De tijdmeting loopt verder, ook wanneer de vooraf ingestelde tijd teruggesteld is. In dit geval schakelt het
product automatisch in de modus „Up timer".
In dit geval weerklinkt bij geactiveerd geluid (zie menupunt „Systeem") bij afloop van de ingestelde tijd een
kort signaal.
Er kunnen tijden tussen 1 en 99 minuten worden ingesteld.
„Lap timer":
Deze modus maakt het mogelijk een bepaalde rondetijd op te slaan.
Tik op de knop „Start" om met de tijdmeting te beginnen. Tik aansluitend op de knop „Lap", om de rondetijd op te
slaan. Om de tijdmeting te stoppen, tik op de knop „Reset".
Na iedere activering van de knop „Lap", wordt de actuele rondetijd voor circa 3 seconden in het LC-display
getoond en aansluitend opgeslagen. Intussen loopt de tijdmeting normaal verder.
„Lap memory":
Deze modus toont alle opgeslagen rondetijden. U kunt maximaal 100 rondetijden opslaan.
Door „Lap memory" aan te klikken opent een submenu en de opgeslagen rondetijden worden weergegeven. Deze
waarden blijven ook na het uitschakelen van de zender behouden.
Wanneer het symbool voor „Herstellen" op het scherm wordt gekozen, kunnen deze rondetijden worden gewist (met
„yes" bevestigen). De „Lap Timer" moet actief worden beëindigd door „Up timer" of „Down timer" te kiezen.
15.21 Functie „Keys function"
Deze functie maakt het toewijzen van functies aan de individuele
trimknoppen mogelijk.
Tik op één van de trimknoppen om deze een bepaalde functie toe
te wijzen. Er opent een menu, waarin u de beschikbare functies
kunt selecteren. Tik de knop „Terug" aan om de nieuwe waarde op
te slaan en weer naar het vorige menu te gaan.
In elk submenu van de schakelaar (vb. „SW1 tot SW3"), resp. trim-
mer (TR1 tot TR5) kan elke schakelbare functie worden toegewe-
zen. Voor een overzicht moet u de scherminhoud scrollen.
Bij een geactiveerde functie verschijnt op het hoofdscherm een
overeenkomstig symbool.
38
Afbeelding 32