Bedieningsinstructies
9.4.
Proefdraaien
9.4.1 Draairichting controleren
AANWIJZING
Multi-turn aandrijving SA 07.1 – SA 16.1/SAR 07.1 – SAR 16.1 Non-Intrusive
met besturingseenheid AUMATIC AC 01.1 Foundation Fieldbus
Pas als alle hiervoor beschreven instellingen zijn uitgevoerd mag met proef-
draaien worden begonnen.
Beschadigingen aan de afsluiter door een verkeerde draairichting!
Ò Bij een verkeerde draairichting direct uitschakelen (STOP indrukken).
Ò Storing verhelpen, bijv. bij de kabelset (wandbeugel) de fasenvolgorde
corrigeren.
Ò Proefdraaien herhalen.
1. Aandrijving handmatig in de tussenstand, resp. op voldoende afstand van
de eindstand brengen.
2. Keuzeschakelaar in de stand lokale bediening (LOCAL) plaatsen.
0
3. Druktoets CLOSE bedienen en draairichting observeren.
4. Voor het bereiken van de eindstand afschakelen.
Bij aandrijvingen met schijfje mechanische standaanwijzing
Ò Draairichting schijfje mechanische standaanwijzing observeren.
De draairichting is in orde als: de aandrijving in de richting CLOSE
beweegt en het schijfje van de mechanische standaanwijzing tegen de
wijzers van de klok in draait.
auma
49