.
Onderhoud Onderhoud Veiligheidsaanwijzingen WAARSCHUWING! Brandgevaar bij brandbare media Alleen bij brandbare media: Ze kunnen worden ont‐ stoken door zuurstof. – De pomp mag niet draaien, als een mengsel van doseermedium met luchtzuurstof in de doseereen‐ heid aanwezig is. Een vakman moet geschikte maatregelen nemen (inert gas gebruiken, ...).
Pagina 73
Onderhoud Niet-originele reserveonderdelen voor de pomp kunnen tot problemen met de pomp leiden. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. – Gebruik de juiste reserveonderdelensets. Raad‐ – pleeg bij twijfel altijd de explosietekeningen en de bestelinformatie in de bijlage. Standaard-doseereenheden: Interval Onderhoudstaak Personeel Elk kwartaal Controleer het oliepeil.
Pagina 74
Onderhoud Tandwielolie verversen Tandwielolie aftappen P_SI_0143_SW Afb. 32 De ontluchtingsschroef (1) losschroeven. Plaats een oliebak onder de olieaftapplug (2). De olieaftapplug (2) uit de aandrijfbehuizing schroeven. De tandwielolie uit de aandrijving laten lopen. De olieaftapplug (2) weer inschroeven met een nieuwe afdichting. Tandwielolie bijvullen Voorwaarde: Tandwielolie volgens hoofdstuk "Bestelaanwijzingen"...
Reparatie Reparatie Veiligheidsaanwijzingen WAARSCHUWING! Brandgevaar bij brandbare media Alleen bij brandbare media: Ze kunnen worden ont‐ stoken door zuurstof. – De pomp mag niet draaien, als een mengsel van doseermedium met luchtzuurstof in de doseereen‐ heid aanwezig is. Een vakman moet geschikte maatregelen nemen (inert gas gebruiken, ...).
Pagina 76
Reparatie Alleen bij uitvoering "Fysiologisch verdraagzaam": WAARSCHUWING! Product kan gevaarlijk worden verontreinigd Alleen de reserveonderdelen uit de reserveonderde‐ lenset "Fysiologisch verdraagzaam" gebruiken. Personeel: Deskundig personeel Kogelventielen repareren VOORZICHTIG! Waarschuwing voor persoonlijk letsel en materiële schade Wordt de reparatie niet deskundig uitgevoerd, kan er bij‐ voorbeeld doseermedium uit de doseereenheid lekken.
Reparatie 12.2 Doseermembraan vervangen Niet-originele reserveonderdelen voor de pomp kunnen tot problemen met de pomp leiden. – Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. Gebruik de juiste reserveonderdelensets. Raad‐ – pleeg bij twijfel altijd de explosietekeningen en de bestelinformatie in de bijlage. Personeel: Deskundig personeel Voorwaarden: Indien nodig, veiligheids- en beschermingsmaatregelen nemen.
Pagina 78
Reparatie Lukt dit niet, verwijder dan vuil of spanen uit de schroefdraad en daarna het membraan correct op de aandrijfas schroeven. ð Lukt het nog steeds niet, neem dan contact op met de ProMi‐ nent- / ProMaqua-serviceafdeling. De doseerkop met de schroeven op het membraan plaatsen - in de uiteindelijke montagepositie van de pomp moet de zuigaansluiting naar beneden gericht zijn.
Pagina 79
Reparatie Staat van de membraanbreuksensor con‐ troleren Wanneer de membraanbreuksensor van binnen vochtig is geworden of er vuil is binnengedrongen, moet u de membraan‐ breuksensor vervangen. P_SI_0020_SW Afb. 35: Doorsnede van de membraanbreuksignalering Sigma (uitvoering "Visuele breukmelding") Werklaag (≙ werkmembraan) Veiligheidslaag (≙...
Pagina 80
Reparatie Druk de rode cilinder nogmaals in de membraanbreuksensor en herhaal de test. Wordt deze niet beide keren geactiveerd, de membraanbreuksensor vervangen. Het doorzichtige deksel op de membraanbreuksensor schroeven als de test met succes is uitgevoerd, verdergaan met het monteren van de membranen.
Storingen verhelpen Storingen verhelpen Veiligheidsaanwijzingen WAARSCHUWING! Brandgevaar bij brandbare media Alleen bij brandbare media: Ze kunnen worden ont‐ stoken door zuurstof. – De pomp mag niet draaien, als een mengsel van doseermedium met luchtzuurstof in de doseereen‐ heid aanwezig is. Een vakman moet geschikte maatregelen nemen (inert gas gebruiken, ...).
