1. Selecteer het protocol door de betreffende rij aan te raken. Er kan per run maar één protocol
worden geselecteerd.
Belangrijk: lees alle essentiële en cruciale informatie in het rechterdeelvenster door voordat u
doorgaat naar de volgende stap (blader indien nodig omlaag).
2. Druk op Next (Volgende) om door te gaan met het definiëren van de runparameters.
5.4.3
Parameters definiëren
Afhankelijk van het geselecteerde protocol moet u bepaalde parameters instellen. Bij sommige
protocollen kunnen de parameters niet worden bewerkt. Deze parameters staan vast, omdat ze
voor een specifieke procedure gevalideerd zijn. Bij protocollen met bewerkbare parameters zijn er
wel standaardwaarden ingesteld maar deze kunnen worden gewijzigd. In het rechterdeelvenster
staat informatie over het wijzigen van de waarden en welke stappen kunnen worden gebruikt.
Het scherm Define parameters (Parameters definiëren).
1. Druk indien nodig op het veld Value (Waarde) om de waarde van de parameter met het
schermtoetsenbord te wijzigen. Raadpleeg hoofdstuk 5.11.1, Nieuwe protocollen installeren
voor informatie over het schermtoetsenbord.
2. Druk op Next (Volgende) om door te gaan met het definiëren van het aantal monsters. U gaat
automatisch door naar het volgende scherm. Volg de instructies in de overeenkomstige
paragraaf hieronder.
QIAcube Connect MDx Gebruiksaanwijzing 04/2022
81