Advertenties
Voorbeeld van berichtvenster nadat u op het pictogram Information (Informatie) (
2. Zorg dat de bufferflessen ten minste het volume bevatten dat in de kolom Volume vermeld
staat. Elke fles heeft een inhoud van maximaal 30 ml reagentia, maar u wordt aangeraden
om het minimumvolume niet te overschrijden.
Later, als de run gestart is, detecteert het instrument het vulvolume. Etiketteer de bufferflessen
naar behoren en volgens de veiligheidsvereisten. Bufferflessen kunnen worden bewaard
conform de opslagcondities die in de handleiding bij de kit staan. Het lang openstaan van
bufferflessen in het instrument moet worden voorkomen. Voor eropvolgende runs moeten de
bufferflessen worden aangevuld met verse buffer. We raden u aan de bufferflessen te
hergebruiken totdat één volledige kit op is. Zodra u een nieuwe QIAGEN-kit opent, dient u
nieuwe bufferflessen te gebruiken.
3. Plaats geopende bufferflessen op de juiste positie in het reagensflessenrek op basis van de
weergave op het scherm. Voor eenvoudige identificatie zijn de posities in het bufferflessenrek
genummerd. Het rek past alleen bij een correcte oriëntatie op de werktafel.
4. Zet alle bufferflessen in het reagensflessenrek en zet daarna het rek op de werktafel. Zorg dat
het rek correct is georiënteerd met nummer 1 bovenaan.
Belangrijk: plaats het reagensflessenrek op de juiste manier in de daartoe aangewezen sleuf
in de werktafel. Als het flessenrek niet stevig in de sleuf staat, kan dit leiden tot fouten tijdens
de vloeistofdetectie.
Belangrijk: controleer of de bufferflessen geopend zijn. Als een bufferfles dicht zit, wordt dit
gedetecteerd door het instrument en kan er geen run worden gestart.
5. Druk op Next (Volgende) om door te gaan met het plaatsen van de tips en enzymen. U gaat
automatisch door naar het volgende scherm. Volg de instructies in de overeenkomstige
paragraaf hieronder.
QIAcube Connect MDx Gebruiksaanwijzing 04/2022
) hebt gedrukt.
84
Advertenties
