Bedieningsinstructies
7.2.
Signaallampen/LED's
7.3.
Indicatie mechanische standaanwijzing/aandrijving in bedrijf (optie)
Multi-turn aandrijving SA 07.1 – SA 16.1/SAR 07.1 – SAR 16.1 Non-Intrusive
De signaallampen/LED's geven ter plaatse de verschillende bedrijfsstatus door
middel van een lichtsignaal aan. De toewijzing van de signalen is naar keuze
in te stellen.
Afbeelding 22 toont de signaallampen/LED's op de lokale bediening:
Afbeelding 22
Uitvoering (standaard):
LED-opschrift met symbool
Tabel 7 beschrijft de standaard signalering
Tabel 7
LED 1 (links)
(symbool
LED 2 (T)
LED 3 (Th)
LED 4 (T)
LED 5 (rechts)
(symbool
Informatie
De methode van signaleren (knippert/brandt) kan via de parameter
worden gewijzigd.
.
De mechanische standaanwijzing
toont continu de stand van de afsluiter
(het schijfje van de mechanische standaanwijzing draait, tijdens het doorlopen
.
van de stelweg van OPEN naar CLOSE of vice versa, ca. 180° tot 230°.)
.
toont of de aandrijving in bedrijf is (indicatie aandrijving in bedrijf)
toont het bereiken van de eindstanden (via markering)
Afbeelding 23
1
Deksel
2
Schijfje mechanische standaanwijzing
3
Pijl
met besturingseenheid AUMATIC AC 01.1 Foundation Fieldbus
brandt
Aandrijving is in eindstand CLOSE
Indicatie aandrijving in bedrijf: aandrijving be-
)
knippert
weegt in richting CLOSE
brandt
Draaimomentfout CLOSE
brandt
Motorbescherming aangesproken
brandt
Draaimomentfout OPEN
brandt
Aandrijving is in eindstand OPEN
Indicatie aandrijving in bedrijf: aandrijving be-
)
knippert
weegt in richting OPEN
auma
1
2
5
3
Uitvoering (optie):
LED-opschrift met cijfers
4
4 Symbool voor de stand OPEN
5 Symbool voor de stand CLOSE
BLINKER
37