152
Klimaatregeling
Klimaatregeling
Onderhoud ................................. 161
aanzetten ............................... 162
Service .................................... 162
Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor:
● temperatuur
● luchtverdeling l, M en K
● luchtdebiet Z
● ontwasemen en ontdooien V
Achterruitverwarming Ü 3 44.
Verwarmbare buitenspiegels Ü 3 41.
Verwarmde stoelen ß 3 56.
Verwarmd stuurwiel * 3 96.
Temperatuur
rood bereik
: warm
blauw bereik
: koud
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem-
peratuur heeft bereikt.
Luchtverdeling
l : naar de voorruit en de voorste
zijruiten
M : naar hoofdhoogte via de verstel-
bare luchtroosters
K : naar de voetenruimte en voorruit
Alle combinaties zijn mogelijk.
Ventilatorsnelheid
Ventilatorsnelheid instellen door de
ventilatorknop in de gewenste stand
te zetten.