Aansluitvolgorde van de kabels:
1. Rode kabel op de pluspool van de
hulpstartaccu aansluiten.
2. Het andere uiteinde van de rode
kabel op de pluspool van de ontla‐
den accu aansluiten.
3. Zwarte kabel op de minpool van
de hulpstartaccu aansluiten.
4. Sluit het andere uiteinde van de
zwarte kabel aan op een massa‐
punt in de motorruimte.
De kabels zo leggen dat ze niet door
de draaiende delen in de motorruimte
geraakt kunnen worden.
Om de motor te starten:
1. De motor van het stroom leve‐
rende voertuig starten.
2. Na 5 minuten de andere motor
starten. Startpogingen niet langer
dan 15 seconden laten duren met
tussenpozen van één minuut.
3. Beide motoren met aangesloten
kabels ca. 3 minuten stationair
laten draaien.
4. Elektrische verbruikers (bijv.
koplampen, achterruitverwar‐
ming) van de stroom ontvan‐
gende auto inschakelen.
5. Bovenstaande procedure bij het
verwijderen van de kabels in de
omgekeerde volgorde volgen.
Verzorging van de auto
Trekken
Auto slepen
Wikkel een doek rond de punt van
een platte schroevendraaier om
schade aan de lak te voorkomen.
Steek de schroevendraaier in de
gleuf aan de onderrand van de afdek‐
king. Neem de afdekking los door
deze voorzichtig los te wrikken.
Het sleepoog is opgeborgen bij het
boordgereedschap 3 263.
283