Bedieningsinstructies
AANWIJZING
Multi-turn aandrijving SA 07.1 – SA 16.1/SAR 07.1 – SAR 16.1 Non-Intrusive
met besturingseenheid AUMATIC AC 01.1 Foundation Fieldbus
Multi-turn aandrijving (met aandrijfvorm A) op de afsluiter monteren
Afbeelding 6
1
Spindel van de afsluiter
2
Aandrijfvorm A
3
Bouten bij de aandrijving
1. Bouten (3) losdraaien en aandrijfvorm A (2) van de multi-turn aandrijving
verwijderen.
2. Controleren of de flens van aandrijfvorm A op de flens van de tandwielkast-
resp. van de afsluiter (4) past.
3. De contactvlakken van de aansluitflenzen zorgvuldig ontvetten.
4. De spindel van de afsluiter (1) licht invetten.
5. Aandrijfvorm A op de spindel van de afsluiter plaatsen en zover indraaien
tot hij tegen de flens van de afsluiter ligt.
6. Aandrijfvorm A draaien tot de montagegaten in één lijn liggen.
7. Bevestigingsbouten (5) indraaien, echter nog niet vastdraaien.
8. Multi-turn aandrijving zodanig op de spindel van de afsluiter plaatsen, dat
de uitsparingen van de holle as op de draadbus passen. Bij een juiste
plaatsing liggen de flenzen vlak en gelijk op elkaar.
9. Multi-turn aandrijving draaien tot de montagegaten in één lijn liggen.
10 Multi-turn aandrijving met bouten (3) volgens tabel 1, pagina 13 bevesti-
gen.
11. De bouten kruisgewijs met draaimoment volgens tabel 1 vastdraaien.
12. Op de multi-turn aandrijving de handmatige bediening inschakelen en het
handwiel in richting OPEN draaien tot de flens van de afsluiter en de aan-
drijfvorm A vast op elkaar liggen.
13. Bevestigingsbouten (5) tussen afsluiter en aandrijfvorm A kruisgewijs met
draaimoment volgens tabel 1, pagina 13 vastdraaien.
Corrosiegevaar door beschadigingen aan de verf en condenswatervorming!
Ò Beschadigingen aan de verf na werkzaamheden aan de apparatuur
herstellen.
Ò Na de montage van het toestel direct elektrisch aansluiten zodat de verwar-
ming de vorming van condenswater verminderen kan.
4
Flens afsluiter
5
Bouten bij de aandrijfvorm
15