Inhoudsopgave
Advertenties
MOTOR OVERVERHIT
4. Snelkoppeladapter zit nog in spoelkoppeling.
– Haal de adapter uit de spoelkoppeling en probeer opnieuw. Houd het prob-
leem aan, doe dan een beroep op een erkend Sea-Doo dealer.
MOTOR PINGELT OF KLOPT
1. Klopsensor defect.
– Raadpleeg een erkend Sea-Doo dealer.
MOTOR ACCELEREERT ONVOLDOENDE OF MIST VERMOGEN
1. Motoroliepeil te hoog.
– Raadpleeg een erkend Sea-Doo dealer.
2. Zwakke vonk.
– Zie MOTOR SLAAT OVER, DRAAIT ONREGELMATIG.
3. Het bewakingssysteem heeft het vaartuig in terugkeermodus gezet
omwille van een technisch defect.
– Zie BEWAKINGSSYSTEEM in de SPECIALE PROCEDURES.
4. Motor beschadigd door wateropname.
– Raadpleeg een erkend Sea-Doo dealer.
5. Injectoren verstopt.
– Raadpleeg een erkend Sea-Doo dealer.
6. Brandstofdruk laag.
– Raadpleeg een erkend Sea-Doo dealer.
7. Water in de brandstof.
– Aftappen en vervangen.
HET VAARTUIG BEREIKT ZIJN TOPSNELHEID NIET
1. VTS is op andere vaaromstandigheden afgeregeld (indien geïnstalleerd)
– Regel bij of probeer een andere instelling.
2. Waterinlaat jetpomp verstopt.
– Reinigen.
3. Impeller beschadigd of slijtring versleten.
– Vervangen. Raadpleeg een erkend Sea-Doo dealer.
4. De SEA-DOO Learning Key
het vaartuig zijn topsnelheid niet bereiken.
– Gebruik een gewone DESS-sleutel.
5. Het bewakingssysteem heeft het vaartuig in terugkeermodus gezet
omwille van een technisch defect.
– Zie BEWAKINGSSYSTEEM in de SPECIALE PROCEDURES.
6. Defecte compressor en/of intercooler (modellen met compressor).
– Raadpleeg een erkend Sea-Doo dealer.
TM
of R-sleutel wordt gebruikt. Hiermee kan
_____________________
93
Advertenties
Inhoudsopgave
