4-11. Aansluiten op driefasen−voeding (vervolg)
!
De installatie moet voldoen aan alle
nationale
en
lokale
voorschriften
−
alleen
bevoegde personen mogen deze
installatie uitvoeren.
!
Ontkoppel
en
vergrendel
stroomvoorziening voordat
ingangsgeleiders van de stroombron
aansluit.
Volg
de
procedures ten aanzien van het
plaatsen
en
verwijderen
lockout/tagout−maatregelen.
!
Monteer eerst de netaansluitingen
naar de lasstroombron.
!
Sluit altijd eerst de groene of
groengele
draad
aan
massaklem
en
nooit
fase−aansluitklem.
LET OP − De Auto-Line stroomkring in dit
apparaat stelt de stroombron automatisch in
op de primaire spanning die wordt toegepast.
Controleer de voedingsspanning die op de
werkplek beschikbaar is. Dit apparaat kan
worden aangesloten op elk ingangsvermogen
tussen 230 en 575 VAC zonder de kap te
hoeven verwijderen om de stroombron
opnieuw te koppelen.
Aantekeningen
Kijk op het label met technische gegevens op
het apparaat voor de voedingsspanning en
regels
en
controleer de voedingsspanning die op de
daartoe
werkplek beschikbaar is.
1
Ingaande stroomgeleiders (snoer
geleverd door klant)
Selecteer de grootte en de lengte van
de
geleiders met behulp van Hoofdstuk 4-10.
u
de
Geleiders moeten voldoen aan nationale,
regionale en lokale elektravoorschriften.
bestaande
Gebruik
indien
kabelschoenen voor de juiste stroomsterkte
van
en het juiste formaat opening.
Ingaande
stroomaansluitingen
lasstroombron
2
Pakket voor trekontlasting 274563 (met
apparaat meegeleverd)
Plaats een trekontlasting van de juiste grootte
op
een
voor het apparaat en de ingaande geleiders.
op
een
Routegeleiders (snoer) door trekontlasting.
Bevestig de trekontlasting.
3
Aansluiting veiligheidsaarde van de
lasstroombron.
4
Groene of groengele aardedraad
Geleid eerst de groene of groen/gele
aardingsgeleider door de stroomtransducer
en verbind met de aardeklem van de
lasstroombron.
5
Fase aansluitklemmen van de
lasstroombron
6
Ingaande fasedraden L1, L2, L3
Sluit de fasedraden L1, L2 en L3 aan op
aansluitklemmen van de lasstroombron.
Breng het bovendeksel weer aan op de
lasstroombron.
Voedingsaansluitingen
werkschakelaar
7
Werkschakelaar (schakelaar getoond in
de UIT−stand)
van
toepassing
8
Verbreek de verbinding van de
aardeklem en het apparaat
9
Verbreek de verbinding van de
van
netaansluitklemmen van het apparaat
Sluit eerst de groene of groengele aardedraad
aan op de aardeklem van de werkschakelaar.
Sluit de drie ingangsgeleiders L1, L2 en L3
aan op de netaansluitklemmen van de
werkschakelaar.
10 Maximale stroombeveiliging
Selecteer het type en formaat van de
maximale stroombeveiliging aan de hand van
Hoofdstuk
werkschakelaar).
Sluit en vergrendel de deur op de
werkschakelaar.
procedures
vergrendeling/uitschakeling bij het in gebruik
nemen van de unit.
Werk als een
professional!
Professionals lassen
van
de
4-10 (afgebeeld: gezekerde
Volg
de
gangbare
voor
wat
betreft
Ingang5 2013−04
en snijden veilig.
Lees de
veiligheids-
voorschriften
aan het begin van
deze handleiding.
OM-277115 Pagina 21