54
9.4.1
Vaststellen instelling van de aandrijfkast met behulp van de rekenschijf
Met de eerste afdraaiproef wordt de gewenste
zaaihoeveelheid in de regel niet bereikt. Met het
instelnummer van de aandrijfkast uit de eerste
afdraaiproef en de berekende zaaihoeveelheid kan
de juiste stand van de aandrijfkast met behulp van
de rekenschijf worden vastgesteld.
De rekenschijf bestaat uit drie schaalverdelingen:
een buitenste witte schaal (Fig. 54/1) voor alle
zaaihoeveelheden van meer dan 30 kg/ha en een
binnenste witte schaal (Fig. 54/2) voor alle
hoeveelheden beneden 30 kg/ha. Op de middelste,
gekleurde schaal (Fig. 54/3) zijn de instellingen van
de aandrijfkast van „1 tot 100" aangegeven.
Voorbeeld:
Gewenste zaaihoeveelheid 125 kg/ha.
-
Bij de eerste instelling wordt de instelhendel van
de tandwielkast op de tandwielkastinstelling „70"
(elke andere instelling is ook goed) geplaatst.
Berekend wordt een zaaihoeveelheid van 175
kg/ha.
-
De zaaihoeveelheid 175 kg/ha (Fig. 54/A ) en de
tandwielkastinstelling „70"(Fig. 54/B) op de
rekenschijf tegenover elkaar plaatsen.
-
Lees
nu
op
aandrijfkastinstelling
zaaihoeveelheid van 125 kg/ha af (Fig. 54/C). In
ons voorbeeld staat de aandrijfkast op stand „50"
(Fig. 54/D).
-
Controleer de instelling van de aandrijfkast, die u
met de rekenschijf hebt berekend, met een
afdraaiproef zoals beschreven in hfdst.9.4.
Instellingen
de
rekenschijf
de
voor
de
gewenste
Fig. 54