Airconditioning
Airconditioning in- en uitschakelen
N.B.: De airconditioning werkt alleen bij
draaiende motor.
Druk op de A/C schakelaar om de
airconditioning in of uit te schakelen. Het
lampje in de schakelaar brandt wanneer
de airconditioning is ingeschakeld.
Wanneer u de aanjager uitschakelt, wordt
ook de airconditioning uitgeschakeld.
Wanneer u de aanjager weer inschakelt,
schakelt de airconditioning automatisch
in.
Koelen met buitenlucht
E74667
Schakel de airconditioning in.
Interieur snel afkoelen
E74668
Schakel de airconditioning en de
recirculatiestand in.
Klimaatregeling
Voorruit ontdooien en ontwasemen
E74666
Zet de luchtverdeelknop in stand E en
kies toevoer van buitenlucht.
Wanneer de temperatuur hoger is dan 4
°C, schakelt de airconditioning
automatisch in. Let erop dat de aanjager
is ingeschakeld.
Wanneer u de luchtverdeelknop in een
andere stand dan stand E zet, keert de
A/C terug naar de vorige instelling.
U kunt de airconditioning en
luchtrecirculatie in- en uitschakelen terwijl
de luchtverdeelknop in stand E staat.
Schakel zo nodig de ruitverwarming in.
Zie Verwarmde ruiten en spiegels
(bladzijde 65).
Luchtvochtigheid in het interieur
verlagen
E74669
Zet de luchtverdeelknop in stand D en
schakel de airconditioning in.
68