Storingen verhelpen 13.1 Storingen zonder storingsmelding Foutbeschrijving Oorzaak Verhelpen Personeel De pomp zuigt niet aan, Geringe kristallijne afzet‐ Haal de zuigslang uit de voorraadtank en Deskundig ondanks volledige pomp‐ tingen op de kogelzitting door spoel de doseereenheid goed door. personeel slag en ontluchten.
Storingen verhelpen Foutbeschrijving Oorzaak Verhelpen Personeel De doseerbewaking heeft Druk op de toets [P/OK] . Des‐ een groter aantal foute kundig Bepaal de oorzaak en slagen gemeld dan in het personeel verhelp het probleem. “FLOW” is ingesteld. menu Op het LCD-scherm wordt het symbool "Mem‐ Het membraan is gescheurd.
“CANopen-pomp” W8-3. gesloten. 13.4 Alle andere fouten Neem contact op met de voor u verantwoordelijke vestiging of vertegen‐ woordiging van ProMinent - zie www.prominent.com - "Contact", "Uw con‐ tactpersonen wereldwijd" of zie het colofon van deze gebruikershandlei‐ ding.
Buiten werking stellen Buiten werking stellen Buiten werking stellen WAARSCHUWING! Brandgevaar bij brandbare media Alleen bij brandbare media: Ze kunnen worden ont‐ stoken door zuurstof. – De pomp mag niet draaien, als een mengsel van doseermedium met luchtzuurstof in de doseereen‐ heid aanwezig is.
Pagina 86
Buiten werking stellen VOORZICHTIG! Waarschuwing voor rondspuitend doseermedium Door de druk in de doseereenheid en de aangrenzende installatiedelen kan er uit de hydraulische onderdelen doseermedium spuiten wanneer deze worden gemani‐ puleerd of geopend. – Haal de netstekker uit het stopcontact en zorg dat de pomp niet onbedoeld weer wordt aangesloten.
Pagina 87
Buiten werking stellen VOORZICHTIG! Gevaar voor het milieu door tandwielolie In de pomp bevindt zich tandwielolie die schadelijk is voor het milieu. – De tandwielolie uit de pomp aftappen. – De actuele lokale voorschriften opvolgen!
Technische gegevens 15.2 Viscositeit De doseereenheden zijn geschikt voor de volgende viscositeitsbereiken: Uitvoering Max. slagfrequentie Viscositeit Slagen/min mPas Standaard 0 - 200 Met ventielveren 200 - 500 Met ventielveren, met 500 - 1000* toevoer aan de zuig‐ zijde * Alleen bij juist aangepaste installatie 15.3 Verzendgewicht Typen...
Technische gegevens 15.5.2 Temperaturen media Doseereenheid PVT Informatie Waarde Eenheid Temp. max., langdurig bij max. bedrijfs‐ 65 °C druk Temp. max., voor 15 min bij max. 2 bar 100 °C Temperatuur min. -10 °C Doseereenheid SST Informatie Waarde Eenheid Temp. max., langdurig bij max. bedrijfs‐ 90 °C druk Temp.
* Interne omschakeling Zekeringen Zekering Waarde Bestelnr. Zekering intern 6,3 AT (1,5 kA) 732379 Gebruik alleen originele zekeringen van ProMinent! Het is niet voldoende om een zekering met bovenstaande waarde te installeren. 15.8 Membraanbreuksensor Contact (standaard) Contactbelasting, max. Bij spanning Stroomsterkte, max.
Technische gegevens Om veiligheidsredenen wordt aanbevolen een zeer – lage veiligheidsspanning aan te leggen, bijv. volgens EN 60335-1 (SELV). De polen van de kabel kunnen willekeurig worden – aangesloten. Namur-sensor (voor explosiegevaarlijke 5-25 V DC, conform Namur resp. DIN 60947-5-6, potentiaalvrij aangelegd. gebieden verplicht) Informatie Waarde Eenheid...
Maatschetsen Maatschetsen De maten op de maatschets en van de pomp verge‐ – lijken. De maatgegevens zijn in mm. – HMI en wandbevestiging 21.5 72.5 3924-3 P_SI_0119_SW Afb. 37: Maten in mm...
Pagina 94
Maatschetsen Sigma/ 2 Controltype S2Cb 61_01-101_00_81-7A P_SI_0121_SW Afb. 38: Maten in mm Type Aansluiting ØG 16050, DN 15 G1 A 16090, 16130 16050, DN 15 G1 A 16090, 16130 04350, DN 25 G1 1/2 A 07120, 07220 04350, DN 25...
