Afhankelijk van het geselecteerde protocol moet u monsters en/of andere buisjes op de schudder
plaatsen.
De schudder vullen; de pluggen voor het schudderrek zitten in de sleuven aan de zijkanten.
In deze stap worden de posities in de schudder, de buisjes en het te vullen volume in de tabel en
de illustratie rechts op het scherm weergegeven. Plaats een schudderrek van het juiste type; dat
wordt aan de rechterkant van het scherm weergegeven. De schudderadapter kan maar op één
manier worden geplaatst. Lees alle essentiële en cruciale informatie onder Sample information
(Monsterinformatie) zorgvuldig door voordat u doorgaat naar de volgende stap.
1. Controleer of u het juiste type schudderrek gebruikt
2. U kunt de standaardmonster-ID's indien nodig in het veld Sample ID (Monster-ID) wijzigen met
het schermtoetsenbord. Voer de waarde handmatig in of scan de barcode van het monster
met een barcodescanner. De monster-ID heeft in eerste instantie de indeling jjjjmmdd-uumm-
nummer.
Opmerking: de monster-ID's worden in runrapporten weergegeven en kunnen ook in
logboekbestanden en de audittrail worden getoond. Ze worden niet gecodeerd.
Belangrijk: houd er rekening mee dat monster-ID's geen persoonsgegevens mogen bevatten.
3. Bereid de juiste buisjes voor. Zorg dat u alle essentiële en cruciale informatie die wordt
aangeduid met het rode pictogram Information (Informatie) (
over de te gebruiken laboratoriumartikelen is te vinden in de handleiding bij de kit. Zorg er
bij gebruik van klevende etiketten voor dat de etiketten dun genoeg zijn, zodat de buisjes
volledig in de posities op de schudder kunnen worden ingebracht.
4. Plaats de buisjes in de juiste posities in het schudderrek. Voor eenvoudige identificatie zijn de
posities in het schudderrek genummerd. Raak de tabelrij aan om de positie in het schema
rechts te markeren. Zorg dat u voor de schudder en centrifuge-emmers met dezelfde monster-
ID hetzelfde positienummer gebruikt.
QIAcube Connect MDx Gebruiksaanwijzing 04/2022
) doorleest. Meer informatie
95