Inhoudsopgave
Advertenties
36
7.
Transport over de weg
a
a
a
a
a
a
Transport over de weg
Bij gebruik van openbare wegen moeten trekker en strooier aan de
eisen van de wegenverkeerswet voldoen.
De eigenaar van de trekker en de bestuurder zijn verantwoordelijk voor
het naleven van de wettelijke bepalingen.
Volgens de wegenverkeerswet moeten alle landbouwvoertuigen en
aanbouwwerktuigen met de landelijk
waarschuwingsborden zijn uitgerust:
-
Worden
de
achterlichten
aangehangen machine afgedekt, dan moet de voorgeschreven verlichting
op het aangehangen werktuig worden herhaald. Steekt het werktuig meer
dan 400 mm zijdelings buiten de buitenste rand van het uittredende
lichtvlak van de achterlichten of breedtelichten van het trekkende
voertuig, dan moeten waarschuwingsborden en breedtelichten worden
aangebracht. Steekt de aangehangen machine meer dan 1 m achter de
achterlichten van de trekker uit, dan is een aanvullende verlichtingsset
met waarschuwingsborden noodzakelijk. Bovendien moet het werktuig
voorzien zijn van een retorreflecterende afgeknotte driehoek, die u bij uw
dealer
kunt
betrekken.
verkeersvoorschriften die per land kunnen verschillen.
De verlichting dient in overeenstemming te zijn met de geldende
voorschriften.
Meerijden op de machine tijdens het werk of transport is niet
toegestaan.
Bedraagt de totale lengte van de aanbouwcombinatie inclusief de tractor
meer dan 6 meter, moeten aan de zijkant gele reflectoren worden
aangebracht. Achter op de machine de afgeknotte oranje driehoek. De
tractor kan bovendien worden uitgerust met een gele zwaailamp.
Voor het rijden op de openbare weg moet er toestemming voor het
rijden met zwaailicht worden aangevraagd.
De maximale belasting van de assen van de tractor, het toegestane
maximale gewicht en het maximale draagvermogen van de tractorbanden
mogen niet worden overschreden. Bereken de toegestane maximale
belasting van de tractor en het maximale draagvermogen van de banden
volgens hfdst. 5.1. Alleen tractoren inzetten, die voldoen aan de toegestane
belasting en waarvan het maximale draagvermogen van de banden niet
wordt overschreden.
Bij het opheffen van de machine wordt de vooras van de tractor,
afhankelijk van de grootte van de tractor, verschillend ontlast. Zorg
voor de voorgeschreven minimale belasting van de vooras (20% van
het eigengewicht van de tractor)!
Rijgedrag, stuur- en remkwaliteiten worden door aanbouw- of getrokken
werktuigen en ballastgewichten beïnvloed. Let daarom op voldoende stuur-
en remkwaliteit!
Als de machine in transportstand geheven is, altijd controleren of de
hefinrichting voldoende geschoord is in zijdelingse richting! Houdt bij het
nemen van bochten rekening met uitzwaaien en de massatraagheid van de
machine.
voorgeschreven verlichting en
van
het
trekkende
Doorslaggevend
zijn
voertuig
door
de
de
specifieke
Advertenties
Inhoudsopgave
