4
Installatieprocedures
Dit hoofdstuk bevat instructies over de vereisten voor de installatielocatie en het uitpakken,
installeren, instellen en opnieuw inpakken van de QIAcube Connect MDx.
4.1
Installatieomgeving
4.1.1
Vereisten voor de locatie
De QIAcube Connect MDx mag niet in direct zonlicht worden geplaatst, noch in de buurt van
warmtebronnen en bronnen die trillingen en elektrische interferentie kunnen veroorzaken.
Raadpleeg Bijlage A – Technische gegevens voor informatie over de bedrijfsomstandigheden
(temperatuur en luchtvochtigheid). Op de installatielocatie mag er geen sprake zijn van veel tocht,
veel vocht, veel stof en grote temperatuurschommelingen.
Gebruik een waterpas werkbank die groot genoeg is voor de QIAcube Connect MDx en die het
instrument kan dragen. Raadpleeg Bijlage A – Technische gegevens voor het gewicht en de
afmetingen van de QIAcube Connect MDx.
Zorg dat de werkbank droog, schoon en vrij van trillingen is en dat er extra ruimte beschikbaar is
voor accessoires.
Gebruik dit apparaat niet in de directe nabijheid van bronnen van sterke elektromagnetische
straling (zoals niet-afgeschermde bekende RF-bronnen), aangezien deze de juiste werking van het
apparaat kunnen verstoren.
De QIAcube Connect MDx moet binnen circa 1,5 meter van een goed geaard stopcontact worden
geplaatst. De voedingskabel naar het instrument moet een stabiele spanning hebben en beveiligd
zijn tegen overspanning. Zorg dat de QIAcube Connect MDx zodanig wordt gepositioneerd dat
de gebruiker gemakkelijk toegang heeft tot de stroomaansluiting aan de achterkant en de aan/uit-
schakelaar aan de voorkant van het instrument, zodat het instrument eenvoudig kan worden
uitgeschakeld en losgekoppeld.
Opmerking: het wordt aanbevolen om het instrument in een eigen stopcontact te steken en om dit
stopcontact niet met andere laboratoriumapparatuur te delen. Zet de QIAcube Connect MDx niet
op een trillend oppervlak of in de buurt van trillende voorwerpen.
QIAcube Connect MDx Gebruiksaanwijzing 04/2022
44