Motores. Las caracteristicas del funcionamiento identico de los Motores de otros fabricantes cambian solo marginalmente. A la Información no se asuma responsabilidad. ProMinent Dosiertechnik GmbH . 69123 Heidelberg . Germany No. MD-1040790 Datum/Date August 2012...
Pagina 97
Motorinformatiebladen * VOORZICHTIG! * Motorspanning niet hetzelfde als pompspanning De elektrische aansluitgegevens van het motorinforma‐ tieblad komen niet overeen met de elektrische aansluit‐ gegevens voor de complete pomp. De elektrische aansluitgegevens van de complete pomp vindt u in het hoofdstuk. "Technische gegevens" - "Elek‐ trische aansluiting".
Pagina 99
Explosietekeningen Sigma/ 2 PVT EV P_SI_0114_SW Afb. 40: Sigma/ 2 PVT EV Pos. Aanduiding Bestelnr. Geïntegreerd ontluchtingsventiel DN10 compl. PVA 1041067 Geïntegreerd ontluchtingsventiel DN10 compl. PVE 1041068 * De genoemde posities zijn onderdeel van de reserveonderdelenset. Veren in Hastelloy C, O-ringen in FPM-A en EPDM.
Pagina 100
Explosietekeningen Doseereenheid Sigma/ 2 130 en 350 SST P_SI_0025_SW Afb. 42: Doseereenheid Sigma/ 2 130 en 350 SST Pos. Aanduiding Type 16050, Type 04350, 16090, 16130 07120, 07220 Veer Kogel Kogelzitting Membraanbreuksensor, optisch 1033323 1033323 Ventiel 809404 803708 Meerlaagsmembraan 1029771* 1033422* * De genoemde posities zijn onderdeel van de reserveonderdelenset.
Pagina 101
Explosietekeningen Sigma/ 2 SST EV P_SI_0113 Afb. 43: Sigma/ 2 SST EV Pos. Aanduiding Bestelnr. Geïntegreerd ontluchtingsventiel DN10 compl. SSA 1041071 Geïntegreerd ontluchtingsventiel DN10 compl. SSE 1041072 * De genoemde posities zijn onderdeel van de reserveonderdelenset. Veren in Hastelloy C, O-ringen in FPM-A en EPDM.
Slijtdelen S2Cb 19.2 Fysiologische verdraagzaamheid Reserveonderdelensets Levering bij materiaaluitvoering PVT 1 x doseermembraan, 2 x ventielkogel ,1 x zuigventiel cpl., 1 x persventiel cpl. 1 x elastomeer-afdichtingsset (EPDM) 2 x kogelzittingbussen, 2 x ventielzitting, 4 x vormpakking 1x afdichtring (voor ontluchtingsventiel of overstortventiel) Levering bij materiaaluitvoering SST 1 x doseermembraan, 2 x ventielkogels 2 x pakkingringen...
Grafieken voor het instellen van de doseercapaciteit Grafieken voor het instellen van de doseercapaciteit S2Cb C [l/h] 04350 07220 07120 16130 16090 16050 S [%] C [l/h] 04350 07220 07120 16130 16090 16050 p [bar] Afb. 45: A) Doseercapaciteit C bij minimale tegendruk, afhankelijk van de slaglengte s. B) Doseercapaciteit C, afhankelijk van de tegendruk p.
(2014/35/EU) volgens bijlage I, Nr. 1.5.1 van de EG-Machinerichtlijn EMC-richtlijn (2014/30/EU) Toegepaste geharmoniseerde EN ISO 12100 normen, vooral: EN 809:1998 - A1:2009 + AC:2010 EN 61010-1:2010 EN 61000-6-2:2005 + AC:2005 EN 61000-6-4:2007 + AC:2011 Datum: 20-4-2016 De EG-conformiteitsverklaring kunt u vinden op www.prominent.com.
Bedienings-/instellingsoverzicht Bedienings-/instellingsoverzicht Continu- weergave Pomp stoppen/starten Direct instelbare waarden wijzigen Aanzuigen Charge starten (alleen in bedrijfsmodus "Charge") Fouten bevestigen Instelbare waarden controleren "Menu vergrendelen" "Alles vergrendelen" 2 sec. Hoofdmenu Menu Menu Bedrijfsmodus Instellingen Instellingen Instellingen Bedrijfsmodus** Service Informatie Taal Menu Timer* Timer* Menu...