WAARSCHUWING
Wanneer u de motor laat draaien
terwijl het vaartuig uit het water
is, kan de warmtewisselaar in de
rijplaat erg heet worden. Vermijd
elke aanraking van de rijplaat om
brandwonden te voorkomen.
Sluit een tuinslang aan op de koppe-
ling die zich aan de achterzijde van het
vaartuig op de jetpomp-support be-
vindt. Open de waterkraan nog niet.
OPMERKING: U kunt een optionele
snelkoppeladapter gebruiken (stuk-
nr. 295 500 473). U heeft geen slang-
klem nodig om de motor te spoelen.
TYPISCH
1. Slangadapter
2. Snelkoppeladapter (optie, niet verplicht)
3. Tuinslang
Spoelen
Om te spoelen start u de motor en
opent onmiddellijk de waterkraan.
WAARSCHUWING
Sommige onderdelen in het mo-
torcompartiment kunnen erg heet
zijn. Rechtstreekse aanraking kan
tot brandwonden leiden.
geen elektrische onderdelen of de-
len van de jetpomp aan terwijl de
motor draait.
______________________
84
LET OP: Spoel nooit een hete mo-
tor. Start de motor altijd voordat
u de waterkraan opent. Open de
waterkraan onmiddellijk nadat u de
motor heeft gestart om oververhit-
ting te voorkomen.
Laat de motor ongeveer 20 seconden
hoog stationair draaien tussen 4.000 -
5.000 TPM.
LET OP: Laat de motor nooit draai-
en zonder watertoevoer naar het
uitlaatsysteem, wanneer het vaar-
tuig uit het water is.
Controleer of er water uit de jetpomp
stroomt terwijl u spoelt. Raadpleeg
anders een erkend Sea-Doo dealer
voor service.
LET OP: Laat de motor nooit langer
dan 5 minuten draaien. De pakking
van de aandrijflijn wordt niet ge-
koeld wanneer het vaartuig uit het
water is.
Draai de waterkraan dicht en stop de
motor.
LET OP: Draai de waterkraan altijd
dicht voordat u de motor stopt.
LET OP: Verwijder de snelkoppe-
ladapter na het spoelen (indien
gebruikt).
Anticorrosiebehandeling
Om corrosie te voorkomen moet u de
metalen onderdelen in het motorcom-
partiment inspuiten met een anticorro-
siemiddel (bestand tegen zoutwater),
bijvoorbeeld XP-S Lube of een gelijk-
waardig smeermiddel.
Breng diëlektrisch vet (bestand tegen
zoutwater) aan op de accupolen en ka-
belaansluitingen.
Raak
LET OP: Laat nooit lappen of werk-
tuigen in het motorcompartiment
of het ruim achter.