EXTRA VERWARMING
Algemene informatie
WAARSCHUWINGEN
Schakel de programmeerbare
standverwarming niet in bij
tankstations, bij bronnen met
brandbare dampen of stoffen of in
afgesloten ruimtes.
Tank geen brandstof wanneer het
display van de programmeerbare
standverwarming is ingeschakeld.
N.B.: De programmeerbare
standverwarming schakelt automatisch
uit wanneer de accuspanning laag wordt.
N.B.: Alle symbolen op het display
knipperen wanneer de stroomtoevoer
naar de programmeerbare
standverwarming onderbroken is
geweest. Onder deze omstandigheden
werkt de verwarming niet. Zet het klokje
gelijk.
N.B.: De programmeerbare
standverwarming schakelt bij storingen
uit. Laat het systeem door een
deskundige controleren.
Neem de volgende richtlijnen in acht:
•
Schakel de programmeerbare
standverwarming het gehele jaar
minimaal eenmaal per maand
ongeveer tien minuten in. Hierdoor
wordt voorkomen dat de
vloeistofpomp en de aanjagermotor
gaan vastzitten.
•
Om corrosie te voorkomen moet de
koelvloeistof in uw auto het gehele jaar
door minstens 10 % antivries bevatten.
Klimaatregeling
•
•
•
De programmeerbare standverwarming
werkt onafhankelijk van de verwarming
van de auto door het koelvloeistofcircuit
van de motor te verwarmen. Hij wordt
door de brandstoftank van energie
voorzien. U kunt het systeem ook tijdens
het rijden gebruiken om het interieur
sneller te laten opwarmen.
Het is mogelijk dat bij ingeschakelde
programmeerbare standverwarming er
uitlaatgassen onder de zijkanten van de
auto vrijkomen. Dit is normaal.
Werkingsprincipe
Voor ingebruikneming
levensduur van de accu of zelfs een lege
accu tot gevolg.
Voordat de verwarming wordt
ingeschakeld of geprogrammeerd
moeten de volgende instellingen worden
voorbereid:
69
Om luchtbellen te voorkomen moet u
ervoor zorgen dat het koelvloeistofpiel
zicht tussen het MAX en MIN
merkteken op het reservoir bevindt.
Zie Motorkoelvloeistof
controleren (bladzijde 115).
De aanjager van de programmeerbare
standverwarming wordt ingeschakeld
zodra de koelvloeistof een bepaalde
temperatuur heeft bereikt. In deze
stand heeft de
omgevingstemperatuur gaan invloed.
Wij continu gebruik van de
standverwarming, registreert deze de
omgevingstemperatuur. Wanneer
deze hoger is dan 5 °C wordt de
programmeerbare standverwarming
niet ingeschakeld.
LET OP
Wanneer de aanjagerschakelaar in
een andere stand dan stand één
wordt gezet, heeft dit een kortere