5-6. 30 punten mechaniek in MIG−lassen
Hoofdvoeding
S
Controleer de hoofdvoedingslijn bij de werkschakelaar of stekkerdoos en/of kabelstekker.
S
Controleer de hoofdvoeding bij lasstroombron.
Secundaire voeding
S
Controleer de secundaire lasuitgangsaansluitingen bij de lasstroombron.
S
Inspecteer de conditie en routering van de positieve laskabel naar de draadaandrijfmotor.
S
Inspecteer de conditie van de positieve laskabel naar de draadaandrijfmotor.
Inspecteer de conditie en routering van de negatieve laskabel naar de draadaandrijfmotor.
S
S
Controleer de verbinding van de negatieve laskabel met de klem.
S
Inspecteer de conditie van roterende aardingen, aardingsschoenen of andere auxiliaire aardingen.
S
Controleer de installatie, routering en conditie van het laspistool.
Beschermgas
S
Controleer de gasleidingaansluiting met de voorzieningsregulator van het beschermgas.
S
Controleer de stroomtoevoer van het beschermgas.
S
Controleer de routering van de gasleiding.
Controleer de gasleidingaansluiting bij de draadaanvoerbehuizing.
S
S
Controleer de aansluiting van het pistool met de draadaanvoer en zorg dat de O−ring goed verzegeld is bij de aanvoerbehuizing.
S
Controleer de conditie van de gasverspreider.
S
Controleer de conditie van het mondstuk.
S
Controleer de O−ring dat het mondstuk goed zit.
Lasdraad
S
Inspecteer de conditie van de afwikkelaar. Controleer of de snelle aansluitingskoppelling niet versleten is en vervang deze, indien nodig.
S
Controleer de plaatsing van het compensatiepakket voor een flexibel aanvoerpad.
S
Inspecteer de conditie en routering van de ingangsgeleiding.
S
Controleer de installatie van de snelle aansluitkoppeling aan de achterzijde van de kabelaandrijving, zodat deze niet de aandrijfrollen aanraakt.
Controleer of deze niet versleten is en vervang deze, indien nodig.
Controleer de aandrijfrollen en vervang deze als ze versleten zijn.
S
S
Controleer de spanningsinstelling van de aandrijfrol.
S
Controleer dat het formaat van de tussengeleiding goed overeenkomt met het draadformaat en vervang deze, indien versleten.
S
Controleer aan beide einden de juiste lengte van de liner en zorg dat hier geen braam in is.
S
Controleer dat het formaat van de liner met het draadformaat overeenkomt.
S
Controleer de liner op slijtage en maak deze schoon om verstoppen te voorkomen.
S
Controleer dat het formaat van de contacttip met het draadformaat overeenkomt.
Controleer de contacttip op slijtage en vervang deze op regelmatige intervallen.
S
S
Controleer dat de contacttip stevig zit op het pistool; apparaat volledig inactief. goed past en zorg dat het pistool goed bevestigd is.
OM-277115 Pagina 30
30 ptn MIG − 2014-09