Ga als volgt te werk voor een update van de ontvanger-firmware:
Schakel de zender en ontvanger uit.
Steek de programmeerstekker in de „BIND"-bus van de ontvanger.
Schakel vervolgens eerst de ontvangstinstallatie en daarna de zender weer in.
Roep op de zender het menu „RX setup" en daar het submenu „Bind with a receiver" op. Verlaat daarna het submenu
opnieuw.
Op het scherm verschijnt „Update Receiver". Bevestig dit met „YES". De schermweergave wijzigt in een procentweer-
gave en geeft zo de voortgang van de update weer.
Als de update geslaagd is, wordt op het scherm „Successful" weergegeven.
Schakel nu de ontvangstinstallatie uit, verwijder de programmeerstekker van de ontvanger.
Na een firmware-update moet u mogelijks de ontvanger opnieuw met de zender koppelen (Pairing-/Binding-
procedure).
15.25 Functie „Spectrum analyzer"
De zender straalt bij geactiveerde „Spectrum analyzer" geen zendersignalen uit en is inactief. Wanneer u
deze functie selecteert, moet eerst de ontvangstinstallatie worden uitgeschakeld.
Deze functie dient voor de bewaking van het draadloos signaal. Selecteer het menu „Spectrum analyzer" en vervol-
gens het submenu „Period".
Onder „Period" kiest u de bewakingsperiode voor de bewaking van het draadloos signaal (vb. „10 seconds" = 10
seconden).
Verlaat daarna het submenu. Op het scherm worden nu eventueel aanwezige zenders in het bereik van 2,4 GHz en
hun signaalsterkte in perioden van 10 seconden (eindeloze lus) weergegeven. Deze functie kan worden gebruikt om
andere zenders of storingen te lokaliseren.
Op de linkerschaal ziet u bij een ontvangen signaal de signaalsterkte. Hoe hoger de weergave in de richting
-60 dBm uitslaat, hoe hoger het zendvermogen van de ontvangen zender. In de onderste schaal kunt u de zendfre-
quentie aflezen. Wanneer u nu de zender in verschillende richtingen beweegt, kunt u grofweg de richting lokaliseren
van waaruit de (stoor-)zender uitstraalt.
44