Hoofdstuk 3
In dit hoofdstuk worden basiswerking, navigeren, schermindeling, functies van de pictogrammen
en schermberichten van de diagnosetool beschreven. Controleer dat er nieuwe batterijen in de
diagnosetool zitten of dat het apparaat wordt gevoed door de AC-voeding, voordat u met de
diagnosetool aan de slag gaat.
3.1 Batterijen installeren
Installeer voordat u deze diagnosetool gebruikt de zes AA-batterijen die bij de tool zijn geleverd.
z
Hoe de batterijen te installeren:
1. Druk de twee vergrendellipjes van de batterijklep in en verwijder de batterijklep.
1— Batterijklep
2— Vergrendellipjes
2. Plaats zes nieuwe AA-batterijen. Let op de juiste polariteit die is aangegeven in de
batterijsleuven.
BELANGRIJK:
Uw diagnosetool kan beschadigd raken als de batterijen niet met de juiste polariteit worden
geplaatst. Raadpleeg het schema in het batterijvak aan de achterkant van de tool voor de juiste
batterijpolariteit.
3. Zet het batterijklepje terug op de behuizing.
Basiswerking en navigeren
1
Afbeelding 3-1 Batterijen vervangen
9
2